Tekst kap Jaap Wolting
Foto sgt1 Eva Klijn
Burundezen missie-gereed dankzij Nederlandse training
Dit artikel hoort bij: Landmacht 04
Tekst kap Jaap Wolting
Foto sgt1 Eva Klijn
Burundezen missie-gereed dankzij Nederlandse training
African Contingency Operations & Training Advice (ACOTA) is geïnitieerd door de Amerikaanse regering. Het programma verstrekt advies en middelen aan Afrikaanse landen zoals Burundi, Rwanda en Oeganda. Een Amerikaanse contractor organiseert de 10-weekse training met behulp van Nederlandse instructeurs. De aanwezigheid van Burundese trainers is standaard. De verschillende onderdelen van het programma zijn schieten, tactische manoeuvre, hygiëne, talenkennis, bermbommen, militair recht, optreden in verstedelijkt gebied, bataljonsstaftraining, medische training, konvooioperaties en base defence. Een compleet bataljon, in dit geval het 27e AMISOM-Bataljon, wordt in tien weken opgeleid.
“Ik woon met mijn vrouw, twee zoons en een dochter in Bujumbura. Ze zijn blij dat ik een ander land ga helpen. We hebben zelf een burgeroorlog achter de rug en weten hoe verschrikkelijk het ontbreken van vrede is. Dit wordt mijn eerste uitzending. Mijn land op de juiste manier dienen, staat bij mij voorop. De buitenlandse trainers hebben keihard gewerkt om het niveau van mijn eenheid op te krikken zodat we straks goed werk kunnen leveren. En dat terwijl het niet eens hún uitzending is, maar de onze. Daar heb ik me positief over verbaasd. Ik heb de afgelopen weken veel geleerd. Met name in de eindoefening speelden de Nederlanders een essentiële rol. Ze gaven veel tips over hoe we het gevecht moesten voeren. Training stopt nooit. Daarom zou het goed zijn als de hulp blijvend was. Daarnaast zou ik het waarderen als ze ons konden helpen met bijvoorbeeld het opknappen van de infrastructuur op het militaire oefenkamp in Mudubugu. De slaapvertrekken en sanitaire ruimtes moeten echt worden verbeterd. Het zou ons leven in ieder geval een stuk aangenamer maken.”
“Het niveau van onze Burundese leerlingen is heel erg wisselend. Dit is Afrika en daar moet je op zijn ingesteld. Ben je dat, word je vaak positief verbaasd. Soms krijg ik vragen waarvan ik denk: ‘nou, dat had ik hier niet verwacht’. Wat me wel verwondert, is dat je hier een militair 4 uur in de brandende zon kunt leggen om te waarnemen. Dat doet hij, al is het op het heetst van de dag en heeft hij geen water. Verder trekken ze ook zomaar een burger uit de administratiehoek een militair pak aan. Die moeten wij dan in 10 weken tijd prepareren om naar Somalië te gaan. Gelukkig trekken de Burundese instructeurs er enorm aan, om zo iemand op niveau te krijgen. De grootste uitdaging is het junior leiderschap. Een aspect van de cultuur binnen het leger is, dat een commandant liever geen informatie naar beneden afgeeft. Zoiets wordt haast gezien als machtsverlies. Dat je ondercommandanten nodig hebt om een plan goed uit te voeren, moet hier nog indalen. Ik vind het hier schitterend. Het land is niet te vergelijken met hetgeen wij als westerlingen gewend zijn, alles is anders. Het opleiden van een Afrikaans leger is een heel interessante culturele ervaring. Ook al heb je in Afghanistan ervaring opgedaan, je ziet dat dingen hier net even anders zijn. De interactie en constant het gevoel hebben dat je ook zelf leert, maakt het erg nuttig.”
Alle Nederlandse militaire activiteiten in Burundi zijn met elkaar verbonden. Op de eerste plaats werken twee Nederlandse strategisch adviseurs op het Burundese ministerie van Defensie binnen de veiligheidssector. Het tweetal richt zich op de capaciteitsversterking en de institutionele kant van de organisatie. Het ontwikkelingsprogramma kent tientallen projecten, waaronder meerdere Nederlandse. Zo werken momenteel twee Nederlandse militairen van 13 MechBrig in Burundi om het niveau van een voertuighersteleenheid op te krikken. Daarnaast draait het ACOTA-programma, gericht op de operationele capaciteit van het Burundese leger. Op de derde plaats is er de oefencyclus African Support, met voornamelijk inzet van genie en geneeskundige troepen.