04

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 11

‘Ik ben direct begonnen met reanimeren’

Nieuwsfoto van het verkeersongeluk met hulpdiensten.

Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.

Het is de nacht van 14 november 2021, als wachtmeester Andreas en wachtmeester-1 Erwin van de brigade Politie en Beveiliging via de porto een spoedmelding binnenkrijgen. “Grote ravage op de A4, snelweg is dicht.” Nog geen 10 minuten later zijn ze als eerste hulpverleners ter plaatse en doen de mannen ‘wat ze moeten doen’. Voor hun inzet krijgen ze later de groepsdraagspeld in brons.

Wat gebeurde er toen de melding binnenkwam?

Erwin: “Aan de toon van de centralist hoorden we: er is paniek. Er waren ook kinderen bij betrokken en dan moet je alles op alles zetten om er zo snel mogelijk te komen. Ik heb het gaspedaal door de bodemplaat heen getrapt.”
Andreas: “Het was pikkedonker, dus je ziet weinig. Ik zat op de bijrijdersstoel en had de AED voor de zekerheid al vast. Ik sprong zo snel mogelijk uit de bus en Erwin parkeerde ‘m zo breed mogelijk over de weg. Dat was nodig, omdat de rode kruizen boven de snelweg massaal werden genegeerd.”

Nieuwsfoto van het verkeersongeluk met hulpdiensten.
De impact van de botsing op de A4 is enorm.

‘Ze doen alles om het kind te redden en dat hebben wij ook gedaan’

Wat was de situatie toen jullie aankwamen?

Andreas: “Een auto stond tegen de vangrail. Alle airbags waren eruit geklapt, maar er zat niemand in. Rechts stonden mensen naast een busje, die alles hadden zien gebeuren. Verderop stond nog een auto, tegen de rijrichting in, waar ik naartoe ben gerend. Die wagen had veel schade. Voorin zat niemand. Voor de auto stonden twee volwassenen, die niet levensbedreigend gewond leken. Achterin zaten twee kinderen. Met het meisje leek niet veel aan de hand, met het jongetje wel. Ik haalde hem uit de stoel en en legde hem op de grond. Hij ademde niet meer en toen ben ik direct begonnen met reanimeren.”

Erwin: “Toen Andreas via de porto zei: ‘Aanvang reanimatie’, ging ik meteen naar hem toe. Van ambulancemedewerkers moest ik infuuszakken dragen. Toen was het wachten op het Mobiel Medisch Team.”

Hoe lang duurde dat?

Andreas: “Voor mijn gevoel ging alles super snel. Op dat moment ben je alleen maar bezig met reanimeren. Daarmee moest ik doorgaan, terwijl de arts andere medische hulp verleende. Ze doen alles om het kind te redden en dat hebben wij ook gedaan.”

Hoe verliep die samenwerking?

Erwin: “Een agent van de Landelijke Eenheid hielp met reanimeren. Je hebt op zo’n moment geen woorden nodig. Alles gaat gewoon vanzelf. Dat merk je door het hele proces heen. Ik hielp op dat moment het ambulancepersoneel, want zij konden alle hulp gebruiken. Dus ik hield infuuszakken vast, maakte medicatie klaar en scheen licht bij.”
Andreas: “Op een gegeven moment zei de arts van het Mobiel Medisch Team dat we naar het ziekenhuis moesten rijden. Ik ben meegereden en ging in de ambulance door met reanimeren.”
Erwin: “Ik reed erachteraan met het busje. Onderweg had de politie alle kruisingen afgezet, zodat de ambulance ongestoord door kon rijden. Dat was heel indrukwekkend om te zien.”
Andreas: “Eenmaal bij het ziekenhuis leek het net een film. De deuren gingen open, we sprongen de ambulance uit en renden naar de operatiekamer. Daar stond een heel team klaar. Tot daar heb ik gereanimeerd. Toen zeiden ze: het is goed zo.”

Nieuwsfoto van het verkeersongeluk met hulpdiensten.
Hulpdiensten, en dus ook Andreas en Erwin, doen wat ze kunnen op de A4.

En dan is de ‘actie’ ineens voorbij. Wat doe je dan?

Andreas: “We zijn een uur in touw geweest en als je dan stopt, merk je bijvoorbeeld hoeveel dorst je eigenlijk hebt. Ik heb 4 of 5 glazen water achterover getikt. Mijn rug was helemaal nat van het zweet, maar dat heb je als je bezig bent niet in de gaten.”

‘Je parkeert het dan even en gaat toch door’

Erwin: “Daarna hadden we een paar debriefings. In het ziekenhuis en in Hoofddorp, bij de politie. Onderweg bliezen we onderling stoom af. Bij de politie hoorden we meteen het slechte nieuws: het jongetje was helaas overleden. Het was al redelijk stil in die ruimte. Maar dan wordt het helemaal stil.”
Andreas: “Daarna zijn we naar onze eigen Officier van Dienst op Schiphol gegaan. Hij wilde ook weten wat er allemaal was gebeurd. Het was toen een uur of 4, half 5 ‘s nachts. Daarna maakten we onze dienst af. Je parkeert het dan even en gaat toch door.”

Foto van een groepswaardering in brons
Voor het doortastend handelen bij een zeer zwaar verkeersongeval kregen Andreas en Erwin deze groepsspeld in brons uitgereikt.

Slaap je daarna wel als je thuis bent?

Andreas: “Ik sliep toen heel diep, ik was heel moe. De dag erna hadden we nog een nachtdienst. Toen hebben we uitgebreider gepraat met onze teamleider en de Collegiale Ondersteuningsgroep. Dat was goed zo. Bij mij geldt meestal: ik vertel mijn verhaal één keer en dan is voor mij wel klaar. Het hoeft van mij niet steeds te worden herhaald.”
Erwin: “Ik had er later wel last van. Een paar maanden voor het ongeluk ben ik zelf vader geworden. Het triggerde iets bij me. Ik ben daarna op zoek gegaan naar een andere functie. En dat is gelukt. Nu ben ik leidinggevende als groepscommandant bij de gewapende beveiliging op Schiphol.”

Achteraf blijkt dat een bekende voetballer het ongeluk veroorzaakte. Hierdoor kwam het incident vaker in het nieuws. Wat deed dat met jullie?

Andreas: “We hebben het er daarna niet echt vaak meer over gehad. Wel zagen we soms nieuwsartikelen voorbijkomen. Die stuurden we naar elkaar. Het had niet echt impact op me. Wel volgde ik de zaak en was ik benieuwd welke straf hij zou krijgen.”

Bestuurder reed 200 kilometer per uur

De veroorzaker van het ernstige ongeluk, waarbij een jongen van 4 jaar oud omkwam, kreeg 2,5 jaar cel van de rechtbank in Haarlem. De man reed op dat moment 200 kilometer per uur. Naast de gevangenisstraf legde de rechtbank hem een rij-ontzegging van 4 jaar op. Het Openbaar Ministerie had 3,5 cel geëist en gaat in hoger beroep. Wanneer dat dient, is niet bekend.

Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘ het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl

Tekst: kapitein Joris van Duin en Nico Schinkelshoek | Foto’s: ANP en Paul Tolenaar