Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.
Aardbevingen, vliegtuigcrashes en andere rampen met dodelijke slachtoffers: als medewerker Tactische Identificatie Ante Mortem* van het Landelijk Team Forensische Opsporing heeft adjudant Erik van den Bos de taak te helpen slachtoffers identificeren. Dat deed hij jaren terug bij de ramp met de MH17 en onlangs bij een vliegtuigongeluk met 3 slachtoffers in Kroatië. “Je moet het voor nabestaanden vooral niet mooier maken dan het is. Ik moet uitleggen dat ze óf een lichaam terugkrijgen, óf een aantal delen, óf kleine stukjes.”
*ante mortem = vóór de dood
Je bent bij het team medewerker Tactische Identificatie Ante Mortem. Wat houdt dat precies in?
“In Kroatië stortte in mei van dit jaar een Nederlands sportvliegtuigje neer waarbij alle 3 de inzittenden om het leven kwamen. Wij gaan dan in koppels naar de nabestaande(n), in dit geval de weduwe. Daar maken we een ante mortem-dossier op, door informatie over de overledene op te vragen. Dus hoe zag deze er bij leven en welzijn uit. Wat was zijn of haar gewicht, lengte, kleur ogen, eventuele tatoeages en noem maar op. Ook nemen we DNA af van directe familie en vragen we tandartsgegevens op.
Alles wat we verzameld hadden ging in een dossier en toen dat compleet was, ging het Kroatische post mortem-team ermee aan de slag. Dat team maakte na het ongeluk ter plekke een dossier van de slachtoffers op. Denk aan het noteren van uiterlijke kenmerken en verzamelen van DNA- en gebitsgegevens. Beide dossiers werden vergeleken in een computersysteem, om al dan niet op een positieve match uit te komen. Vervolgens heeft een expert er nog naar gekeken om er een definitieve klap op te geven. We werken heel secuur, want een lichaam identificeren en teruggeven aan de familie kan maar 1 keer. Als je daarmee in de fout gaat, komt het nooit meer goed.”
Weet je nog wanneer je te horen kreeg over het neergestorte vliegtuig in Kroatië en dat je ermee aan de slag kon?
“Het vliegtuigje stortte op zaterdag neer en werd in de loop van de avond gevonden. Dat nieuws had ik al meegekregen, maar de maandag erop hoorde ik dat het Landelijk Team Forensische Opsporing het op zou pakken. Dus nam ik contact op met mijn collega bij de politie en als team stemden we af wie wat zou gaan doen. Vervolgens vormden we 3 koppels - 1 per slachtoffer - en namen we contact op met de nabestaanden om uit te leggen wie we zijn en wat we doen. De dag erna, dinsdag, zaten we al bij de weduwe.”
Waarom worden jullie ingeschakeld bij een ongeluk van een privévliegtuigje?
“Het toestel was op een berghelling neergestort en in brand gevlogen. Daardoor waren de lichamen niet meer herkenbaar en moest identificatie plaatsvinden via het gebit en DNA. Daarom zijn wij ingeschakeld. Waren de lichamen nog intact geweest, dan was de kans groot dat ze ‘gewoon’ naar Nederland gerepatrieerd zouden worden. Zonder dat er iemand van ons aan te pas zou zijn gekomen.”
Zo vlak na het ongeluk op gesprek bij een nabestaande is geen gemakkelijke opgave.
“Er zijn dingen die je kan voorbereiden. Ik zeg bijvoorbeeld nooit ‘Goedemiddag’ als ik bij nabestaanden aan de deur kom. Het is voor hen geen ‘goede middag’, zij zijn net iemand verloren. Ik zal ook nooit tijdens een emotioneel betoog zeggen: ‘Ik begrijp je’. Ik heb nooit iemand verloren tijdens een vliegtuigongeluk, ik begrijp niet hoe dat voelt. Wat ik echter nooit kan oefenen: hoe iemand eraan toe is of zal reageren. Boos, verdrietig, in shock; dat kan van alles zijn. Ik had ooit iemand die heel zakelijk reageerde, dat was heel prettig werken. Maar hoe iemand ook reageert, het is aan ons om daar professioneel mee om te gaan. Uiteindelijk horen nabestaanden van mij of ze een lichaam terugkrijgen, óf delen ervan, óf in kleine stukjes. Dat klinkt hard, maar ons enige doel is om nabestaanden zo goed als het kan, op een fatsoenlijke manier afscheid te laten nemen van hun geliefden.”
Bouw je tijdens zo’n emotioneel proces geen band op met nabestaanden? Of kun je dat strikt scheiden?
“Natuurlijk raakt het je, maar het is wel zaak om gepaste afstand te bewaren. Als er echt heel veel emoties bij komen kijken, verwijzen wij mensen door naar de huisarts, slachtofferhulp of bijvoorbeeld een geestelijk verzorger. Ik ben niet opgeleid om hulpverlener te zijn. Mijn taak is uitleggen hoe de zaak er voor staat, wat wij doen en om het onderzoek uit te voeren. Zo kwamen er van het vliegtuigongeluk in Kroatië foto’s binnen van bezittingen en sieraden die ze gevonden hadden. Daarmee ga ik dan naar de weduwe, of ik e-mail dat. Ik ben zeker ook empathisch en begripvol naar nabestaanden toe, maar het is belangrijk ook zakelijk te blijven. Dat voorkomt onder meer dat je dingen gaat beloven die je niet waar kan maken of dat dingen mooier gemaakt worden dan ze zijn. Bovendien: op het moment dat ik van m’n leidinggevende hoor dat het onderzoek is afgerond en dat wij klaar zijn, rond ik het contact ook af.”
Gaat dat in praktijk ook zo makkelijk? Klaar en door?
“We houden een exitgesprek waarbij ik dit uitleg. Ook verwijder ik alle contactgegevens uit m’n telefoon en geef nog de nodige informatie, bijvoorbeeld waar ze terecht kunnen als ze nog vragen hebben. Maar daarna moet het voor mij ook klaar zijn. Het lijkt me niet wenselijk , noch professioneel dat als je, nadat de zaak afgesloten is, nog contact houdt en een soort van ‘kennissen’ wordt. Laatst reed ik wel langs een woonplaats van één van de nabestaanden van MH17 die ik heb bijgestaan. Toen schoot het wel even door m’n hoofd: ‘Oh ja, hier woont die en die’. Maar meer dan dat is het niet.”
Wat is je het meest bijgebleven van deze zaak?
“Dan toch wel het verdriet van zo’n weduwe. Haar hele wereld is ingestort. Ze hadden samen een stabiel leven, plannen voor de toekomst en dat is helemaal weg.”
Dat grijpt jou als persoon ook aan.
“Wij gaan aan de ene kant heel zakelijk te werk, maar emotie zit er altijd bij. Die kun je er niet los van zien. Nooit.”
“Meer Marechaussee nodig bij het Landelijk Team Forensische Opsporing”
Het Landelijk Team Forensische Opsporing is een multidisciplinair team dat onder leiding van de politie valt. Medewerkers zijn afkomstig van politie, Marechaussee en andere defensieonderdelen. Daarnaast zijn er ook burgers actief als begrafenisondernemers, brandweerlieden en een patholoog. Die gecombineerde expertise wordt ingezet met als doel bij grote rampen, als aardbevingen, overstromingen en vliegtuigrampen een identificatieproces uit te voeren.
Erik van den Bos is eskadronsadjudant bij het eskadron Hoog Risico Beveiliging en heeft als nevenfunctie medewerker Tactische Identificatie Ante Mortem bij het Landelijk Team Forensische Opsporing. “Momenteel zijn we met 3 KMar-medewerkers bij het LTFO en wij kunnen zeker nog wat goede collega’s gebruiken, waarbij recherche-ervaring een pre is. Wie interesse heeft of meer informatie wil, kan mij e-mailen via de dienstmail.”
Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl.