05

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 02

‘Ik heb het virus in mijn koffer zitten’

Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.

Opeens stond hij op dinsdagochtend 29 november 2022 rond half 11 voor de marechaussees op de politiepost van Schiphol Plaza. De man die enkele weken daarvoor in de briefing al genoemd was. Hij zou voornemens zijn een virus los te laten op de nationale luchthaven. De 55-jarige man had dat per e-mail ook laten weten aan andere overheidsinstanties. De marechaussees herkenden hem meteen. Groepscommandant opperwachtmeester Jeroen en wachtmeester-1 Allan gingen meteen over tot actie.

Jeroen: “De brigade Politie en Beveiliging Schiphol staat 24/7 paraat. Op de luchthaven staan we daarmee in de frontlinie.”

Wat deed of zei de man?

Jeroen: “Als groepscommandant zat ik achter in de personeelsruimte. Eén van mijn collega’s aan de service- en intakebalie riep mij. ‘Jeroen, is dit niet de man uit de briefing? Hij riep zojuist dat hij een virus bij zich had!’”

Allan: “Ik ben gelijk naar de man toegelopen en heb hem gefouilleerd. Om 100% zeker te weten dat het om de man uit de briefing ging, heb ik die erbij gepakt en het paspoort van de verdachte gecontroleerd. Vervolgens ben ik met hem in gesprek gegaan. Hij was heel rustig en meewerkend. ‘Ik heb het virus in mijn koffer zitten’, zei hij. ‘Het is veilig zolang die dicht zit.’ Een collega nam de rolkoffer over en zette deze in een afgesloten verhoorruimte, weg uit de directe nabijheid van de man. Verder bleek hij geen gevaarlijke dingen bij zich te dragen.”

De rolkoffer met het vermeende virus wordt in deze aparte ruimte gezet. Deze foto betreft een reconstructie.

Was er paniek?

Jeroen: “Nee, maar ik dacht wel: ‘Als dit echt is, waar ik vanuit ga, dan zijn we nu allemaal besmet. Om erger te voorkomen, moeten we allemaal binnen blijven en direct de deuren sluiten om erger te voorkomen. Dit heb ik meteen laten doen, terwijl ik onze Officier van Dienst Politie (OvD-P) opriep.”

Allan: “De verdachte bleef rustig en vond het duidelijk fijn dat wij hem een luisterend oor boden en hem serieus namen.”

Jeroen: “Hij kon heel helder vertellen en had veel informatie over hetgeen hij bij zich zou hebben. De rust en overtuiging waarmee hij het bracht, beangstigde me nog het meest. Gezien de situatie waren we bevoegd zijn telefoon te doorzoeken. We vonden teksten waarin stond dat hij een virus wilde vrijlaten uit een glazen potje en iets over radioactief materiaal. Zo’n potje stond ook op zijn foto’s. Daardoor vermoedden we dat hij de waarheid sprak. We brieften alles door aan de OvD-P.”

Urenlang wordt een deel van Schiphol Plaza afgezet. Een koppel van het CBRNE-team komt de koffer en de inhoud onderzoeken. Foto: ANP

Welke actie nam de OvD-P uiteindelijk?

Jeroen: “Die besloot een CBRNE (Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair en Explosieven)-team van Defensie en een gespecialiseerd team van de brandweer op te roepen. Hij had Schiphol Plaza ook al gedeeltelijk af laten zetten met rood-wit lint om een veilig werkgebied te creëren.”

Allan: “Vanuit het bureau zagen we hier overigens niets van, want onze glazen pui werd – op ons verzoek – al vrij snel afgeschermd tegen inkijk.”

Jeroen: “Het duurde enige tijd voordat er hulp kwam. Ze hebben vooraf natuurlijk een risicoanalyse moeten maken en hadden een ontsmettingsstraat ingericht buiten op de A-baan. Al die tijd zaten wij in quarantaine.”

Allan: “Uiteindelijk kwamen 2 mannen van het CBRNE-team in speciale pakken het bureau binnen. Rondom de koffer voerden ze allerlei metingen uit voordat ze ’m openden. Daarin vonden ze het glazen potje dat ook op de foto stond. Ook dat onderzochten ze. De apparatuur sloeg nergens op aan, dus was er mogelijk geen sprake van een CBRNE-dreiging. Het potje werd daarna met spoed, volgens protocol, naar het RIVM gebracht voor een uitgebreide analyse.”

De verdachte wordt door de Marechaussee aangehouden voor dreiging met een terroristisch motief. Hij was die ochtend gearriveerd met een vlucht uit het buitenland. Foto: ANP
Het incident wordt al snel opgeschaald naar GRIP 1. Foto: KMar

Mochten jullie toen uit quarantaine?

Allan: “Nee, we moesten eerst de uitslag van de uitgebreide analyse afwachten. Maar ze besloten wel om ons met de verdachte naar het cellencomplex op de Máximakazerne over te brengen.”

Jeroen: “Het busje, dat we vanwege onze quarantaine zelf moesten besturen, was klaargezet op de A-baan waar normaal de taxi’s voor passagiers staan. Die was nu helemaal afgezet. We moesten allemaal door de ontsmettingsstraat. Op afstand stonden mensen te filmen, er was zelfs een speciaal persvak ingericht. Het leek wel een slechte film waarin we beland waren.”

De verdachte en de betrokken marechaussees moeten buiten door de ontsmettingsstraat. Foto: ANP

Wat gebeurde er vervolgens op het cellencomplex?

Jeroen: “Dat was hermetisch afgesloten. Zelf begeleidden we de verdachte naar een cel, wij namen plaats in de verhoorruimtes in de cellenstraat. De ventilatiekanalen waren overal uitgezet om eventuele besmettingen te voorkomen. Je kunt je voostellen dat de temperatuur daar dus flink opliep. De aanhouding moest zo snel mogelijk getoetst worden door de Hulpofficier van Justitie. Daarom besloten we dit op de gang te doen met behulp van telefoons en een glazen deur tussen ons in.”

Allan: “Na een tijdje ging de deur van onze verhoorruimte open. Het was de nieuwe OvD-P, want de ploeg buiten was inmiddels gewisseld. ‘Jullie mogen uit quarantaine’, zei hij. ‘Er is niets aangetroffen bij het RIVM, jullie hoeven je geen zorgen te maken.’”

Zelfstandig rijden de marechaussees met de verdachte van de post naar het cellencomplex op de Máximakazerne. Deze foto betreft een reconstructie.

Jullie waren vast enorm opgelucht?

Jeroen: “Ja, heel erg. Het was een lange dag. We hebben ruim 8 uur overgewerkt en waren geestelijk aardig uitgeput.”

Allan: “We hebben nog wel een debriefing gehouden. Daar was ook iemand bij van de collegiale ondersteuningsgroep. Voor iedereen die niet meer naar huis wilde rijden, was er een kamer op de Máximakazerne beschikbaar.”

Weten jullie wat het motief van de man was?

Jeroen: “Nee, het onderzoek loopt nog. Dat doet het Team Vervolgonderzoeken van de KMar. Er is dus ook nog geen uitspraak van de rechter.”

Hoe kijken jullie erop terug?

Jeroen: “Je doet wat je goed dunkt op dat moment. Dat was de passagier van de koffer scheiden, niet meer aan de koffer komen en de ruimte hermetisch afsluiten. Hier is geen voorgeschreven scenario voor. Een volgende keer zouden we het precies weer zo doen. Ik heb ook veel lof voor hoe de OvD-P het gedaan heeft. Het was een goed samenspel tussen de verschillende disciplines. Ook ben ik trots op de jongens uit mijn groep die snel en accuraat gehandeld hebben.”

Allan: “In de wereld waarin we nu leven, kun je er niet vanuit gaan dat iemand onzin praat of de weg kwijt is. Alles kan waar zijn. Je moet dus het zekere voor het onzekere nemen in zo’n situatie, dus hoog inschalen.”

Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl.

Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto's: ANP en sergeant-majoor Cinthia Nijssen