04

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 02

‘De adrenaline gierde door ons lijf’

Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.

Wachtmeesters Jan* en Willem* van de brigade Oostgrens-Noord namen eind december deel aan een grote MTV-controle op de N35. Zij voerden dynamische controles uit in de MTV-inzetvorm burgerdienst. Tijdens hun dienst kwam er een bericht binnen op de politieporto: er was een woning overvallen in Apeldoorn, waarbij een vuurwapen was gebruikt. De 2 verdachten waren in een gestolen auto op de vlucht geslagen.

Even later werd gemeld dat de auto langs knooppunt Azelo reed. Jan en Willem hebben zich toen aangemeld om bij een afslag te posten. Overal namen politie- en marechaussee-eenheden strategische posities in om de mogelijk vuurwapengevaarlijke overvallers op te wachten. Het ging om 2 jonge mannen in een zwarte Fiat 500 Abarth (sportuitvoering). Jan en Willem deden hun zware vesten aan en namen positie in.

'De verdachten reageerden nergens op. Onvoorstelbaar’

Waar stonden jullie?

“Wij stonden op een viaduct bij afslag Enschede-Zuid. We hebben meerdere zwarte Fiat 500’s zien langsrijden, maar die ene zat er niet tussen. Na enige tijd konden we onze dienst vervolgen. Toen zijn we in de omgeving gaan surveilleren van de woning waar de auto van de overvallers stond geregistreerd. Inmiddels postten andere koppels al bij die woning.

Toen we de woonwijk weer verlieten, reed de Fiat 500 met de beide verdachten ons ineens tegemoet, achtervolgd door 2 politievoertuigen. Het geheel passeerde ons. Ondertussen hoorden we op de porto dat de politie een voertuigprocedure ging uitvoeren om het tweetal uit de auto te praten. Wij namen verderop positie in om indien nodig de politie bij te staan.”

Jan en Willem hebben zich aangemeld om bij een afslag te posten.

‘Ik kon hem inhalen, tackelen en overmeesteren’

Wat gebeurde er toen?

“Een agent stapte uit om de overvallers in de Fiat staande te houden, maar de mannen reageerden niet op de waarschuwing. Noch op waarschuwingsschoten. Met piepende banden scheurden ze weer door, achtervolgd door inmiddels zo’n 5 politie- en marechausseevoertuigen. Wij zetten onze blauwe pit op het dak en de sirene aan en gingen er ook achter aan. Wij namen een andere route om ze mogelijk via een omweg te treffen. Langs de weg gebaarden omstanders ons de juiste kant op. Uiteindelijk reden we een woonwijk in Enschede in, waar omstanders naar een soort doodlopende inrit wezen. De andere voertuigen van de politie en Marechaussee waren elders. We waren de enigen daar.”

"Wij zetten onze blauwe pit op het dak en de sirene aan en gingen er ook achter aan."

En de verdachten?

Willem: “Bij de inrit troffen we de Fiat aan, maar die was verlaten. Ook hier riepen en gebaarden bewoners naar ons. Het was een chaos. Ze wezen in 2 richtingen. Blijkbaar waren de mannen opgesplitst. Jan en ik hadden kort oogcontact met elkaar en besloten ons ook op te splitsen. We namen ons vuurwapen ter hand en gingen elk een kant op.

We stonden er alleen voor, maar we hadden beiden het gevoel dat we het gingen fiksen. We waren heel scherp. Net als in de opleiding keken we snel om hoeken en weer terug, een ‘quick look’. Tijdens onze IBT-trainingen dachten we wel eens ‘dit gebeurt ons toch nooit’. Nu pasten we op de automatische piloot toe wat we hadden geleerd, terwijl de adrenaline door ons lijf gierde.”

"Jan en ik hadden kort oogcontact met elkaar en besloten ons ook op te splitsen."

‘De zaak was rond. Beter kan niet’

Zagen jullie de overvallers ergens?

Jan: “Ik rende een lange steeg in. Ik was super scherp, want de verdachte kon achter elke deur, vuilnisbak of schutting zitten. En hij was vuurwapengevaarlijk. Toen ik aan het eind van de steeg de hoek om wilde gaan, hoorde ik Willem roepen: ‘Politie, blijf staan of ik schiet’. Ik hoorde hem een waarschuwingsschot lossen en zag de 2 verdachten wegrennen uit de bosjes, net om de hoek.

Willem: “We zetten de achtervolging te voet in. De verdachten splitsten zich op en renden kneiterhard voor ons uit de wijk in. Ondertussen bleven wij tijdens het rennen de verdachten aanroepen. Ze reageerden nergens op. Onvoorstelbaar. Dit keer heeft Jan een waarschuwingsschot gelost, maar de verdachte waar hij zicht op had reageerde niet.”

"We namen ons vuurwapen ter hand en gingen elk een kant op."

Wat kun je dan nog doen?

Jan: “Ik richtte op ‘mijn’ verdachte en schreeuwde dat hij moest blijven staan. Hij draaide zich om en keek recht in de loop. Hij schrok, maar besloot toch door te rennen. Bizar gewoon. Maar doordat hij vaart had geminderd, kon ik hem inhalen, tackelen en overmeesteren.

Een toegesnelde agent nam hem van mij over, zodat ik Willem kon gaan helpen. Ik ben vol achter mijn collega aan gesprint, die om een hoek verdwenen was. Toen ik om de hoek keek, hield hij zijn vuurwapen gericht op de 2e verdachte, die gestrand was tegen een hek.”

De overvallers waren ervandoor gegaan in een zwarte Fiat 500 Abarth (sportuitvoering).

‘We zijn trots op onze prestatie’

Hoe heb jij ‘jouw’ verdachte te pakken gekregen Willem?

Willem: “Ook ik rende hard achter mijn verdachte aan. Ik loste wederom een waarschuwingsschot, maar ook hier werd niet op gereageerd. Ondertussen ging het door mijn hoofd dat ze vuurwapengevaarlijk waren. Moest ik nou echt mijn vuurwapen gebruiken voor aanhoudingsvuur? Hij verdween een hoek om. Toen ik die hoek om ging, stond ik oog in oog met de verdachte. Op zo’n 10 meter afstand. Hij was gestrand tegen een hek. Schreeuwend heb ik hem naar beneden gepraat, terwijl ik hem onder schot hield.    

En ineens kreeg ik een tik op mijn schouder van Jan. Het was fijn dat hij er was. Ik realiseerde me: we zijn er beiden nog en we zijn nog heel. Nu gaan we die laatste ook pakken.

Ook kwam er een agent bij. Wij vroegen hem of hij zijn vuurwapen op de verdachte wilde richten, zodat wij de man konden aanhouden en boeien. Over de handen van de verdachte hebben we speciale papieren zakken gedaan om eventuele kruitsporen veilig te stellen.

Jan: “via de porto hebben we doorgegeven dat de beide mannen waren aangehouden, dat voelde zó goed. We kregen veel complimenten: ‘goed gewerkt’, ‘top gedaan’. Kort daarna kwamen andere kmar-collega’s naar de plaats delict: ‘het incident is over voor jullie’. Dat was superfijn.”

"Ik realiseerde me: we zijn er beiden nog en we zijn nog heel."

Hoe kijken jullie erop terug?

“De zaak was rond. De vluchtauto is gevonden en de beide verdachten zijn overmeesterd. Beter kan niet. Het was een super leerzame ervaring en we zijn trots op onze prestatie. We hebben de samenleving beschermd tegen 2 vuurwapengevaarlijke overvallers, daar doe je het voor. Maar tegelijkertijd met het besef dat het ook anders had kunnen aflopen.”

*Jan en Willem zijn niet hun echte namen. De namen zijn gefingeerd in verband met de veiligheid. 

Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl.

Tekst: kapitein Henny de Boer | Foto’s: Jarno Kraayvanger