Stafarts Molenaar: 'Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed'
“Hoeveel berichtjes ik tijdens ons gesprek heb gekregen?” Kolonel-arts Manon Molenaar pakt haar mobiele telefoon en maakt de balans op. “35”, zegt ze. “Dat valt nog mee, gezien het aantal app-groepen waar ik deel van uitmaak.” Desalniettemin zijn het momenteel drukke tijden voor de stafarts, die leiding geeft aan de sectie Gezondheidszorg en Casecoördinatie van de Koninklijke Marechaussee. COVID-19 beheerst de wereld en dus ook de agenda van Molenaar. “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed.”
De sectie Gezondheidszorg en Casecoördinatie is verantwoordelijk voor alle geneeskundige zaken bij de KMar, in de breedste zin van het woord. Molenaar: “De collega staat bij ons centraal. Als die inzetbaar is, kunnen de operationele processen doorgaan. We staan daarom als sectie voor gezond werken en gezond leven en goede en gegarandeerde zorg voor iedereen. Dit doen we binnen het operationele domein, op het gebied van ARBO (goede en veilige werkomstandigheden) en Behoud en Preventie (hoe houd je je medewerkers gezond). We brengen adviezen uit aan de organisatie en individuele medewerkers, zodat gezondheid in elk proces en voor iedere medewerker is geborgd.”
Naamsbekendheid
Molenaar en haar collega’s waren sinds vorig jaar juist bezig de naamsbekendheid van de sectie binnen de organisatie te vergroten en de drempel voor collega’s met vragen te verlagen. Daarnaast werkte de sectie hard aan het in kaart brengen van alle KMar-eenheden in binnen- en buitenland en vond een verdiepingsslag plaats naar de bijbehorende operationele processen om zo risico’s op het gebied van gezondheidszorg in kaart te brengen. Maar toen COVID-19 eind januari opdook In Europa verschoof de focus van Molenaars team meteen. “Juist omdat we als Marechaussee met onze taakstelling al in een vroeg stadium te maken zouden kunnen krijgen met besmette reizigers.”
‘In het begin zijn we als KMar strenger geweest in onze advisering’
Een van de voornaamste taken van de sectie in relatie tot COVID-19 was en is het vertalen van maatregelen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu naar KMar-niveau. Dagelijks worden briefingslides naar de brigades gestuurd met informatie op maat voor de collega op locatie. “In het begin van de verspreiding van het virus zijn we als KMar strenger geweest in onze advisering, eerder thuisblijven en minder snel meedoen aan oefeningen. Juist omdat collega’s bijvoorbeeld aan de grens met veel nationaliteiten in aanraking komen. Zo willen we zeker stellen dat de KMar haar taken kan blijven uitvoeren en collega’s geen bijdrage leveren aan de verspreiding van het virus.”
Daarnaast is Molenaar druk met het beantwoorden van vragen die collega’s rechtstreeks aan haar stellen. ‘Ik werk in een vitaal proces en ben misschien in contact gekomen met een besmet persoon. Wat moet ik doen?’ ‘Kan ik een dienstreis wel of niet maken?’, ‘Moet ik handschoenen dragen?’ en ‘Kan ik een opleiding wel geven?’, zijn slechts enkele voorbeelden. “Een eenduidig antwoord geven is lastig. Mede omdat de maatregelen elkaar zo snel opvolgen en de KMar-taken veel van elkaar verschillen. Iedere keer moet je de consequentie van een keuze afwegen tegen het risico. Daarom sparren we met de collega die om advies vraagt om zo samen tot een antwoord te komen.”
Thuiswerken
Molenaar werkt zelf de komende tijd zo veel mogelijk vanuit huis. Ze wisselt haar werkzaamheden af met plaatsvervanger luitenant-kolonel Marieke Panis, zodat de continuïteit is geborgd. Informatie vergaren en uitwisselen blijft de komende tijd aan de orde van de dag. “Was het in het begin voor alle partijen nog even zoeken, op dit moment zit iedereen goed in de verbindingen, ook het Caribisch gebied. We hebben kernteams gevormd, werken met informatieknooppunten en hebben dagelijks overleg met belangrijke spelers zoals Staf KMar, de Chief Operations, Commandant LTC en de Defensie Gezondheidszorg Organisatie. Alle belangrijke spelers weten elkaar goed te vinden.”
‘Was het in het begin nog even zoeken, op dit moment zit iedereen goed in de verbindingen’
Dat de stafarts het door COVID-19 momenteel een stuk drukker heeft dan normaal, vindt ze helemaal niet erg. Sterker nog, ze doet een oproep aan alle collega’s die een vraag over het virus hebben in relatie tot het werk. “Als stafarts moet je er tijdens zo’n pandemie natuurlijk zijn. Je hebt een verantwoordelijkheid naar de mannen en vrouwen in de operatie en de organisatie in zijn geheel. Beiden moeten inzetbaar blijven. Dus mocht u over iets twijfelen, schroom dan niet om contact met ons op te nemen voor advies. Het is voor ieders gezondheid van belang dat we het virus zo snel mogelijk onder controle krijgen en we denken daarom graag met u mee.”