'Landelijke aansturing al jaren onmisbaar'
De laatste fase van de reorganisatie van de KMar-organisatie is bijna aangebroken. Begin volgend jaar kan het Landelijk Tactisch Commando dan écht in zijn volle omvang van start en op dezelfde dag worden ook de kleinere reorganisaties van de Staf en het Opleidings-, Trainings- en Kenniscentrum afgerond. “Het geheel wordt in één keer omgeklapt”, weet Aad van de Vreugde, Programmadirecteur Transitie & Adaptiviteit KMar. Maar voor het zover is, maken we de balans op: waar staan we nu precies? En waarom doen we dit ook alweer? KMarMagazine zet het allemaal voor u op een rijtje.
Informatiegestuurd optreden (IGO)
Werken in districten functioneerde niet meer optimaal. De KMar miste de mogelijkheid om op basis van informatie landelijk prioriteiten te stellen. Want wat lokaal mogelijk relatief belangrijk was, vormde op landelijk gebied misschien geen absolute noodzaak. En personeel kun je maar één keer inzetten. Dit vormde uiteindelijk de aanleiding tot de huidige reorganisatie, waarbij één Landelijk Tactisch Commando werd opgericht met overzicht over alle operaties in het land, zodat de mensen daar worden ingezet waar ze volgens de informatie die we hebben het meest nodig zijn.
Stappen
1. De oprichting van het LTC begon klein in 2015, met 4 mensen: de Commandant Landelijk Tactisch Commando en wat persoonlijke staf.
2. Een tussenstap: de oprichting van het Operatiecentrum (OPSCENT) in 2015, een aparte reorganisatie binnen het geheel. Het OPSCENT ondersteunt de operaties 24 uur per dag en 7 dagen per week.
3. Het opheffen van de districtstaven, het op orde brengen van de Staf van het LTC en de aanpassingen bij de Staf CKMar en het Opleidings- en Trainingscentrum in de praktijk brengen. Én de hele organisatie verder IGO-bestendig maken. Hier zitten we nu in.
4. In de laatste stap wordt gekeken welke wijzigingen nodig zijn bij de brigades om IGO tot op de operationele werkvloer in te voeren. Mogelijk worden bijvoorbeeld verschillen in werkwijzen teruggedrongen, zodat de uitwisselbaarheid groter wordt. De studie daarover met de brigades is in volle gang. Ook het OTC bekijkt wat er nog meer moet gebeuren.
LTC
De grootste verandering is de oprichting van het LTC. De districtstaven worden opgeheven en daarvoor in de plaats komt één staf voor het LTC. De hele operationele ondersteuning wordt onder 1 brigade gebracht (BOSS), de brigade Utrecht gaat op in de brigades Veluwe en Den Haag Beveiliging. Ook gaat de planning centraal en wordt de strategische, tactische en operationele intell in een zuil ondergebracht. Het LTC wordt uiteindelijk centraal gehuisvest op Camp New Amsterdam in Huis ter Heide. Voor het LTC wordt een nieuw gebouw gebouwd. Tot dat klaar is, zijn de stafonderdelen van het LTC gehuisvest op verschillende bestaande locaties.
Staf CKMar en OTC
Bij de Staf CKMar en het OTC is sprake van kleine aanpassingen. Die waren 5 jaar geleden al gereorganiseerd. Het cluster Intelligence van directie Operaties gaat bijvoorbeeld naar het LTC. Ook op IT-gebied verplaatsen enkele zaken naar het LTC. En zo zijn er meer kleine zaken, net als bij het OTC. Dat krijgt vooral extra instructeurs en ondersteuning voor het opleiden van meer personeel.
Brief
Iedereen heeft onlangs via zijn leidinggevende en/of per post een brief gekregen met codering 1, 2, 3 of 4. Daarin staat bijvoorbeeld of zijn of haar functie ongewijzigd blijft, verandert of verdwijnt. Mensen hadden 3 weken de tijd om een verzoek tot heroverweging in te dienen. Eind oktober gaat de KMar met de vakbonden om tafel om de verzoeken tot heroverweging te behandelen.
Praktijk
Van de Vreugde: “Deze reorganisatie gaat vooral over het opheffen van de districtstaven, zodat er 1 centrale staf LTC kan worden gevormd. De operationele teams worden bijna niet geraakt, en dat is het grootste deel van ons personeelsbestand. Het deel van de mensen voor wie er veel verandert, is in verhouding klein. In de meeste gevallen is dat al gebeurd; de meeste mensen werken al in de nieuwe situatie, bijvoorbeeld via een tijdelijke tewerkstelling. Daardoor verandert er voor hen in de praktijk niet zo veel meer. Maar voor een aantal mensen zal de reorganisatie toch ingrijpend kunnen zijn, bijvoorbeeld door het veranderen van locatie. Uiteindelijk verwacht ik niet dat er mensen in de problemen komen. Ik denk dat we iedereen die dat wil op een andere plek kunnen krijgen. We hebben namelijk genoeg werk; meer functies dan mensen.”
Aanpak
Van de Vreugde: “We zijn klein begonnen met de reorganisatie om in de praktijk onze ideeën te testen. Daarna hebben we pas een allesomvattend plan bedacht en ingevoerd. Dat werkt beter dan andersom, maar kost tijd. Ook heeft de reorganisatie 1,5 jaar stilgelegen door een conflict tussen de bonden en de minister van Defensie. Het traject is lang, maar één ding staat voor ons als een paal boven water: landelijke aansturing is de juiste weg. Deze wijze van opereren is al jaren onmisbaar.”