Informatiegestuurd optreden (IGO) is voor de Marechausee een bekend fenomeen. Sinds 2012 is deze nieuwe manier van werken en denken steeds meer doorgedrongen in de organisatie. De lopende reorganisatie om de districten definitief samen te voegen tot één Landelijk Tactisch Commando nadert zijn voltooiing. Tijd dus voor een IGO-update. Commandant Koninklijke Marechaussee luitenant-generaal Harry van den Brink geeft de laatste stand van zaken en kijkt vooruit.
De KMar werkt nu al een aantal jaren aan het steeds verder invoeren van informatiegestuurd optreden. Waarom ook alweer?
“De kern van informatiegestuurd optreden is om de Koninklijke Marechaussee dáár te brengen waar het werk is, zodat we zo goed mogelijk het effect kunnen hebben dat van ons verwacht wordt: zorgen voor de veiligheid van de staat. Informatie is daarvoor de basis. Ik geloof echt dat we de Koninklijke Marechaussee daarmee klaarmaken voor de toekomst. De keuze voor IGO is een hele goede geweest. Het heeft ons ontzettend veel gebracht. IGO is een beweging die we hebben ingezet en waarmee we door blijven gaan. Het is nooit klaar, het is een manier van denken.”
‘Er komt nu duidelijkheid voor veel mensen. De reorganisatie krijgt zijn beslag’
U trad middenin het dynamische veranderproces aan als commandant. De Marechaussee ging van gebiedsgebonden naar informatiegestuurd werken. U gaf aan dat u dat veranderproces wilde afmaken en van iedereen betrokkenheid verwachtte. Is dat sinds die tijd ook gebeurd?
“Eerst organiseren en dan reorganiseren. Dat was ons uitgangspunt. We zijn met elkaar aan de slag gegaan met op een andere manier werken en zijn daarna pas gaan reorganiseren. Op die manier wordt iedereen betrokken en gaat de energie zitten in het verbeteren van het werk, in plaats van in het praten over de structuur waarin dat moet plaatsvinden. Dat traject heeft uiteindelijk langer geduurd dan voorzien, omdat er een impasse ontstond in de onderhandelingen tussen de vorige minister en de bonden vanwege de arbeidsvoorwaarden. Ook waren daar de aanslagen in Europa, de migratiecrisis, de groei van de luchtvaart. In deze extreme situaties moesten we snel keuzes maken. We hebben direct geschakeld om de mensen daar te krijgen waar ze het meeste nodig waren. Geen gedoe over verschillende districten, maar 1 werkwijze en 1 systeem. IGO en centraal sturen heeft het mogelijk gemaakt dat we door de afgelopen periode zijn gekomen. Aan de andere kant heeft dat onterecht het beeld gewekt dat door IGO mensen kris kras door de organisatie worden gestuurd maar dat is dus niet wat IGO inhoudt. Door de mismatch tussen de groei van de taken en de hoeveelheid mensen, onder andere door een verhoogde uitstroom, maken we nu een moeilijke tijd door. Nu de balans tussen de hoeveelheid werk en de hoeveelheid beschikbare mensen langzaam weer positiever wordt, kunnen we de echte vruchten van IGO gaan plukken. Ik realiseer me dat dit niet op alle plaatsen direct merkbaar is, bijvoorbeeld waar veel ervaren collega’s de organisatie verlaten.”
De organisatie is inderdaad aardig door elkaar gehusseld en dat heeft in sommige gevallen gezorgd voor onrust. Heeft u dat ook gemerkt als commandant?
“Ik realiseer me heel goed hoe belastend het voor veel collega’s is om steeds maar weer ondersteuning op diverse plekken te moeten leveren. Dat heeft een zware wissel getrokken. Als commandant en collega ben ik trots op al die mensen die zich zo flexibel hebben getoond. Ik heb daar mateloos veel waardering voor. Des te moeilijker is te concluderen dat de randvoorwaarden destijds nog niet goed aangepast waren aan IGO. Daarin begint nu eindelijk verandering te komen. Er komt nu ook duidelijkheid voor veel mensen. De reorganisatie krijgt zijn beslag. We hebben geld gekregen om meer mensen aan te nemen. Onze werving loopt uitstekend, we investeren in het behoud van collega’s en we onderzoeken andere methoden van opleiding. Dat zal verlichting geven, maar heeft ook tijd nodig.”
‘We hebben de denkkracht van iedereen in de organisatie nodig om succesvol te zijn’
Wat staat ons nog allemaal te wachten?
“Wij bevinden ons nu in een interessante periode waarin er al veel gerealiseerd is en er nog veel op stapel staat: de reorganisatie van de Staf, het Landelijk Tactisch Commando en het OTCKMar krijgt zijn beslag, het OPSCENT is in bedrijf, er is een aantal pilots gestart op het gebied van onderwijs en adaptiviteit en er zijn duizenden mobiele devices waarmee we steeds meer kunnen. We hebben hard gewerkt en er is nog veel werk te doen. We moeten nu dieper de organisatie in, naar de brigades en de teams. Hoe werken we in de operatie? Wat is de ideale opzet van een team? Daarover moeten we met alle betrokkenen in gesprek gaan. Dat kan helaas niet met 6.000 man, maar ik vind het heel belangrijk dat iedereen er een goed gevoel bij heeft. Ik wil mensen uitnodigen om vooral naar voren te kijken en met elkaar in gesprek te gaan. Kom met ideeën. Als je denkt dat het beter kan, zeg het dan. We hebben de denkkracht van iedereen in de organisatie nodig om succesvol te zijn.”
Waarom is IGO er ook alweer?
De Koninklijke Marechaussee is al ruim 200 jaar daar waar het op aankomt. De fenomenen waar de Koninklijke Marechaussee tegenwoordig mee te maken heeft zijn internationaal, ontwikkelen zich snel en kunnen van grote impact zijn op de veiligheid van het Koninkrijk, het dagelijks leven en de vrijheden van burgers. Denk aan migratie, terrorisme en de steeds verder toenemende mobiliteit. Deze fenomenen vragen om een Koninklijke Marechaussee die snel en effectief kan inspelen op wat de veiligheidssituatie tegenwoordig vraagt. Daarom ontwikkelt de Koninklijke Marechaussee zich van een regionaal gebiedsgebonden organisatie naar een landelijke, informatiegestuurde organisatie.