Tekst Jack Oosthoek
Foto sergeant-majoor Gerben van Es
De Nederlandse delegatie op de vorige maand in de Chinese stad Wuhan gehouden Militaire Wereldspelen bestond niet alleen uit militaire sporters. Er ging ook een klein leger ondersteunend personeel mee, onder wie sportarts luitenant-kolonel Wessel Zimmermann van Trainingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie (TGTF) van de landmacht. De Defensiekrant stelde hem hier 5 vragen over.
1. Hoe is het gegaan?
“Goed. Bijzonder was dat niemand van de 160 Nederlandse sporters in China ernstig ziek werd of geblesseerd raakte, terwijl dit statistisch gezien wel te verwachten was. Ik denk dat we geluk hebben gehad. Een rol speelt ook dat onze sportende militairen amateurs zijn die fanatiek trainen, maar niet zo hard als topsporters. Ze hebben een militaire baan en kunnen zich niet 100% op de sport richten. Daardoor lopen ze in vergelijking met een topatleet minder kans op een overbelastingblessure.”
2. Wat viel u in Wuhan in medisch opzicht op?
“Er was 1 bijzonder geval, het scheurtje in een wenkbrauw dat bokser luitenant-ter-zee Thomas Oomen opliep in zijn partij tegen de Litouwer Algirdus Baniulis. Dat moest worden gehecht, maar de afspraak is dat sportartsen geen wonden in het aangezicht hechten. Dat is werk voor artsen op de EHBO. In het ziekenhuis in Wuhan kon ik regelen dat een plastisch chirurg Thomas zou hechten. Ik ben erbij gebleven om Thomas uit te leggen wat er allemaal gebeurde. De chirurg sprak namelijk geen Engels.”
3. Hoe was het gesteld met de fysieke conditie van de Nederlanders in Wuhan?
“De meesten deden in korte tijd aan meer wedstrijden mee dan ze in Nederland gewend zijn. Sommigen waren 3 dagen achtereen in touw en raakten flink vermoeid. Zoals gezegd liep niemand voor zover ik weet een blessure op. Dat duidt op een goede conditie, ervaring met topsport en wijsheid.”
'Sommigen waren 3 dagen achtereen in touw en raakten flink vermoeid'
4. Tijdens Militaire Wereldspelen levert een atleet flinke inspanningen. Wat doet dat met het lichaam?
“Grote inspanningen is voor sporters geen probleem. Het punt is dat je op tijd rust moet pakken, maar dan moet het wedstrijdschema dit wel toelaten. Zonder voldoende rust groeit de kans op blessures. Nee, de Wereldspelen waren geen aanslag op het lichaam van onze atleten. De meesten deden weliswaar meer dan thuis, maar sportten niet op een onverantwoorde manier.”
‘De Wereldspelen waren geen aanslag op het lichaam van de Nederlandse sporters’
5. Ook in mentaal opzicht heeft een megagroot evenement invloed op een atleet. Wat valt daarover te zeggen?
“Voor de meeste van onze sporters waren de Wereldspelen het grootste evenement waar ze ooit aan meededen. Als je, zoals in Wuhan, voor zoveel toeschouwers aan een wedstrijd meedoet, word je geestelijk sterker. Voor zover ik weet is er in Wuhan geen Nederlander ‘geknakt’. Iedereen heeft in veel opzichten ervaringen opgedaan die in de toekomst in wedstrijden in Nederland bruikbaar zijn.”
‘Voor zover ik weet is er in Wuhan geen Nederlander ‘geknakt’’