Tekst ritmeester Jessica Bode
Foto Archief

Gezamenlijk aanschafproject met België

Nederland en België investeren de komende jaren gezamenlijk in 12 nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen. In het kader van samenwerking krijgen de lidstaten er ieder 6 bij. En dat komt goed uit, want deze schepen worden regelmatig ingezet in binnen- en buitenland. Zo werd onlangs nog een zeemijn voor de kust van Zeeland geruimd.

De nieuwe schepen moeten de bemanning beter beschermen. Zo krijgen ze een uitgebreid pakket onbemande oppervlakte- en onderwatersystemen. Denk aan drones onder water, op het water en in de lucht, om de afstand tussen de bemanning en het projectiel zo groot mogelijk te maken. De marineschepen van 2.800 ton zijn verder erg stil, schokbestendig en zenden weinig elektromagnetische golven uit. Deze signalen kunnen mijnen laten afgaan.

Bemanning laat een SEAFOX in het water zakken om een mijn op te sporen en te identificeren. Het ‘unmanned underwater vehicle’ wordt vanuit de mijnenjachtcentrale bestuurd.

Ook M-fregatten

Naast de aanschaf van de mijnenbestrijdingsvaartuigen komen er ook gezamenlijke opleidingen, trainingen en operaties. Ook investeren de 2 buurlanden in 4 nieuwe, identieke M-fregatten, waarvan het onderhoud onderling wordt verdeeld. De landen werken overigens al jaren samen. Zo zijn de 6 huidige mijnenjagers ontworpen door Nederland, België en Frankrijk. De Fransen leverden de apparatuur, België het elektronische systeem en Nederland de voortstuwing. 

Zr. Ms. Makkum (M857)

Miljoenen mijnen

Wereldwijd liggen miljoenen mijnen in zeeën en kustgebieden. Alleen al in de Noordzee zijn er tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog honderdduizenden gedropt. De bestrijdingsvaartuigen van de marine worden dan ook regelmatig ingezet om ze op te sporen. Zo voeren op 24 juni Zr. Ms. Makkum en Zr. Ms. Urk vanuit London richting Vlissingen, toen ze onderweg op zoek gingen naar een niet-geëxplodeerde vliegtuigbom uit de laatste wereldoorlog. Na de lokalisatie van het projectiel werd het object 4 kilometer verplaatst om vervolgens op een veilige locatie tot ontploffing te worden gebracht.