Tekst Vanessa Strijbosch
Foto Diversen

Vernieuwd CMH onderscheidt zich van civiele zorg

Ik kwam er niet om te herstellen, ik kwam er om weer militair te worden

Een plek die je als militair liever wilt vermijden en waar je tegelijkertijd niet zonder kan: het Centraal Militair Hospitaal (CMH) aan de rand van Utrecht. Jaarlijks worden hier tienduizenden militairen geholpen, maar toch kiezen ook velen voor een behandeling in de burgermaaschappij.

“Ik kwam er niet om te herstellen, ik kwam er om weer militair te worden. Bij het CMH weten ze dat, daar spreken ze de taal van militairen. Ze luisteren naar je en lijntjes zijn kort.” Luitenant-kolonel Anton van den Belt raakte vorig jaar zomer zwaar geblesseerd aan zijn linkerbeen en voet na een ongelukkige val in Oostenrijk. Na 2 operaties en 5 maanden revalideren was hij boven verwachting snel weer inzetbaar. “Dat was niet mogelijk zonder de professionals van het CMH en Militair Revalidatie Centrum Doorn”, stelt hij. 

Van den Belt werd geopereerd in het CMH en revalideerde daar ook. Hij is erg te spreken over de persoonlijke benadering: “Zelfs de mensen bij de receptie kennen je.” (foto: eigen archief en sergeant Cinthia Nijssen.)

Snel inzetbaar

Een uitzonderlijk juichverhaal? Er zijn meer successen, weet orthopedisch chirurg kolonel Suzanne de Jong uit ervaring. Zij is gemilitariseerd arts en werkt sinds 2011 bij het CMH. “We hebben bijna ieder specialisme in huis. En als we het zelf niet kunnen, wijken we uit naar de buren: het Universitair Medisch Centrum Utrecht.” 

‘In een civiel ziekenhuis denken ze meer in beperkingen’

Een eyecatcher in het vernieuwde hospitaal is de muurschildering over de hele hoogte van het gebouw. (Foto: sergeant Sjoerd Hilckmann)

Meerwaarde

Sinds 1991 kunnen militairen in het CMH terecht. Het ziekenhuis is net weer heropend na een flinke verbouwing. Jaarlijks verwerkt het gemiddeld 30.000 consulten, ruim 2.000 operaties, 3.000 keuringen en 6.000 verpleegdagen. Dat lijkt een aanzienlijk aantal, maar toch zijn er nog militairen die de voorkeur geven aan het ziekenhuis om de hoek terwijl een behandeling in het CMH min of meer verplicht is. Waarom dit gebeurt en hoe groot deze ‘weglek’ is, is volgens het CMH lastig in te schatten. 

“Beter profileren”, vindt de luchtmachtoverste, die een verbeterpunt ziet. “Ze zouden aan de hand van meetbare resultaten beter inzichtelijk kunnen maken waarom ze zulk goed werk leveren. Het CMH moet minder bescheiden zijn.” Orthopeed De Jong denkt te weten hoe dat moet: “Dan is het aan ons om de kwaliteit te blijven bieden.”

Doelen stellen

“In een civiel ziekenhuis word je geopereerd en daarna wensen ze je succes met de revalidatie”, vervolgt Van den Belt. “Ook denken ze daar meer in beperkingen. Bij het CMH voelden ze goed aan dat het belangrijk voor me was om tijdens de revalidatie te blijven werken. We stelden samen ambitieuze doelen en tegelijkertijd bleven we goed monitoren. Dat werkte fantastisch.”

De afgelopen 3 jaar werd het hospitaal grondig verbouwd. Er kwamen een ambulante GGZ-kliniek, een nieuw tandheelkundig centrum en een bloedbank bij. “Het CMH is een arm om de schouder van de gewonde militair en van zijn of haar familie”, sprak defensieminister Ank Bijleveld lovend tijdens de heropening in mei. (Foto: Rob Gieling)

Zorg

Het militair ziekenhuis zorgt voor specialistische tweedelijns zorg. De behandelingen zijn gericht op het weer inzetbaar maken van militairen. Het ziekenhuis levert gegarandeerde opvangcapaciteit en geeft specialistisch advies over medische geschiktheid en inzetbaarheid. Er werkt militair geneeskundig personeel dat ook op uitzending gaat en er wordt nauw samengewerkt met het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Een deel van de zorg vindt op die locatie plaats en er wordt personeel uitgewisseld.