02

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 12

Herdenken, vieren en waarderen

Tekst Evert Brouwer
Foto Louis Meulstee

Nederlandse militairen bij 75 jaar D-Day

Een vrolijke donkere krullenkop kijkt bij Saint-Auban d’Arquenay de wereld in. Het is een foto op een lantaarnpaal van korporaal Lucien Fourer, een Franse fuselier die op D-Day landde op de Normandische kust en 4 dagen later omkwam na de geallieerde invasie. 

75 jaar later staat de ongeveer even oude fuselier Ramon Hauser (21) in Arromanches-les-Bains in de houding, ter nagedachtenis aan D-Day en de landing van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene. Zijn eenheid, 17 Pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene (17 Painfbat GFPI) dat de traditie voortzet, is met dik 300 man naar de Normandische kust afgereisd om de plechtigheden bij te wonen. “Het is van groot belang om te blijven herdenken, vieren en waarderen”, vindt hun commandant, luitenant-kolonel Haran Gorrissen.

17 Pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene marcheert het plein op voor de herdenking in Arromanches.

Nestor

Dat doet het bataljon samen met de - voor zover bekend - laatste 3 Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de Prinses Irenebrigade dienden. Generaal-majoor buiten dienst Rudi Hemmes (95) kwam daadwerkelijk met de eerste Nederlanders aan land. Hij is de nestor. De jonkies Max Wolff (93) - hij werd vanwege zijn talenkennis ‘uitgeleend’ aan een Britse eenheid - en de zeer kwieke Karel Zwart (ook 93) sloten zich later bij de Prinses Irenebrigade aan. 

Max Wolff kwam na veel omzwervingen door bezet Europa in 1944 in Engeland aan. Omdat hij goed Frans en Engels sprak, werd hij uit de brigade gehaald en als tolk ingezet bij Brits-Canadese troepen.

Generaal-majoor buiten dienst Rudi Hemmes begroet minister Bijleveld voor de ceremonie in Arromanches. Rechts kijken Karel Zwart (zittend) en luitenant-kolonel Haran Gorissen lachend toe.

Hells Corner

 “We hebben heel wat gevechten meegemaakt. Maar we hadden het geluk dat er geen patroon met onze naam erop voorbij is gekomen”, zegt generaal Hemmes tijdens de herdenking het Prinses Irenemonument bij Breville-les-Monts, beter bekend als Hells Corner. Het is een heuvel die zicht biedt op een groot deel van Normandië en daarmee een tactisch belangrijk punt. Daar viel in augustus 1944 de eerste dode te betreuren. Wachtmeester Piet Lammers – nota bene de componist van de Irenemars - zat een brief te lezen onder een boom, toen de Duitsers de zoveelste mortieraanval inzetten op de Nederlanders. “Ik betreur het dat er nog maar zo weinig van ons zijn, die het kunnen navertellen. Bij de eerste herdenking waren we nog met 70 man, nu zijn een uitstervend ras”, mijmerde Hemmes.

Generaal-majoor b.d. Rudi Hemmes en commandant 17 Painfbat GFPI luitenant-kolonel Harran Gorissen brengen na een plechtigheid de eregroet bij het monument van de Prinses Irenebrigade.

Minister

Ronduit boos worden de 3 veteranen als er smalend over de inzet van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene (KNBPI) wordt gedaan, omdat de circa 1.200 Nederlanders ruim een maand na D-Day in Normandië aankwamen. Er is hard gevochten, zeker bij Hells Corner. Pont Audemer was het eerste dorp dat werd bevrijd door de brigade, die via België opstoomde naar Nederland. Vandaar dat elke 6e juni in Arromanches een Nederlandse herdenking plaats heeft, altijd met een delegatie van 17 Pantserinfanteriebataljon. Dit keer ook in aanwezigheid van minister Ank Bijleveld en de Franse staatssecretaris Marie Darieussecq. “Rudi Hemmes, Max Wolff en Karel Zwart waren erbij op dat beslissende moment in de Tweede Wereldoorlog. Zij geven kleur aan de zwart-wit beelden die we van toen hebben”, stelt de minister. “Nu zijn jullie oude, wijze mannen, maar nog steeds ‘onze jongens’.”

Meer zien van de activiteiten rondom de herdenking van D-day? Bekijk de video!

Invasiekoord

De bezoeken van 17 Pantserinfanteriebataljon uit Oirschot staan altijd bol van de tradities. Ook dit keer ontvangen 53 militairen die bij of met deze eenheid dienen het oranje-blauwe invasiekoord op het strand van Arromanches, gevolgd door hun ‘doop’ in de Atlantische Oceaan (grote foto onder). Generaal b.d. Hemmes is de eerste die ze mag feliciteren. “Wij waren trots op het koord, draag het met dezelfde trots”, geeft de superveteraan de jonge fuseliers mee.

Ook Karel Zwart komt aan de beurt, als hij tot erelid van de vereniging van onderofficieren wordt gehuldigd. “Karel is onze oudst bekende onderofficier bij het bataljon. Hij is destijds in Indië door zijn eigen mannen voorgedragen om te worden bevorderd tot onderofficier. Dat maakt hem extra bijzonder”, vindt bataljonsadjudant Dennis van de Wijngaart.

Van links naar rechts: 1. Adjudant b.d. Karel Zwart in gesprek met de pers. 2. Aankomst van 17 Painbat GFPI op het strand van Arromanches, onder grote belangstelling, 3. Fuselier 1 Angelo van der Heijden wordt op het strand bevorderd, 4. Karel Zwart, trots erelid van de onderofficiersvereniging (ROOV),