Tekst Djenna Perreijn
Foto Paul Tolenaar
Zeldzame openstelling bunkers
1 keer per jaar opent het hek met bordje 'VERBODEN TOEGANG' in het Staelduinse Bos. Tijdens bunkernacht in het Westlandse 's-Gravenzande gaan bezoekers terug in de tijd: toen het bos werd gebruikt door de Duitse bezetter als hoofdkwartier van hun vesting. In een cirkel geplaatste bunkers vormen een mytisch geheel. "Misschien liggen er nog soldaten."
Hoge oerbomen torenen hoog boven de grijze kolossen uit. De muren van gewapend beton zijn 3 meter dik, waardoor de vertrekken binnenin helemaal niet zo groot zijn. Buurmeisjes Lisa en Myrthe zagen nog nooit eerder een bunker in het echt, maar weten er wel het een en ander over. "Als Lisa op school geschiedenisles heeft gehad, vraagt ze haar opa er thuis honderduit over", vertelt oma terwijl ze langs de bouwwerken lopen. Een andere bezoekster woont in de buurt en wandelt wekelijks door het bos, maar nooit in het afgesloten deel. "Wat niet mag, trekt natuurlijk extra aan. Ik vind het heel bijzonder om door beschermd natuurgebied met zoveel geschiedenis te lopen."
Eigen oprijlaan
De bunkers werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gebouwd als wasgebouw, hospitaal, manschappenverblijf en keuken. In de allergrootste bunker, in het midden van de cirkel, woonde de commandant. "Die had zelfs een eigen oprijlaan en een badkuip", weet Peter de Krom, gids van het Zuid-Hollands Landschap. Na de oorlog kwam het 'bunkerbos' in handen van Defensie (zie kader onder). De Rotterdamse Golfclub liet haar oog in de jaren 60 op het openbare deel vallen. Zij zagen er een mooie plek voor een golfbaan in, maar na een jarenlange discussie ging dat niet door. Wel stond de familie Van Rijckevorssel, van oudsher eigenaar, het openbare deel af aan het Zuid-Hollands Landschap. Het militaire deel, het ‘bunkerbos’, volgde toen Defensie in 1987 vertrok.
Kernkoppen
Het Staelduinse Bos ligt op eeuwenoude rivierduinen en speelde in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol. Eerst in 1940, toen 130 Duitse militairen van de luchtlandingstroepen zich aan de rand van het bos ingroeven. Nederlandse verdedigers deden enkele tegenaanvallen, maar na 5 dagen capituleerde Nederland. 2 jaar later maakten de Duitsers van het bos het hoofdkwartier van de vesting in Hoek van Holland.
Na de oorlog keerde de rust niet terug. Defensie gebruikte de bunkers tijdens de Koude Oorlog als munitieopslagplaats. Naar verluid lagen er ook Amerikaanse kernkoppen. Een geschilderde tekst aan de zijkant van de bunker zou hier vandaag de dag nog op wijzen: 'verboden toegang, gevaarlijke radioactieve stoffen', staat in goed leesbare letters op het beton. De Krom: "Mijn moeder heeft hier nog zwaar geprotesteerd.” Maar bewijs werd nooit geleverd. Toen Defensie in 1987 het bos overdroeg aan het Zuid-Hollands Landschap, verklaarde de minister voor een laatste keer dat er nooit onderdelen van kernwapens hadden gelegen.
Bat detector
Tegenwoordig wonen honderden vleermuizen in de bunkers en lijken zij de meeste zeggenschap te hebben over wat er wel en vooral niet gebeurt. Als de diertjes gestoord worden, vluchten ze en komen ze nooit meer terug. Slechts eens per jaar mag iemand in de bunker om de vleermuizen te tellen. "Die uitverkorene ben ik helaas nog nooit geweest", vertelt gids en natuurexpert Willem-Jan. Ook vandaag heeft hij geen geluk en laten de gevleugelden zich niet zien. "Waarschijnlijk zijn ze nu aan het jagen in het bos", vertelt hij terwijl hij zijn bat detector continu in de gaten houdt. "Op dit apparaatje worden hun ultrasone geluiden omgezet in tonen die wij kunnen horen." Zo weet Willem-Jan wanneer er vleermuizen in de buurt zijn en zelfs welke soort.
Natuur
De natuur vindt altijd haar weg, zelfs als er grote bunkers in worden gebouwd. Zo gebruiken slakken het kalk van het beton om hun eigen huisjes van te maken. Bunkers van bunkers dus. Verder groeien er 50 verschillende soorten mos op de bunkers, waaronder heel zeldzame.
Kale ruimte
Dan is het eindelijk tijd om een bunker van binnen te bekijken. Door een donkere gang mogen de kinderen als eerste naar binnen. "Misschien liggen er nog soldaten", griezelt een meisje. "Dat dachten wij in het begin ook, maar iedereen is weg en alles is netjes opgeruimd", stelt Peter haar gerust. De kleine ruimte heeft een plafond van roestig metaal en muren van kaal beton. Peter: "Meer is het ook eigenlijk niet. Het was perfect om munitie in op te slaan.” Ietwat teleurgesteld lopen de kinderen terug naar buiten, waar het laatste restje daglicht inmiddels is verdwenen.
Maar hoe meer de gidsen vertellen, hoe beter de historie bij de bezoekers gaat leven. Met hun zaklampen schijnen ze op grote foto's, waarop bijvoorbeeld te zien is hoe Duitse soldaten genieten van een theatervoorstelling in de 'aula', een bunker voor ontspanning. "Die stond precies hier", vertelt Peter terwijl hij naar een restant van een muurtje wijst. Begin deze eeuw werd de bunker gesloopt. "Hoewel kolonel Erich Neumann zijn manschappen veelvuldig liet oefenen, was het natuurlijk ook gewoon heel saai om maar te wachten op de vijand."