Tekst Saminna van den Bulk
Foto sergeant-majoor Gerben van Es
Veteraan Jos Gelissen schildert PTSS van hem af
Wat de Kromhoutkazerne en Kensington Palace met elkaar gemeen hebben? Op beide plekken hangt een kunstwerk van veteraan Jos Gelissen (62). De ‘infanterist in hart en nieren’ leed aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS), maar wist dat te bedwingen met een penseel in de hand.
“Welkom in mijn atelier”, zegt Gelissen, als hij een achter kasten verborgen hoek in zijn woonkamer betreedt. Aan de muur bakjes met potloden en kwasten. In het midden van de ruimte een gigantische werktafel. Het is de plek waar Gelissen al tientallen portretten en militaire kunstwerken maakte onder de naam JoGeArt.
De veteraan werkt op de Bernhardkazerne Amersfoort. Daar schrijft hij mee aan het handboek Air Manoeuvre optreden, na een carrière bij de 41 Gemechaniseerde Brigade (jaren 80) en 11 Luchtmobiele Brigade (jaren 90 tot 2007).
Opgepakt en gegijzeld
Schilderen begon als een vorm van therapie. “Ik was in 1995 instructeur Tactiek. Stond voor de klas, maar had nooit een uitzending meegemaakt.” Daarom ging hij naar Bosnië, om in Sarajevo aan de slag te gaan als United Nations Military Observer (UNMO). “Na koud een maand werd ik opgepakt. Samen met 2 andere Nederlanders.”
4 weken lang werd hij gegijzeld, vastgebonden aan een trap bij een hospitaal, geketend aan een vlaggenmast van een kazerne en aan de deur van een bunker. “Mijn motto: ik ben van het paard gevallen, maar ik wil toch paardrijden. Dus 10 dagen later ging ik weer terug op uitzending. Ik dacht alsmaar ‘dit moet ik kunnen’. Ik wilde mezelf testen, bewijzen.”
Vluchten
Bij terugkomst kreeg hij herbelevingen van zijn tijd in Bosnië. Gelissen vluchtte in sport, eten, werk en drank. “Eigenlijk was ik er niet. Ik probeerde de deksel op de pan te houden. Om de tsunami aan emoties tegen te houden.”
‘Ik probeerde de tsunami aan emoties tegen te houden.’
In 2004 ging het mis. Hij kreeg een psychose, een hallucinatie die niet van echt te onderscheiden was. Gelissen ‘zag’ gewapende militairen zijn tuin binnenvallen. Gebood zijn gezin te schuilen in de woonkamer. “Ik had mezelf niet meer in de hand.”
Kwast en kalmte
Hij werd opgenomen in het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht. Voor zijn PTSS kreeg hij creatieve therapie. Een eerste stap naar genezing maakte hij met een potlood. “Zodra ik ging tekenen belandde ik in een andere, afgesloten wereld. Het bracht rust.” Al snel begon hij te schilderen. Hij ging aan de slag met de airbrush en leerde composities maken op de computer. De emoties, de onmacht: hij bracht het allemaal in beeld. “Ik heb in die zin PTSS van me af geschilderd.”
Hij wijst naar een groot rood kunstwerk, waarop 2 versies van dezelfde persoon te zien zijn. De een kalm. De ander woest, verdrietig en in de war. Het kunstwerk laat een diepe indruk achter bij militairen. “Ik heb meegemaakt dat een Korea-ganger spontaan in tranen uitbarstte.”
Waarde
Gelissen is nu, naast zijn werk bij Defensie, zelfstandig ondernemer. “Mensen willen iemand iets cadeau doen. Ze willen iets geven dat waarde heeft voor de persoon. Dan voel ik mij gestreeld.” Voor de geniecompagnie werkt hij op dit moment aan een werk van 1.80 bij 1 meter. “Daar ben ik dan wel een paar maanden mee bezig.”
“99% van zijn creaties heeft een link met Defensie.” De werken hangen in het Nationaal Militair Museum in Soesterberg, de Kromhoutkazerne en… "Kensington Palace”, lacht Gelissen. “Het team van de Invictus Games zocht een geschenk voor prins Harry. De Britse prins kreeg het cadeau oktober vorig jaar aangeboden. “Een eer. Hij heeft een echte JoGe hangen.”
Litteken
Hij liep trauma’s op als militair en toch speelt juist het soldatenleven een grote rol in zijn werken. “Wat mij is overkomen, is een uitzondering. Dat heb ik Defensie nooit verweten. Ik ben een infanterist in hart en nieren, mijn hart ligt bij de luchtmobiele brigade.” Defensie zal dan ook altijd een rol blijven spelen in zijn kunst. “Ik heb de PTSS een gezicht gegeven. Zo kan ik het achter me laten. Ooit was PTSS een wond, nu een litteken.”