Tekst Evert Brouwer
Foto sergeant Hille Hillinga en korporaal Jasper Verolme
'Ik wil ervan genieten, met een hoofletter G'
Van 20 tot 27 oktober zijn de Invictus Games. Na Londen (2014), Orlando (2016) en Toronto (2017) is nu Sydney in Australië aan de beurt om de spelen voor zichtbaar en onzichtbaar gewonde (oud-)militairen te houden. Ruim 500 deelnemers uit 18 landen treden in de voormalige Olympische arena aan op 11 sportonderdelen. Nederland doet met 24 atleten mee, die allen hun eigen verhaal hebben. Zoals Alina Zoet (42), die een posttraumatische stressstoornis (PTSS) opliep in Kosovo. “Ik hoop vurig dat de Invictus Games het begin van het herstel zijn. Niet alleen voor mij.”
De rit van Elburg naar het Militair Revalidatiecentrum in Doorn is vaak al een opgave. Dus kijkt Alina Zoet bepaald niet uit naar het retourtje Sydney dat in oktober op het programma staat. Ze komt in Australië uit op de onderdelen powerliften, roeien en, ja echt, rolstoelbasketbal. Oud-Invictusganger Therry Duitman van Crossfitbox Kampen haalde haar over een keertje mee te trainen in Doorn met basketbal. “Had ik 10 jaar geleden maar geweten hoe leuk het is. De sport is geweldig. En wat een fijne ploeg.”
Opname
Een verhaal als dat van Alina Zoet is binnen de groep van Invictusgangers wel vaker gehoord. Een uitzending, in haar geval naar Kosovo (1999), een aantal incidenten en geen verwerking van de gebeurtenissen na terugkeer. Met als gevolg een opeenstapeling van problemen op werk en in het privéleven. Het resultaat is een opname in de PTSS-kliniek van het Sinaï Centrum in Amstelveen in 2009 en ze heeft ook nu nog een lange weg te gaan.
Op pad
Aanvankelijk speelt Defensie geen rol in het jonge leven van Alina Zoet, beschermd opgegroeid in de kleine gemeenschap van Elburg. Ze volgt plichtmatig een MBO-opleiding en zou even monotoon doorstromen naar het HBO. Op zoek naar avontuur stapt ze, zonder haar ouders in te lichten, een banenwinkel van de landmacht binnen. “Ik had geen idee wat ik moest verwachten. Het enige dat ik hoorde was dat ik waarschijnlijk veel van huis zou zijn. Dat sprak me wel aan.”
Na de AMO en de functie-opleiding in Ede stroomt de korporaal als postcommandant in bij het 2e peloton van 107 Radiocompagnie. “We waren 35 tot 40 weken per jaar op pad met diverse oefenende eenheden. Hongarije, Polen, Duitsland, Engeland, we kwamen overal. Precies wat ik wilde.”
In februari 1999 begint de spanning bij de compagnie toe te nemen. Er gloort een uitzending naar Kosovo, dat dan nog deel uitmaakt van de republiek Servië. Die onrust wordt nog versterkt omdat ze in augustus gaat trouwen. Pas eind juni valt de beslissing over KFOR. “Er was geen twijfel over of ik zou meegaan. Ik kreeg tijdens m'n uitzending pas toestemming om 10 dagen verlof in augustus op te nemen voor de bruiloft.”
Pech
Wat een redelijk rustige missie voor de verbindelaars lijkt, pakt in de praktijk anders uit. Alina Zoet komt als enige vrouwelijke militair op een Turks kamp terecht. Aanvankelijk weigert de commandant haar toe te laten. “Het was er vreselijk voor mij. Wat ik het ergste vond, is dat ik geen klankbord had.”
De kans om van het kamp te gaan grijpt korporaal Zoet met beide handen aan. “We kregen door een tekort aan personeel steeds meer taken. Wachtlopen, patrouilleren.” Zo helpt ze ook met de verplaatsing van een konvooi met Servische burgers, die terug naar hun land moesten vanwege de aanhoudende onrust in het gebied. “Natuurlijk kregen we midden in de stad pech met een paar voertuigen. Dat leidde tot een oploop van Albanezen die dreigend op ons afkwamen. Dan sta je volstrekt machteloos en het had heel fout kunnen aflopen. Je weet immers niet wat een oorlog met mensen doet.”
Het gaat goed, maar die dag en nog een paar nare ervaringen, keren als een boemerang in haar dromen terug. “Mijn bruiloft? Ik weet er echt niks meer van.” Na terugkeer uit Kosovo loopt Alina Zoet nog een dik jaar op de kazerne in Nederland rond, maar ze kan haar draai niet vinden. In 2001 besluit ze er de brui aan te geven. “Ik wilde huisje-boompje-beestje. Dacht ik.”
Schuldgevoel
Maar ook thuis gaat het snel bergafwaarts. Tijdens het gesprek breekt de oud-militair van 107 Radiocompagnie een paar keer, zeker als haar ex-man, voormalige schoonouders en haar 2 kinderen ter sprake komen. “Ik heb naar hen toe een enorm schuldgevoel, al weet ik dat ik er niet veel aan kan doen.” Het is voor haar omgeving duidelijk dat er iets danig mis gaat met Alina. Ze kan geen rust vinden en heeft inmiddels meer dan 12 ambachten en 13 ongelukken achter de rug en vlucht in een andere relatie. “Voor mijn ex, de kinderen en mijn ouders een vreselijke tijd.” Ze stort in, waarna haar ouders haar laten haar opnemen in Amstelveen. Haar (ex-)schoonfamilie kent uit het verleden de problematiek van PTSS en zorgt voor steun. “Zij en natuurlijk mijn ouders hebben geweldig hun best gedaan voor de kinderen en mij, daar ben ik heel dankbaar voor.”
Thuiskomen
Na 9 jaren van hard vallen en weer opkrabbelen, komt het leven van Alina Zoet stukje bij beetje op de rit. Ook privé. “Ik moet na de Invictus Games met traumaverwerking aan de slag. Slapen doe ik nauwelijks, meestal kruip ik diep weg onder een dekentje op de bank. Ik moet mezelf ertoe zetten om te gaan roeien. Het is een sport waarbij je constant het riedeltje benen, armen, rug moet afdraaien. Doodsaai, maar het helpt me om de gedachten te verzetten. Mijn energie kan ik behalve in rolstoelbasketbal kwijt bij powerliften. Mijn ploeggenoten Ata (Demirtas) en Jyri (Struyk) zijn fijne gasten, coach en wereldkampioene Ielja Striek denkt op alle vlakken met ons mee. We begrijpen elkaar. Die trainingen voor de Invictus Games halen mij uit mijn isolement. Een beetje een cliché, maar het voelt als thuiskomen. Het groepsgevoel zoals je dat kent van de landmacht, dat mis ik nog steeds.” Haar ultieme doel? “Leren accepteren dat de PTSS er nu eenmaal is en daarna mijn grenzen verleggen. Maar eerst wil ik van alles rond de Invictus Games genieten. Met een hoofdletter G.”