Deze week maakten Defensie en de vakbonden voor defensiepersoneel bekend dat er een onderhandelingsresultaat ligt voor nieuwe arbeidsvoorwaarden die op 1 oktober van dit jaar van kracht zouden moeten worden. Alle reden om staatssecretaris Barbara Visser 5 vragen over dit resultaat te stellen.

Staatssecretaris van Defensie Barbara Visser.

1. De loonsverhoging bij Defensie lijkt minder hoog dan die van het sector Rijk. Hoe kan dat?

“Laat ik beginnen met te zeggen dat ik blij ben dat we een resultaat hebben bereikt waarbij we belangrijke stappen zetten, namelijk een nieuw evenwichtig pensioenstelsel voor onze militairen en een verhoging van de salarissen. Ook zetten we een eerste stap in de modernisering en verhoging van toelagen, maar we zijn er nog niet. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is de loonstijging van Defensie niet lager dan die van de sector Rijk maar vergelijkbaar. Ons resultaat kent een salarisstijging van 3,9% en een verhoging van de eindejaarsuitkering met 1,93%. Dat is in totaal 5,83%. Omdat we op 1 januari ook al een loonsverhoging hebben gehad van 1,5% en een stijging van de eindejaarsuitkering van 0,2%, komen we vergeleken met de looptijd van de CAO Rijk uit op een totale stijging die net iets hoger is dan de 7% bij het Rijk Ik ben blij dat we hiermee eindelijk invulling geven aan de belofte om een volledige eindejaarsuitkering in te voeren.”

2. Waarom komt er een nieuw pensioenstelsel voor militairen?

“Met deze belangrijke stap komen we tot een evenwichtig pensioen voor alle rangen en generaties. Het huidige stelsel is erg nadelig voor jonge militairen die voor hun 35ste de dienst verlaten of die weinig carrièrestappen maken. Zij bouwen over hun diensttijd nauwelijks pensioen op, maar betalen wel mee aan het pensioen van hun oudere collega’s. Door de investeringen van Defensie in het nieuwe middelloonpensioen gaan de meeste militairen een veel beter pensioen opbouwen dan in de huidige eindloonregeling, terwijl hun inkomen gelijk blijft of verbetert. Er komt geen verandering in de al opgebouwde rechten. Voor die beperkte groep collega’s waarvan de verwachte pensioenaanspraken lager uit kunnen vallen, komen er verzachtende maatregelen met een tijdelijk karakter. Defensie heeft voor deze maatregelen extra geld beschikbaar gekregen uit het Regeerakkoord. Dit gaat dus niet ten koste van de loonruimte. Omdat de gevolgen per collega in deze groep zullen verschillen, kan ik nu nog niet zeggen voor wie dit geldt. Dat moet per persoon worden berekend. Binnenkort gaan we ook een systeem met zogenoemde ‘maatmensen’ inrichten dat we zullen gebruiken om rekenvoorbeelden te kunnen maken.”

3. Was het moeilijk om tot een resultaat te komen?

“Zoals het hoort, hebben de bonden aan de onderhandelingstafel flink voor het personeel geknokt en het uiteindelijke resultaat mag er zijn. Ik ben tevreden dat we samen een goed onderhandelingsakkoord hebben bereikt. Dat is goed want we komen van ver. Maar er ligt voor komend jaar nog een forse opdracht want het onderhandelingsresultaat kun je zien als een eerste stap. Er is nog veel aan te passen, bijvoorbeeld als het gaat om het ‘loongebouw’ of - zoals gezegd - de toelagen. We investeren momenteel als kabinet veel in Defensie, het is natuurlijk mooi dat er allerlei nieuwe systemen worden aangeschaft of reservedelen maar het gaat uiteindelijk om de mensen die er mee moeten werken. Die, de mannen en vrouwen van de krijgsmacht, militairen en burgers verdienen ook arbeidsvoorwaarden die passen bij hun inzet en moeten kunnen vertrouwen op onze inzet als defensieleiding.”

Barbara Visser: "We hebben de weg naar boven gevonden en dat geldt ook voor de arbeidsvoorwaarden."

4. Komen de burgers wel aan bod in dit resultaat?

“De loonstijging geldt net zo goed voor ons burgerpersoneel. Daarnaast beginnen we bij de burgers nu serieus met loopbaanontwikkeling. Iets dat we al veel langer bij de militairen kennen. Het wordt voor burgers ook makkelijker om binnen of buiten Defensie nieuwe ervaring op te doen. In het burgerpensioen verandert er niets omdat zij in 2004 al zijn overgegaan naar een middenloonpensioen.”

5. Hoe nu verder?

“De komende weken gaan we in het land uitleggen wat het resultaat voor het personeel betekent. De bonden doen dat ook. Mijn advies aan iedereen is: Laat je vooral goed informeren! Ik realiseer me bijvoorbeeld dat niet iedereen - zeker de jongere collega’s - nu al met z’n pensioen bezig is en dat we moeten bouwen aan het vertrouwen. Ik hoop dat de bonden uiteindelijk met het resultaat akkoord kunnen gaan. We zetten dan een belangrijke stap en dat schept vertrouwen voor de toekomst. We zijn er echter nog niet. Defensie zal zich de komende jaren extra moeten inspannen om een aantrekkelijkere werkgever te zijn en te blijven. Goede en concurrerende arbeidsvoorwaarden zijn daarbij belangrijk. Daarvoor zullen we het loongebouw en het stelsel van toelagen bij Defensie tegen het licht moeten houden. Vooruitlopend op deze afspraak is het verhogen van een aantal toelagen in dit akkoord een eerste stap. Tegelijkertijd vind ik het ook belangrijk dat onze militairen goed en veilig hun werk kunnen doen. Daarvoor doen we nu eindelijk de broodnodige investeringen. We hebben de weg naar boven gevonden en dat geldt ook voor de arbeidsvoorwaarden.”

Meer informatie over het onderhandelingsresultaat kun je vinden op het intranet van Defensie en op de internetsite www.defensie.nl