Tekst Vanessa Strijbosch
Foto Jarno Kraayvanger

Militairen zoeken vermiste Britse vlieger in Drents weiland

Het zat de 92-jarige Jan Postma bijna zijn hele leven dwars: ergens in het boerenland van Ruinerwold ligt het lichaam van een vermiste Britse vlieger. De 18-jarige Postma was op 29 december 1943 getuige van het neerstorten van een Halifax ZA-X bommenwerper. Door de Duitsers werd hij later gesommeerd het gat van de krater te dichten, met het lichaam van een van de bemanningsleden er nog in. 75 jaar later blijft deze trieste gebeurtenis de gemoederen bezighouden. De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) deed eind vorige maand een nieuwe poging de stoffelijke resten te vinden.

De traumatische ervaring laat de inmiddels hoogbejaarde Postma niet meer los. Als zijn dochter het verhaal van haar vader op Facebook publiceert, trekt dit de aandacht. Onder andere van de Britse autoriteiten, die vervolgens contact zochten met het BIDKL. Eerste luitenant Patric van Aalderen kende deze zaak al sinds 2011. De identificatiespecialist bijt zich vast in het dossier. Het leidt in 2017 tot een grootschalige zoekactie in Ruinerwold, voornamelijk op basis van aanwijzingen van Postma. Helaas treffen de experts alleen maar zand aan op de afgravingslocatie. 

Nieuwe locatie

Al snel wordt een vervolgstudie opgezet: diverse luchtfoto’s, kaarten en documentatie worden nauwkeurig bestudeerd. Analyse leidt tot een nieuwe locatie, die eveneens strookt met de verklaringen van Postma. Nogmaals komt het BIDKL in actie. 

Adrenaline

Voor eerste luitenant Patric van Aalderen was het vinden van de Britse vlieger ontzettend belangrijk. Al vanaf 2011 houdt hij zich namens de BIDKL bezig met de zoektocht en hij voelt zich zeer betrokken bij het onderzoek. Van Aalderen had goede hoop het vermiste bemanningslid dit keer te vinden. “Al snel nadat we de toplaag verwijderden, vonden we de krater. Daar hoopten we ook op. De krater bewees dat er meer vliegtuigonderdelen moesten liggen. Iedereen was superblij. We voelden de adrenaline. Dat zou dus kunnen betekenen dat het lichaam daar ook nog lag.” 

Ter nagedachtenis aan de vliegtuigcrash is, ongeveer op de plaats waar de Britse bommenwerper is neergestort, een plaquette met het wapen van 10 Squadron opgehangen. 

'Het is zo jammer dat het nu niet afgesloten kan worden'

Tegenslag

Echter, na 2 dagen zijn geen stoffelijke resten gevonden. Een teleurstelling. Niet alleen voor de nabestaanden, ook voor de betrokken militairen was het een tegenslag. “We waren hier voor de tweede keer. Met hele goede hoop. Alles wees erop dat we juist zaten. Het is zo jammer dat het nu niet afgesloten kan worden. Voor nabestaanden en direct betrokkenen is het heel belangrijk om iemand te identificeren. Pas dan kunnen ze verder met de rouwverwerking. Maar bovendien, zo’n iemand verdient een fatsoenlijk en eervol graf.”   

Oneervol gedumpt in krater

Staartschutter sergeant Phillip John Greenmon is 21 als hij samen met zijn 6 kameraden van de luchtmacht in de Halifax ZA-X op 29 december 1943 koers zet richting Berlijn voor een luchtaanval. Boven Drenthe gaat het mis. Een Duitse nachtjager onderschept de bommenwerper en de Halifax stort neer. Alle bemanningsleden komen om. 6 lichamen worden geborgen en in Ruinerwold begraven. 2 van de 6 kunnen niet worden geïdentificeerd. Het 7e bemanningslid wordt later door de Duitsers gevonden in het wrak van het vliegtuig. Vermoedelijk gaat het om Phillip Greenmon. De Duitse autoriteiten bevelen ooggetuige Jan Postma om het lichaam in de krater af te dekken met een stuk vleugel van het vliegtuig en het gat te dichten. Tot op de dag van vandaag is het lichaam spoorloos.