Tekst ritmeester Jessica Bode en Gielt Algra
Foto Louis Meulstee

Draaginsigne Gewonden voor Leo Hendrikx

74 jaar na dato heeft de zeer vitale, 94-jarige voormalig Spitfire-piloot Leo Hendrikx een bijzonder ereteken gekregen. In het dorp van zijn jeugd kreeg een van de nog laatst levende Engelandvaarders het Draaginsigne Gewonden (DIG).

Het voormalig klooster aan het Kerkpad in het Limburgse Horn, nu een hotel, was voor Hendrikx afgelopen maandag even het centrum van de wereld. “Het was zo’n mooie en gezellige avond”, blikt de veteraan tevreden terug. “Een onderscheiding voor gewonden klinkt wat vreemd. Het is natuurlijk geen bedankje, omdat ik gewond ben geraakt. Het is een kwestie van erkenning voor wat me is overkomen.”

Generaal-majoor Mario Verbeek, plaatsvervangend commandant van de luchtmacht, overhandigt het Draaginsigne Gewonden aan Leo Hendrikx.

´Ik wilde weg´

Hendrikx groeide op in Horn en zag op 10 mei 1940, als 16-jarige, hoe Duitse bezettingstroepen zijn dorp binnenmarcheerden. Van een oom uit Venlo had hij al vernomen wat het nazisme in de praktijk betekende. “Daarom wilde ik weg. Met nog wat andere jongens maakten we plannen om naar Engeland te gaan, om ons daar als Engelandvaarders aan te melden bij de Nederlandse strijdkrachten.”

Spitfire

De Supermarine Spitfire was een Brits jachtvliegtuig, dat in 1938 in productie werd genomen.

Enorme reis

Maar ongezien de grens oversteken was niet zo eenvoudig. Hendrikx vertrok op 10 mei 1941 en kwam eind 1942 aan in Groot-Brittannië. “Eerst via Vichy naar Spanje, om daar de oversteek naar Curaçao te maken. Dat was, vooral in het begin van de oorlog, niet zo opvallend want we gingen als Nederlanders naar eigen grondgebied.”

Vanuit Curaçao voer Hendrikx naar New York en daarvandaan naar Canada. Hier werd hij in 3 maanden basis militair opgeleid en vertrok daarna met een schip in 4 dagen naar Engeland. “Daar koos ik voor de luchtmacht en zodoende kwam ik bij de Royal Air Force. Ik werd jachtvlieger op de Spitfire, in de rang van aircraft second class.”

Het Draaginsigne Gewonden

Draaginsigne Gewonden

Het Draaginsigne Gewonden wordt sinds de jaren 90 uitgereikt aan militairen en veteranen die onder oorlogsomstandigheden of tijdens vredesoperaties lichamelijk of psychisch letsel hebben opgelopen. Het DIG is voor de ontvangers een belangrijke vorm van erkenning, voor hun inzet en de offers die zij daarbij hebben gebracht.

Neergehaald

Wat hij niet voor mogelijk hield was dat hij net voor de bevrijding door Duits luchtafweergeschut werd neergehaald. Daarbij liep hij ernstige verwondingen op, waarvan hij vandaag de dag nog steeds last van heeft. Hendrikxj had brandwonden en zenuwen raakten beschadigd. Zijn rechterarm kan hij nog altijd moeilijk bewegen.

“Op 1 april 1945, het was toen Pasen, stegen een collega en ik op in het Brabantse Schijndel. We ondersteunden het oprukkende Canadese leger vanuit de lucht. Al snel kwam er luchtafweer op ons af. Uitwijken naar links, naar rechts. Niet veel aan de hand dachten we… Tot die enorme klap.”

“Mijn vrouw en ik hebben enorm genoten van de avond.”

Gevangen genomen

De motor viel uit en over de radio meldde Hendrikx dat het toestel was geraakt. Een noodlanding volgde. De machine stortte neer en vloog in brand. Ondanks ernstige verwondingen wist hij uit het toestel te komen. Hendrikx werd al snel gevangen genomen door de Duitsers. “Gelukkig duurde dat niet lang. 2 weken later zijn we door de Canadezen bevrijd. Op vrijdag de 13e, mijn geluksdag.”

74 jaar na dato

Het insigne werd afgelopen maandag na 74 jaar uitgereikt. Een behoorlijk lange tijd: “Het DIG werd eind jaren 90 in het leven geroepen. Kennissen kwamen daar recent achter en hebben het voor mij aangevraagd. Heel bijzonder, maar u hoeft me er niet mee te feliciteren hoor.”