Tekst ritmeester Jessica Bode
Foto Jarno Kraayvanger

‘Wekelijks denk ik terug aan hen die minder geluk hadden’

Van de 60 veteranen die vanavond tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Amsterdamse Dam het zogenoemde erecouloir vormen, zullen er weinig zo ervaren zijn als Perry Gertsen uit Deventer.

Als marinier werd hij naar alle uithoeken van de wereld uitgezonden. “Egypte, Cambodja, Irak, Bosnië, Afghanistan”, somt de oud-militair op. “De collega’s die zijn gesneuveld, zijn niet op één hand te tellen. Minstens wekelijks denk ik terug aan hen die minder geluk hadden. Tijdens de 2 minuten stilte wil ik deze overleden kameraden eren. Het zal een mooie, maar ook intense dag worden.”

'Het zal een mooie, maar ook intense dag worden'

‘Minstens wekelijks denk ik terug aan hen die minder geluk hadden.’

Ander mens

De ingrijpende ervaringen hebben Gertsen, die inmiddels burgermedewerker is bij het NATO Special Operations Headquarters in België, een anders mens gemaakt. “Ik kijk nu anders tegen de dingen aan”, reageert hij. “Mensen maken zich vaak druk om niks. Ik kan alles makkelijker relativeren.”

Erecouloir

De 60 veteranen die het erecouloir vormen, staan van het Paleis op de Dam tot aan het Nationaal Monument opgesteld. Het staat symbool voor de strijd voor internationale vrede, vrijheid en veiligheid.

In de familie

Aan zijn beroepskeuze heeft Gertsen nooit getwijfeld. “Mijn vader was ook marinier en dat wilde ik ook. Daarom ben ik in 1981 bij het Korps Mariniers begonnen.” En toevallig was zijn schoonvader commando bij het Koninklijke Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) én zat zijn vrouw Lonneke bij de Marine Vrouwenafdeling (Marva). “Ook zij is veteraan en nu staan we samen in het erecouloir. Heel bijzonder.”

Mijn vader was ook marinier en dat wilde ik ook.

Oorlogshelden

Wat hij door de jaren heen wel heeft geleerd, is dat leven in vrijheid het belangrijkste is. “Dat hebben we te danken aan de oorlogshelden die het hoogste offer hebben gebracht. Dat mogen we nooit vergeten. Zelf ben ik maar een klein schakeltje geweest in de strijd voor vrede en vrijheid in de wereld. Dat ik dat op 4 mei kan laten zien, maakt me hartstikke trots.”

Voor hete vuren

In zijn loopbaan heeft Gertsen als marinier heel wat ellende gezien. Meer dan eens ontsnapte hij aan de dood. Over het algemeen vertelt hij erover zonder zichtbare emotie. Aangedaan toont hij zich pas wanneer hij verhaalt over die ene missie met een humanitair karakter.
“Dat was in 1991 tijdens de eerste Golfoorlog. Ik was getraind in gevechtshandelingen en ineens moest ik de bevolking gaan helpen. Wat ik toen heb meegemaakt, is onvoorstelbaar. We hadden bijvoorbeeld de opdracht een ziekenhuis schoon te maken, waar buiten containers vol met lijken stonden en de muren tot aan het plafond onder het bloed zaten. En Koerden die de bergen in waren gevlucht, moesten we terug naar heroverd gebied begeleiden. Hun omstandigheden waren mensonterend. De stank was ondraaglijk en het zag er pikzwart van de vlooien. Vrouwen drukten het lijkje van hun kind in mijn handen. Daar moest je dan mee weten te dealen, terwijl ik net zelf thuis een kleine baby had. Dat was het meest indrukwekkende wat ik heb meegemaakt.”