Tekst Jack Oosthoek
Foto Hans Roggen
Onderzoek naar nieuwe hersentherapie
De toekomst van militairen en veteranen met angst- en agressieproblemen ziet er mogelijk rooskleuriger uit. De Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) experimenteert met elektrische hersentherapie, die emotionele reacties op lastige situaties moet helpen beteugelen. Aan het onderzoek kunnen militairen en veteranen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) meedoen.
Snel prikkelbaar? Moeite om boosheid en agressie te onderdrukken? Een trauma? Een psycholoog kan helpen, maar wat als dit onvoldoende werkt? Dan kan het STIM-onderzoek (Stimulatie Therapie bij Militairen) uitkomst bieden. Eventueel in combinatie met psychologische hulp.
Onontgonnen gebied
“Onderzoek wijst uit dat veel mensen met PTSS, angst- en agressieklachten nog steeds niet adequaat genoeg kunnen worden behandeld. Het is een deels nog onontgonnen gebied. Daarom zijn we op zoek gegaan naar nieuwe behandelmethoden”, vertelt dr. Elbert Geuze, leider van de wetenschappelijke onderzoeksgroep en senior onderzoeker bij de MGGZ.
De STIM-methode die uit de bus kwam, is eerder met succes toegepast op verslaafden en mensen met depressies. Dr. Thomas Gladwin kwam er 2 jaar geleden mee. Deze specialist in het elektrisch stimuleren van hersencellen, werkte tot 2016 bij de MGGZ. Het Utrechtse hospitaal ontwikkelde de plannen van Gladwin tot protocollen. Daarna zette de Medisch Ethische Toetsingscommissie van het Universitair Medisch Centrum Utrecht er het (verplichte) stempel ‘goedgekeurd’ op.
‘Eigenlijk is het een min of meer saai onderzoek’
Beter onderkennen
Het STIM-onderzoek bestaat uit 5 sessies, in een periode van 2,5 week. De deelnemers worden in 2 groepen verdeeld, waarbij de ene (nauwelijks waarneembare) actieve hersensimulatie ondergaat en de andere passieve (placebo). Van te voren weet niemand aan welk type onderzoek hij of zij meedoet. “Zo leren we het effect van de hersenstimulatie beter onderkennen”, legt Geuze uit.
De stroomimpulsen richten zich vooral op de rechterhersenhelft, epicentrum van onze ‘impulsbeheersing’. Door een elektrische boost moet dat beter gaan functioneren. Gezeten achter een computer met elektroden op je hoofd, trekken op het beeldscherm figuren aan je voorbij. Maar ook vragen die je met een klik op een knop snel moet beantwoorden. “Niet té snel, want de methode van impulscontrole beoogt het gedrag van mensen met angst- en agressieproblemen te beteugelen”, legt onderzoekleidster drs. Fenne Smits uit. Zij werkt aan een promotie over neurowetenschappen.
Aan de hand van de antwoorden hopen ze een globaal antwoord te krijgen op de vraag of en in hoeverre iemand na het onderzoek beheerster reageert op moeilijke situaties. Globaal, want het onderzoek zit nog in de ontwikkelfase. 3 maanden na de laatste sessie vul je een vragenlijst in waarmee de onderzoekers het lange termijneffect van de STIM-therapie proberen te meten.
Van te voren weet niemand aan welk type onderzoek hij meedoet
Onbekend maakt onbemind
Sinds 2016 deden circa 65 mensen aan het onderzoek mee. Allemaal vrijwilligers, de kurk waarop het onderzoek drijft. Geuze en Smits hopen vurig op nieuwe aanmeldingen om zo het onderzoek te kunnen voltooien. Voorlopig echter lijkt ‘onbekend maakt onbemind’ een rol te spelen. En het effect van het onderzoek moet, zoals al aangegeven, nog worden bewezen.
Het kan ook zijn dat de methode met hersenstimulatie afschrikt, maar die is volgens Geuze en Smits onschadelijk. “Eigenlijk is het een min of meer saai onderzoek.” Medio 2019 worden de eerste resultaten van STIM verwacht.
Meer informatie
Meer informatie bij het Onderzoekscentrum van de MGGZ, telefoon: 030-250 25 90. Interesse om mee te doen? Stuur uw naam en telefoonnummer naar FM.Smits@mindef.nl.