Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto sergeant Jan Dijkstra

Burgerbaan

Ze sleutelen aan pantservoertuigen, zetten raketten in elkaar of assisteren de militaire tandarts. Wie denkt dat bij de krijgsmacht alleen militairen werken, heeft het mis. Defensie heeft zo’n 17.000 burgermedewerkers in dienst. In de rubriek Burgerbaan vertellen zij over hun werk. Deze week: eerste automonteur Marcel Kater.

Wie: Marcel Kater (57)

Functie: eerste automonteur, specialisatie auto-elektronica; bij het 302 Matlog peloton in Den Helder, onderdeel van Materieellogistiek Commando (MatlogCo)
Salarisschaal: 5

Opleiding: LTS (machinebankwerker/lasser) en verschillende specialistische automonteursopleidingen binnen Defensie

Bij Defensie sinds: 1978 (als burger sinds 1986)

“Technisch kan ik me hier helemaal uitleven”, glundert Marcel Kater terwijl hij over de werkvloer loopt. “We hebben hier alles: een plaatwerkerij, lasser, spuiterij, timmermanswerkplaats en zelfs een zeilmakerij. Die combinatie zie je zelden.” Hij stopt bij een stalen werktafel met bureaustoel: “Ik ontwerp ook dingen op maat. Dan zit ik hier de elektrische schema’s in elkaar te puzzelen. Soms lig ik er wakker van. Maar als ik eenmaal de oplossing heb gevonden, is dat zo gaaf!”

Marcel aan zijn bureau met de radioconverter, die hij samen met een fabrikant ontwikkelde en produceerde.

Spoedklus

Kater ontwierp samen met een fabrikant een radioconverter. “Nieuwe radio’s werkten niet in een bepaald type voertuig. Of we dat konden oplossen. Binnen 6 weken!” De techneut pakte de spoedklus direct met beide handen aan. Ontwikkelen, de juiste onderdelen zoeken, produceren, testen en inbouwen. De 36 Vikings konden direct worden ingezet in Afghanistan. Daarna werden 38 andere omgebouwd. “Die fabrikant heeft me nog een baan aangeboden, maar daar heb ik voor bedankt. Werken bij Defensie vind ik veel te leuk.”

Ook ontwierp en produceerde Marcel onlangs nog een accumonitor, waarmee je met 1 druk op de knop de conditie van de accu (die diep in het voertuig is ingebouwd) kunt aflezen.

Alleskunner

“De afwisseling hier is fantastisch. Die kom je in de burgermaatschappij niet gauw tegen”, verzekert Kater. Hij sleutelt aan alle voertuigen die de marine en de mariniers gebruiken: Vikings, telekranen, waterwagens, bouwmachines, baanveegauto’s, boottrailers, aanhangers en vrachtwagens. Met 40 jaar werkervaring en veel bijscholing is hij een alleskunner als het gaat om autotechniek. 

Momenteel werkt Marcel met zijn collega's aan de midlife update van 96 Bandvagn 206 rupsvoertuigen.

Bijscholing in Zweden

Die bijscholing vond anderhalf jaar geleden nog plaats in Zweden, bij de Hägglunds fabriek die de Bandvagn 206 produceert. Kater leerde daar met een aantal collega’s onder meer nieuwe kabels, rupsbanden, versnellingsbak en motor monteren in het kader van de midlife update’.

“Het elektrische schema heb ik ter plekke nog aangepast aan de wensen van het Korps Mariniers. Maatwerk leveren, vind ik mooi.” Momenteel staat de werkplaats in Den Helder vol met deze voertuigen. “In Noorwegen, waar ze gebruikt worden voor de wintertraining, vindt de demontage plaats. Daarna komen de 96 stuks gefaseerd onze kant op voor de opbouw.”

Dit gepantserde rupsvoertuig is geschikt voor uiteenlopende klimaat- en terreinomstandigheden (foto's: sergeant Sjoerd Hilckmann en Zadrach Salampessy).

Frustratie

Of er ook iets minder leuk is aan deze baan? “Ja, dat we zo lastig aan specifiek materiaal en gereedschap kunnen komen. Alle aanvragen moeten over zoveel schijven, soms duurt het jaren. Dat frustreert. En we moeten inkrimpen vanwege bezuinigingen en uitbestedingen, terwijl we daar volgens mij helemaal geen goed aan doen. Door de ombouw van 74 Vikings zelf te doen, hebben we juist zo’n 1,2 miljoen euro uitgespaard.”

Trots op!

Marcel Kater: “Het is altijd superleuk om van jongens uit het veld te horen dat ze blij zijn met wat wij gemaakt hebben. ‘Die radio’s werkten perfect!’, zeiden ze bij thuiskomst. ‘We hadden over heel Afghanistan verbinding met elkaar.’ Dat geeft mij voldoening. Het maakt dat je je trots voelt op wat je doet.”