Tekst kapitein Roel van de Wiel
Dingen doen
De Malinese 'winter' dient zich als een sluiprover aan in de noordoostelijke stad Gao. Een namiddags briesje trekt onverwacht kippenvel uit de arm. De temperatuurmeter durft af en toe onder de dertig te blijven. En de 'locals' op Kamp Castor duiken zelfs al chagrijnig in een trui of jas. Intussen kijken de Nederlandse militairen met (soms naar heimwee riekend) leedvermaak naar de weerberichten thuis: "sneeuwstorm, code rood, wateroverlast. Een koude, groene kerstvakantie.”
Vakantie; een vage term voor de militairen in de West-Afrikaanse woestijn. Kamp Castor wordt hier weleens ‘de camping’ genoemd, maar een kampeerveld is het zeker niet. Ja, de faciliteiten op de internationale compound zijn comfortabel primitief, zoals een modern buitenmens ze tegenwoordig graag heeft (WIFI). Castor heeft echter een andere bestemming. Het is de thuishaven van onder meer de Long Range Reconnaissance Patrol Taskgroup Desert Falcon (LRRPTG). Ofwel de Lurp.
Die lange-afstandverkenners leveren een alom gewaardeerde bijdrage aan de wederopbouw van Mali. Vanaf de uitvalsbases in Gao en het nog noordelijker gelegen Kidal gaan de luchtmobiele infanteristen en hun collega-verkenners uit Oirschot dagelijks het land in. Op zoek naar antwoorden op vragen over een ontwrichte democratie.
Hoewel; wekenlang stond LRRPTG-3 stil. Een opgedragen operationele pauze hield de eenheden binnen. Die pauze duurde in Gao drie weken. Het peloton in Kidal kon vorige week, na twee maanden, weer op patrouille.
Houd een stilzittende infanterist in zo'n lange tactical freeze maar eens rustig. “Ik wil dingen doen”, zegt hij dan al snel. “Ik moet de poort uit”. Geef een Hollands jochie een bal en zet ‘m aan de kant van een voetbalveld; dat gevoel.
Geef die infanterist eens ongelijk. De Rode Baretten van 12 Infanteriebataljon, hoofdleverancier van LRRPTG-3, zijn gemaakt om (het liefst vanuit een helikopter) de strijd tegemoet te treden. Welke ‘strijd’ dan ook. Dus ook met de verkenningsopdracht als blauwhelm in Mali. Als ogen en oren in de verre woestijn voor het VN-hoofdkwartier in hoofdstad Bamako.
Het is ook een mooie opdracht: informatie vinden over sociale en politieke krachtenvelden in een nauwelijks begaanbare, maar toch bewoonde woestijnregio. 'Dingen doen' betekent daar: zelfstandig optreden, aangewezen zijn op jezelf en je kameraden. Slapen in de open lucht, op je eigen camping dus. De hele dag scherp zijn op je jarenlang getrainde skills en drills. Meestal in een verzengende hitte. Uitgedaagd worden. Fysiek en mentaal. Na al die oefeningen nu in echt missiegebied. Zoals dat jongetje met de bal, eigenlijk: in de zwaarste wedstrijd je beste kunsten laten zien, omdat het er juist nu om gaat.
I survived the tactical freeze, zeggen ze sinds kort bij LRRPTG-3 met een lachje. De pelotons halen intussen nog alles uit hun resterende 'buitenspeeltijd'. Als de Lurp in januari wordt afgelost, blijft de pauze in het geheugen van de infanterist een storende vlek. Voor degene uit Kidal verpest 'ie zelfs de hele herinnering.
In de gym op het kamp raakt een infanterist zijn dagelijkse energie wel kwijt. Zijn drive verliest hij er niet. Hij is niet op uitzending om te wachten, sporten of films te kijken. Het is hier geen camping. De poort uit, dat wil hij. Dingen doen.