Tekst ritmeester Jessica Bode
Foto Phil Nijhuis, TNO en archief

Gecamoufleerde gevechtspakken, munitie, nachtzichtcamera’s, constructies voor pantservoertuigen: onderzoekers van TNO broeden er soms jaren op. Al zeventig jaar is dit onderzoeksinstituut het ‘huislab’ van het ministerie van Defensie.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog deed Defensie onderzoek naar militaire innovatie zelf. Er waren eigen laboratoria waar onder meer wapens werden ontwikkeld. Na die tijd kreeg TNO de wettelijke taak om dit te doen. De samenwerking die toen onstond, is uniek. Geen enkel land ter wereld laat defensieonderzoek doen bij een externe partij.

Profiteren van ander onderzoek

“Groot voordeel is dat wij ook samenwerken met het bedrijfsleven. Defensie kan dus van ander maatschappelijk onderzoek profiteren en andersom, bijvoorbeeld op het gebied van industrie en verkeer. We produceren niets, we onderzoeken alleen”, verduidelijkt TNO-directeur Henk Geveke. 

TNO-directeur Henk Geveke

Inventariseren voor schepen

En dat onderzoek is breed. Soms wordt een piepkleine chip jarenlang bestudeerd en soms zijn het korte inventarisaties van een paar weken. Momenteel wordt er onder meer onderzoek gedaan naar nieuwe schepen voor de marine. Geveke vertelt: “Wij kijken welke specificaties noodzakelijk zijn. Wat wordt er verwacht, wat is er op de markt. Zo weet Defensie precies wat ze moet kopen en wordt ze niet verrast door een vijand die veel modernere snufjes aan boord heeft.”

TNO is ook bezig met het optimaliseren van fregatten, zodat er minder bemanning nodig is. “En in het verleden hebben we een bodemplaat bedacht voor pantservoertuigen van de landmacht, zodat militairen beter beschermd zijn tegen bermbommen.”

'We produceren niets, we onderzoeken alleen'

Minimaal onderzoeksbudget

De afgelopen jaren is er enorm bezuinigd op Defensie en dus ook op innovatie. “Het onderzoeksbudget is minimaal”, benadrukt Geveke. “Eén procent van de begroting om precies te zijn. In Amerika is dat veertien procent. Dat is net zoveel als de gehele Defensiebegroting van Nederland. Maar desondanks wordt ons onderzoek internationaal enorm gewaardeerd. Door schaarste word je creatief. Wij focussen ons op niches en dat werkt.”

Eerste grote uitvinding

De eerste grote uitvinding deed TNO begin jaren zestig, toen ze een van de eerste infraroodcamera’s ter wereld bedacht. Ineens was beeldregistratie op basis van warmte mogelijk. Deze camera’s zijn nog steeds onmisbaar bij optreden in de nacht. 

Walrus

Directeur Geveke is ook trots op de Walrus Mockup uit 1981. “In Soesterberg is toen een levensgroot model gemaakt van een onderzeeboot. We hebben hiermee de inrichting bepaald en gekeken of alle systemen en bemanning erin past. Tegenwoordig gaat dat virtueel. Je kunt zelfs met een VR-bril alvast door de ruimte lopen.”

Zo’n model als de mockup werd later ook ontwikkeld voor de commandocentrale van de schepenlijn Holland. “We hebben toen met de bemanning gekeken waar de apparatuur het beste kon staan, of de commandant voor- of anderen moest zitten en hoeveel medewerkers  aan boord optimaal zou zijn.”

TNO was betrokken bij de ontwikkeling van de meest geavanceerde 3D bewegingssimulator ter wereld.

Gifgas onderzoek

Het meest trots is directeur Geveke op de successen die momenteel worden geboekt op het gebied van CBRN (chemische, biologische of radiologische/nucleaire stoffen). “Er zijn 21 labs in de wereld waar onderzoek gedaan wordt naar deze middelen. Ons lab is er daar een van. Als er in Syrië gifgas wordt gebruikt en gevonden, dan wordt het bij ons in Rijswijk onderzocht.”

TijdlijnZeventig jaar geleden werd defensieonderzoek van het ministerie van Defensie overgedragen aan onderzoeksinstituut TNO. In al die jaren heeft dat tal van innovaties opgeleverd. Een greep uit het assortiment:

1947 - 2017