09

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 22

Hun verhaal vertellen, zelf kunnen ze het niet

Tekst Ritmeester Bianca Brasser
Foto sergeant Jan Dijkstra

Burgerbaan

Ze sleutelen aan pantservoertuigen, zetten raketten in elkaar of assisteren de militaire tandarts. Wie denkt dat bij de krijgsmacht alleen militairen werken, heeft het mis. Defensie heeft zo’n 17.000 burgermedewerkers in dienst. In deze rubriek Burgerbaan vertellen zij over hun werk. Deze week: Hans van den Akker, conservator museum Bronbeek.​

Wie: Hans van den Akker (50)

Functie: Conservator Museum Bronbeek

Salarisschaal: 10

Opleiding: Lerarenopleiding geschiedenis en aardrijkskunde plus master maatschappijgeschiedenis en koloniale geschiedenis.

Bij Defensie sinds: 2006

Hiervoor: Docent geschiedenis en reisleider Indonesië

In de keurig onderhouden tuin van landgoed Bronbeek prijken herdenkingsmonumenten en genieten veteranen van hun oude dag. Een smal pad leidt naar het tehuis voor oud-militairen. In dit gebouw bevindt zich ook Museum Bronbeek dat over een bijzonder verleden vertelt. Een verhaal over kolonisatie en het optreden van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). 

Museum Bronbeek belicht de koloniale vaderlandse geschiedenis. ‘Het verhaal van Indië’ is de vaste tentoonstelling en gaat over Nederlands-Indië.

Persoonlijke spullen

Aan museumconservator Van den Akker de taak om deze, al dan niet omstreden geschiedenis, te vertellen met hulp van exposities. Hij verzamelt hiervoor persoonlijke bezittingen, veelal van overleden KNIL-militairen, dienstplichtige Indië-militairen en oorlogsvrijwilligers.

‘Beste meneer Van den Akker, op de zolder van onze overleden opa vonden wij een doos met hierin een kris, fotoboek en een KNIL-medaille. Heeft het museum hier baat bij?’ Zo’n drie keer per week ontvangt Van den Akker een mail van deze strekking. “Vaak van nabestaanden die niets over de KNIL-tijd weten, want hier werd meestal niet over gesproken”, zegt Van den Akker. 

Het kantoor van Van den Akker is een ware verzamelplek vol schenkingen, vaak van nabestaanden van een militair. De conservator zoekt alles uit. Waar komt het vandaan? Van wie was het?

Krissen, zwart-witfoto’s en houten souvenirs uit een koloniaal verleden liggen verspreid door zijn kantoor. Het is de ‘buit’ van deze week. Schenkingen die net zijn binnengekomen. “Ik neem bijna alles aan”, zegt Van den Akker. “Vervolgens ga ik uitzoeken wat het is en van wie het was.” Hij wijst op een van de krissen. “Vaak zijn het toeristendingen, gekocht door de militair op uitzending en meegenomen naar huis. Die zijn niet interessant. Maar wat als de kris is buitgemaakt van de tegenstander? Een hoge generaal? Dan wordt het leuk.”

Ondergrondse schatkamer

Alle spullen worden door Van den Akker uitgeplozen, geregistreerd en dan verdwijnen ze naar ‘de schatkamer’, verborgen onder landgoed Bronbeek. Voorzichtig opent hij de zware deur naar een van de drie ruimtes. Twaalf graden geeft de thermometer aan. Schappen vol vergeelde fotoboeken verschijnen. “Een foto blijft door ontwikkelen. Het is een kwestie van tijd voordat alles verdwijnt”, verklaart Van den Akker. De kou moet het ontwikkelproces vertragen. 

De ruimte naast de foto-opslag herbergt vuurwapens, daarnaast een kamer met schilderijen, krissen en wat verder nog gedoneerd is. Wekelijks is Van den Akker in dit ondergrondse depot te vinden. Want hoewel de vaste expositie in het museum slechts eens per tien jaar verandert, houden de vele tijdelijke tentoonstellingen de conservator behoorlijk bezig. 

De liefde

“Ik heb de mooiste baan op de mooiste plek”, reageert de conservator tevreden als hij over het landgoed terugwandelt naar zijn kantoor. Van den Akker studeerde geschiedenis, met een bijzondere interesse in koloniale bezetting. De liefde, een vrouw met Indische roots, bracht hem als twintiger naar Indonesië. De verliefdheid ging over, maar de liefde voor het land bleef. Van den Akker werd geschiedenisdocent op een middelbare school en wisselde dit af met een functie als reisleider in ‘zijn’ Indonesië. 

Conservator?

Ruim tien jaar geleden zag hij een vacature voor conservator in het Tropenmuseum. “Ik wist niet wat een conservator was, maar zag de woorden geschiedenis en Indonesië en dacht: leuk.” De baan kreeg hij niet, maar hij wist toen wel wat hij wilde worden: conservator. En zo geschiedde. “Ik heb van mijn passie mijn werk gemaakt.”

Wat wenst een man nog meer? Het is even stil. Dan volgt een oproep: “Objecten die iets te maken hebben met de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië op 17 augustus 1945. Foto’s, of zelfs een video. Dat zou een historische sensatie zijn.”

Trots op!

Nederland onderzoekt de komende vier jaar het geweldgebruik tijdens de dekolonisatie in Nederlands-Indië. Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) heeft daarvoor ook museum Bronbeek om hulp gevraagd. “Veel militairen hebben structureel geweld moeten gebruiken. Vaak waren zij dienstplichtig. De politiek stuurde en militairen zaten met de shit. Een trauma waar niet of nauwelijks over gesproken werd. Een zwarte bladzijde uit onze geschiedenis, maar dat betekent niet dat we hier onze mond over moeten houden”, reageert Van den Akker.