Foto Herman Zonderland
De 10-jarige Stijn mocht vorige week onder leiding van kolonel der Fuseliers Harold Jacobs en sergeant-1 Marco Venema kennismaken met de wereld achter de ceremoniële tenues in het Kleding en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf (KPU) in Soesterberg. Daarmee ging voor het verstandelijk beperkte jongetje, dat lyrisch is over de ‘berenmutsen’, een droom in vervulling.
Ieder jaar staat Stijn Biesheuvel uit Heinenoord met zijn moeder en zusje op Prinsjesdag langs de route om een glimp op te vangen van de bijzondere hoofddeksels van de Garde Grenadiers. Dit jaar gaf Stijns schoolhoofd hem echter geen vrij en dreigde hij zijn favoriete dag van het jaar te missen.
Samen met zijn moeder schreef hij een brief aan koning Willem-Alexander, die via het AD in handen kwam van kolonel Jacobs en sergeant Venema. Zij nodigden Stijn daarop uit om langs te komen bij het KPU in Soesterberg. Bovendien was hij zondag ook nog eens te gast bij de generale repetitie van Prinsjesdag.
Berenmutsenmeneer
“Stijn krijgt hier vandaag alles van dichtbij te zien, dat is veel leuker dan van een afstandje op 19 september”, stelt sergeant Venema. Hij was diep geraakt door de brief van het jongetje met het Williams Syndroom (een ontwikkelingsstoornis), adhd en autisme.
De jonge Stijn kan zijn ogen niet geloven als hij, vergezeld door zijn moeder Eke en zusje Sophie (5), welkom wordt geheten door korporaal-1 Bart Pennings. Met open mond staart hij naar de traditionele kledij van de Garde Grenadiers waarin tamboer Pennings zich speciaal voor deze gelegenheid heeft gehesen. Inclusief trommel én natuurlijk berenmuts. “Wauw!”, zegt Stijn met een stralend gezicht. “Ben jij een echte berenmutsmeneer? Lekker groot hoor, die trommel!”
Sergeant Venema trekt hem een jasje aan en houdt hem een berenmuts voor. “Mag ik die op? Is die van jou ook zo zacht?”, vraagt hij Pennings. Eenmaal aangekleed krijgt ook moeder Eke een warm hoofddeksel op en wordt zusje Sophie in een fuselierspak gestoken. Dan begint korporaal Pennings met een stalen gezicht te trommelen en kan Stijn niets anders doen dan klappen. Als het stil wordt, komt het jongetje tot de conclusie dat Pennings, die al voor de 13e keer meeloopt op Prinsjesdag, "de beste trommelaar ooit” is.
Natuurtalent
Al sinds jaar en dag staat de familie Biesheuvel op Prinsjesdag vooraan om niets te missen van de Koninklijke stoet. “Mijn moeder, Stijns oma, heeft dat met de paplepel ingegoten. Ze nam mij vroeger altijd al mee naar een plekje vlak bij het paleis. Datzelfde doe ik nu met mijn eigen kinderen.”
Deze jaarlijkse traditie maakt niet alleen dat Stijn gek is van berenmutsen, maar ook dat hij zelf ‘op trommelles’ is gegaan. Iets wat hem goed lijkt te doen. Net voor vertrek duwt korporaal Pennings Stijn de drumstokjes in zijn handen. “Nou, dat is een natuurtalent!”, stellen sergeant Venema en kolonel Jacobs die duidelijk onder de indruk zijn als Stijn bijzonder goed in de maat begint te spelen. “Wie weet wat voor carrière hem nog in het verschiet ligt!”