Tekst Ritmeester Djenna Perreijn
Foto Sergeant Hille Hillinga
Marechaussees, politie en justitie moeten aan de bak tijdens Opsporingsdag
Verborgen ruimtes met wapens, een ingegraven zuurkoolvat vol contant geld, autobanden gevuld met drugs of een begraven lichaam; het Advanced Search Team (AST) van de Landmacht heeft het allemaal gezien. Dit zoekteam van het pantsergeniebataljon helpt de nationale opsporingsdiensten bijna wekelijks bij huiszoekingen. Met hun bijzondere apparatuur en een andere kijk op zaken, vormen ze een meerwaarde voor politie, justitie en Koninklijke Marechaussee.
Tijdens de onlangs gehouden Opsporingsdag Koninklijke Marechaussee op legerplaats Stroe laat het AST collega’s van de Marechaussee, politie en justitie zien wat het allemaal in huis heeft. “Een 'minehound' hoort bij onze belangrijkste apparatuur”, vertelt sergeant-1 Jan aan zijn publiek.
Deelnemers mogen onder begeleiding van searcher korporaal-1 Huub met de detector op zoek naar verstopte voorwerpen. Een snerpend kalkoengeluid geeft een verandering in de grond aan. Huub: “Het is dan niet direct nodig om iemands dakterras of voortuin open te breken. Het kan ook om de riolering of een pijpleiding gaan.” In dit geval vinden de marechaussees vlak onder het gras een potje vol contanten: liefst 75.000 euro aan nepgeld.
Ervaring op het slagveld
Ervaring deed het Advanced Search Team op tijdens uitzendingen. Jan: “In Afghanistan werden we voor het eerst grootschalig geconfronteerd met improvised explosive devices (IED’s). De Engelsen wisten hier al meer over, omdat de IRA ook gebruik van zulke geïmproviseerde bommen maakte.” De hoofdtaak in het uitzendgebied is om samen met de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) en de Explosive Detection Dogs (EDD) explosieven te vinden en belangrijker; het netwerk dat deze IED’s plaatst te ontmantelen. “Wie zet de bom in elkaar, via wie loopt de financiering en hoe is het vervoer geregeld? Dat willen we weten.”
100% uitsluiting
In Nederland gebeurt de inzet van het AST alleen op verzoek van de Officier Veiligheidsregio. Deze dient een aanvraag in, maar alleen als er een goede indicatie is. Jan: “Dat kan aan de hand van telefoontaps of andere arrestaties in het netwerk van verdachten.” Zijn er voldoende aanwijzingen en ons programma laat het toe, dan gaat een team van 6 searchers op pad. “We hebben tijd en intell (inlichtingen, red.) nodig,” vertelt korporaal-1 Huub. “We doen ons werk niet snel, maar zeer zorgvuldig en nauwkeurig.” In feite komt het hier op neer: als het AST niets vindt, dan lag er niets verstopt.
Grondradar
Naast huizen en voertuigen doorzoekt het AST ook regelmatig buitenruimte zoals parken en weilanden. Jan: “We hebben goede apparatuur om, behalve tuinen, ook grotere gebieden te doorzoeken.” Zo demonstreert searcher korporaal-1 Boris vandaag de grondradar. “Op een normaal wandeltempo het karretje vooruit duwen”, zegt hij terwijl hij op het schermpje wijst. “We kunnen zo’n 6 meter diep kijken. Zie je een parabool of verstoring in de grondlagen, dan ligt er iets. Deze radar is ook ingezet toen werd gezocht naar een begraven lichaam in een bos.”
Opsporingsdag
300 werknemers van de Koninklijke Marechaussee uit het hele land, afkomstig van onder meer handhaving, staf en recherche, namen deel aan de Opsporingsdag. Zij volgden 22 workshops van de Marechaussee én die van het AST van de landmacht. In die workshops kregen teams steeds hints, die leidden naar de oplossing van een casus: een moordzaak op de kazerne. Na elke workshop kregen teams even de gelegenheid de koppen bij elkaar te steken en aan de casus te werken. Het scenario was afkomstig van de politie en gebaseerd op een waargebeurd misdrijf. Het team dat aan het einde van de dag de werkelijke toedracht het best wist te benaderen, won.