Tekst ritmeester Henny de Boer
Foto Valerie Kuypers, Phil Nijhuis en Evert-Jan Daniëls
Meer personeel voor OTCKMar
Zo’n 15 tot 17 procent van de aspirant-marechaussees houdt het in de schoolbanken voor gezien. Meestal hebben ze geen goed beeld van de werkzaamheden of zijn ze fysiek niet sterk genoeg. Om het aantal uitvallers terug te dringen krijgt het Opleidings- , Trainings- en Kenniscentrum Koninklijke Marechaussee (OTCKMar) nu extra mensen. Perry Bakker, hoofd Sectie Regie van OTCKMar, legt uit wat deze 12 extra mensen gaan doen.
“Het huidige wervings- en selectieproces geeft toekomstige marechausseemedewerkers nog onvoldoende beeld van wat werken bij de KMar betekent. Dat leidt tot een te hoog percentage afvallers tijdens de opleiding. Daarom zijn we op het OTCKMar gestart met kennismakingsdagen waar mensen kunnen beleven wat het werk inhoudt. Tijdens kennismakingsdagen geven wij ze opdrachten en oefeningen zodat ze vóelen wat het werk behelst. Dat is echt nodig. De eerste pilots verliepen positief, daarom willen we hier mee doorgaan.”
“Mensen die kennismaken met de KMar moeten onder meer leren dat ze niet overal en altijd op hun mobieltje kunnen kijken. Dat de KMar een 24/7-organisatie is. Dat ze met wapens te maken krijgen. En dat ze regelmatig van huis zijn. Het gaat om een heel scala aan zaken die ze aan den lijve moeten ondervinden. We willen hier dus 3 man op zetten. Vanuit de bestaande capaciteit is dat niet haalbaar. We hebben extra mensen nodig om dit structureel vorm te geven. Het doel is duidelijk: als de kwaliteit aan de instroomkant verbetert, is de kwantiteit en kwaliteit in de operaties ook beter gegarandeerd.”
“We hebben een aantal mensen nodig om nieuw e-learning-materiaal en simulaties te ontwikkelen. Zo kunnen marechaussees op hun eigen werkplek bijvoorbeeld leren welke nieuwe ontwikkelingen er zijn op het gebied van wet- en regelgeving. Het personeel kan op deze manier eenvoudig zelf kennis opfrissen of nieuwe kennis opdoen. Het bespaart tijd en geld dat ze niet steeds een opleiding hoeven te volgen in Apeldoorn. Ook is het personeel op deze manier snel en flexibel inzetbaar op verschillende plekken.”
‘We moeten aan de voorkant van veranderingen zitten’
“De kwaliteitszorg is momenteel onderbelicht. We bekijken nu incidenteel of de opleidingen nog wel aansluiten op de praktijk, maar we willen dat dit structureel gebeurt. We moeten aan de vóórkant van veranderingen zitten en niet meer áchteraf lesstof aanpassen. Vooral op het gebied van contraterrorisme en cyberdreiging is het van belang om er voortdurend bovenop te zitten. Wij krijgen 1 man extra om de aansluiting tussen werving, studie en operaties voortdurend te waarborgen.”
“We willen dat onze mensen nog beter worden geschoold om het informatiegestuurd optreden (IGO) een boost te geven. We treden natuurlijk al op in het kader van IGO, maar dat kan nog beter. Het Defensie Inlichtingen- en Veiligheidsinstituut (DIVI) heeft onvoldoende capaciteit om die opleiding voor de KMar te verzorgen. Daarom gaat het OTCKMar dat nu met 2 man ondersteunen. Daarnaast worden de opleidingen op het gebied van recherche geïntensiveerd door de uitbreiding met 1 medewerker.”
12 medewerkers in totaal
“De plannen voor de 12 extra personeelsleden zijn rond, maar wegens het overleg met de bonden over nieuwe arbeidsvoorwaarden ligt de zaak stil. Wanneer de plannen kunnen worden ontplooid is onbekend. Ik heb geen flauw idee wanneer de versterking komt. Het is natuurlijk altijd goed om een extra impuls te krijgen, deze extra mensen en ontwikkelingen zijn echt heel hard nodig. Maar formeel hebben wij nog geen extra personeel en ben ik optimistisch onder voorbehoud. Het is een aardige versterking; we zijn er heel gelukkig mee, áls we de mensen straks hebben.”
OTCKMar in het kort
Op het OTCKMar worden in totaal 80 langere en kortere opleidingen gegeven. Zoals de initiële opleidingen, de opleiding marechaussee-beveiliger, de opleiding tot algemeen opsporingsambtenaar, de vaktechnische opleiding voor officieren en de loopbaanopleiding leergang senior medewerker. Het OTCKMar is gevestigd op de Koning Willem III-kazerne in Apeldoorn.