Tekst ritmeester Henny de Boer
Foto archief MCD
Hersteljaar werpt zijn vruchten af
De Koninklijke Luchtmacht trok vorig jaar juli haar F-16’s terug uit de strijd tegen ISIS. Een noodzakelijk besluit, om de geoefendheid van de vliegers weer te verbreden. Want het takenpakket van het luchtwapen telt meer dan alleen air-to-ground-missies.
“Na de grootschalige oefening Frisian Flag ben ik weer een stuk beter getraind in luchtgevechten.” Aan het woord is kapitein Remco van 322 Squadron uit Leeuwarden. De F-16 vlieger nam dit voorjaar deel aan de internationale oefening in Friesland en organiseerde die ook. Remco kon vorig jaar niet aanhaken bij Frisian Flag omdat hij op missie was in het Midden-Oosten. Daardoor bleef hij wel kundig in het voeren van de daar noodzakelijke air-to-ground-gevechten, maar andere vaardigheden bleven onderbelicht.
De situatie van Remco is exemplarisch voor veel vliegers. Om alle vaardigheden weer op peil te brengen, draait de luchtmacht ruim een jaar lang geen uitzendingen; in juli 2016 trok ze haar jachtvliegtuigen terug uit de strijd tegen ISIS. “20 jaar lang zijn wij alleen maar uitgezonden. Naar Kosovo, Libië, Afghanistan, Syrië en Irak, allemaal air-to-ground-missies”, verduidelijkt Remco. “Daardoor beoefen je niet het hele palet aan vaardigheden.”
‘Je hangt met tientallen straaljagers tegelijk in de lucht’
Air superiority
Tijdens Frisian Flag en de internationale oefening Red Flag begin dit jaar in Amerika komen wél alle facetten aan bod die een oorlog kan omvatten. Door het hersteljaar konden meer vliegers deelnemen aan de oefening in Leeuwarden dan voorgaande jaren; 40 in plaats van 20. Boven de Noordzee trainden ze onder meer het luchtgevecht. “In Irak en Syrië hebben wij compleet luchtoverwicht, dus is er geen air-to-air-gevecht. Tijdens Frisian Flag begeef je je in een oorlogssituatie zónder air superiority. Je leert die eerst zelf te verwerven en vervolgens te behouden”, vertelt Remco.
Dit luchtgevecht wordt grootschalig aangepakt. “Je hangt met tientallen straaljagers tegelijk in de lucht.” Ondertussen leren de vliegers de capaciteiten van de coalitiepartners kennen. Zij hebben andere straaljagers, tactieken en procedures. Remco: “Die internationale samenwerking is enorm waardevol en komt goed van pas tijdens oorlogssituaties.”
‘In de cockpit lijkt het alsof je daadwerkelijk wordt beschoten’
Oorlogsformaties
Hingen in Leeuwarden ruim 40 toestellen tegelijkertijd in de lucht, bij Red Flag was dat het dubbele. “Je vliegt in oorlogsformaties van 60 tot 80 vliegtuigen”, beschrijft majoor Nick, eveneens van 322 Squadron. “Dat is gigantisch en heel complex.” De laatste keer dat Nederland aan de hoogwaardige oefening deelnam was in 2013, voor Nick was het zelfs 2009.
Tijdens de uiterst realistische scenario’s kwam de forse dreiging zowel vanaf de grond als uit de lucht, van échte wapensystemen. Nick: “In de cockpit lijkt het alsof je daadwerkelijk wordt beschoten door vijandelijke luchtverdedigingsraketten en moet je ook echt reageren. Later evalueer je of je het in een oorlog zou hebben gehaald, dat is zó bijzonder.”
Ook is hij enthousiast over het geïntegreerde optreden met de geavanceerdere F-16’s van de Amerikanen. Red Flag betekent vooral optreden in Amerikaans verband; behalve Nederland namen verder Spanje en Singapore deel. “In tegenstelling tot het Midden-Oosten zitten de partijen hier op 1 vliegveld. Dat is een groot voordeel: je pingt elkaar sneller aan en je kunt uitgebreider debriefen. Daardoor haal je er veel meer uit”, ervoer Nick.
Wapeninstructeur
Een ander voordeel van het hersteljaar is dat de Fighter Weapons Instructor Training (FWIT) weer plaatsvindt; vorig jaar is die uitgesteld wegens gebrek aan capaciteit. In Leeuwarden krijgen 16 ervaren vliegers een opleiding van een half jaar in F-16-systemen en -wapens, plus de bijbehorende tactieken. “Wij leiden cursisten uit België, Denemarken, Portugal, Noorwegen en Nederland op tot wapeninstructeur”, vertelt majoor Nick, die leiding geeft aan deze opleiding. Wapeninstructeurs adviseren, als ‘professoren in de F-16-kunde’, de commandant over tactiek en wapenkeuze. Ook leiden zij jonge en ervaren vliegers op in diverse tactische leiderschapsrollen. “Deze beroepsgroep moet je blijven aanmaken, anders raak je expertise kwijt en loop je tekorten op in de organisatie”, weet Nick.
Comfortabeler
De Commandant der Strijdkrachten noemde het een lastige keuze om de jachtvliegtuigen terug te trekken uit de strijd tegen ISIS. Ook voor Nick voelt het vreemd om na decennia van continue inzet eens níet aan een missie deel te nemen. Maar het besluit lijkt zijn vruchten af te werpen. “Frisian Flag draagt absoluut bij aan mijn geoefendheid”, evalueert Remco. “Ik voel me weer een stuk beter getraind en comfortabeler in het luchtgevecht; we zijn als vliegers breder getraind.” Ook Nick is positief. “Het blijft zaak om op alle scenario’s voorbereid te zijn, ook al hebben we vooral air-to-ground-missies gedraaid. We mogen niet aannemen dat we die andere vaardigheden nooit meer nodig hebben.”
De herstelperiode loopt op 1 januari 2018 ten einde, vertelt Nick. “We pakken nu gewoon alle tijd die we kunnen.” Daarna dienen capaciteit, toestellen en getraindheid weer op peil te zijn. De vliegers zouden vanaf dan weer full combat ready missies kunnen vliegen. Remco: “We verwachten dat we begin volgend jaar weer naar Irak en Syrië gaan, maar het is natuurlijk aan de politiek om daarover te beslissen.”
Helikopteronderhoud na Mali
Behalve de F-16's is ook op de transport- en gevechtshelikopters de afgelopen jaren een zware wissel getrokken. Bij het Logistiek Centrum Woensdrecht werken ze hard aan het opnieuw inzetgereed maken van de heli's.