Tekst kapitein Wouter Helders
Foto Jeroen Liebers en Phil Nijhuis

Exclusief interview met commandant Allied Joint Force Command (JFC) in Brunssum

De lange wand in het hoofdkwartier hangt vol met de portretten van oud-commandanten. Er is 1 Brits gezicht, verder zijn het stuk voor stuk Duitsers. Lang zal dat echter niet meer duren. Ergens in de toekomst zal er een nieuwe spijker in de erewand geslagen worden. Daaraan zal het portret van de huidige eerste Italiaanse commandant van het Allied Joint Force Command (JFC) in Brunssum, generaal Salvatore Farina, gehangen worden.

Farina bestiert het NAVO-hoofdkwartier inmiddels zo'n veertien maanden en zit bepaalt niet om werk verlegen. Terwijl dit interview plaatsvindt worden de laatste voorbereidingen voor de festiviteiten rond het 50-jarig bestaan getroffen. Tegelijkertijd gaat het “normale” werk gewoon door. Vanuit dit, midden in Limburg gelegen, hoofdkwartier worden onder meer Resolute Support in Afghanistan, Baltic Air Policing in Litouwen en de NATO Response Force (NRF) gecoördineerd. De circa 1.200 militairen en burgers die bij het JFC werken, zijn dan ook druk.

Toch wist de Defensiekrant generaal Farina tussen de bedrijven door 4 prangende vragen te stellen. 

Generaal Salvatore Farina is de eerste Italiaanse commandant van het JFC.

U bent de eerste Italiaan die deze post bekleedt. Wat betekent dat voor u?

“Ik ben de eerste Italiaanse 4-sterren generaal op een NAVO-hoofdkwartier. Dat is een grote eer en tegelijkertijd een grote verantwoordelijkheid. Ik ken, het toenmalige AFCENT (oude naam JFC, red.) nog uit mijn tijd als luitenant en kapitein. Tijdens de Koude Oorlog werd veel samen geoefend. Ook in deze tijd heeft het JFC een belangrijke functie. Denk aan de taken die we uit voeren voor de Resolute Support missie, Baltic Air Policing en de NATO Response Force.”

Op het NAVO-hoofdkwartier werken een kleine 1.200 man van 28 verschillende nationaliteiten. Op de foto de net nieuw gebouwde vleugel.

Wat betekent de NAVO voor Nederland en andersom?

“Als medeoprichter van de NAVO draagt Nederland al jaren bij aan operaties. Het is een modern land, een voorbeeld voor anderen en door de goede faciliteiten en fijne samenwerking met de autoriteiten is het hier prettig werken. Ik voelde me hier meteen thuis. Daarbij is de locatie van het hoofdkwartier ook strategisch gunstig; Brunssum ligt dicht bij Brussel en Mons en vlakbij de Duitse grens. Vanuit hier kunnen operaties binnen Noordwest-Europa prima geleid worden. Voor Nederland zijn er bovendien directe voordelen, denk alleen al aan de economie. Na de sluiting van de mijnen in de jaren '60 zat de regio in de problemen. Deze basis was en is een grote opsteker. Er werken direct en indirect zo'n 1.200 mensen. De regio profiteert daar jaarlijks voor zo'n 150 miljoen aan mee.”  

Het 50-jarig bestaan werd opgeluisterd met onder andere een militaire parade in Brunssum en de onthulling van een aan de NAVO opgedragen gemeentelijk monument.

Wat zijn uw prioriteiten?

“In Lissabon 2010 en Wales in 2014 zijn de nieuwe strategische lijnen en focuspunten van de NAVO uitgezet. Denk aan de NRF. Wij steunen operaties in veel dimensies en zorgen met onze militaire staf en ervaren burgermedewerkers voor de kennis en continuïteit die commandanten in het veld nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen. Ook houden we ons veel bezig met tactische voorbereiding en planning. Zo kunnen we, zoals bijvoorbeeld het geval was in de Baltische Staten, vlug een missie op poten zetten. Mijn prioriteit is het hoge niveau van de steun aan en planning van dit soort operaties te handhaven. Ik wil de relevantie en bekwaamheid waarborgen.”

Hoe gaat u dat doen?

“We moeten de relaties tussen de verschillende hoofdkwartieren zoveel mogelijk stimuleren zodat we profiteren van elkaars kennis en slagkracht. Het allerbelangrijkst zijn echter de mensen. Iedereen van hoog tot laag, van chauffeur tot commandant, moet zich thuis voelen. Dat comfortabele gevoel vertaalt zich ook naar een goede werkhouding. Dat proberen we dan ook te bewerkstelligen door tijdens en na het werk sociale evenementen te organiseren. We hebben hier bijvoorbeeld een bioscoop en verschillende sportclubs. Mijn motto is 'more together', samen krijgen we meer voor elkaar.”