Tekst Jack Oosthoek
Foto Maarten & Ruud van Riel

Vijf vragen aan luitenant-kolonel Van Hunnik

Over, uit en sluiten maar. Na 26 jaar is eind februari het doek gevallen voor de Nederlandse missie in het voormalige kruitvat Bosnië-Herzegovina. Het laatste contingent telde 3 militairen die deel uitmaakten van de European Union Force in Bosnia and Herzegovina (EUFOR). Aan de laatste senior national representative (SNR), luitenant-kolonel Rijk van Hunnik, de historische eer om het licht in het Nederlandse kamp voor eens en voor altijd (?) te doven. Onder het toeziend oog van de Nederlandse ambassadeur, de defensieattaché en de 3 Nederlanders, liet de commandant van EUFOR de vlag neerhalen en gaf die vervolgens terug aan de Nederlanders. 

Hoe lang werkte u bij EUFOR en waar?

“Vanaf 21 augustus 2016 tot 24 februari van dit jaar. Met 3 man - 2 majoors en ik - werkten we op en vanuit Camp Butmir bij de Bosnische hoofdstad Sarajevo.” 

Wat waren de belangrijkste taken van de Nederlandse militairen in EUFOR?

“Als chief Training Branch binnen de Capacity Building & Training Division voerde ik een opleidings- en trainingsprogramma uit voor de Armed Forces in Bosnië-Herzegovina (AF BiH). Door een vacature was ik tevens chief Training Planning Coordination Branch. In die functie plande en coördineerde ik toekomstige trainingsprogramma’s, de lessons learned en rapporteerde over lopende programma’s. Van de 2 majoors ontwikkelde er 1 beleid voor EUFOR, de ander adviseerde de staf van het leger van Bosnië-Herzegovina.“

Wat is de doelstelling van de missie?

“Tweeledig. Doel 1 is controle op - en eventueel behoud van - een safe and secure environment in Bosnië-Herzegovina. Wanneer dit nodig is, mag EUFOR daarbij militair ingrijpen. Als tweede doel, sinds 2012 een hoofddoel, leidt EUFOR de krijgsmacht van Bosnië-Herzegovina op en biedt daarvoor onder meer advies en trainingen.” 

Hoe kijkt u terug? Heeft de missie zijn einddoel bereikt?

“Allereerst: de missie heeft zijn einddoel niet bereikt, simpel omdat EUFOR blijft bestaan. Alleen trekt Nederland haar bijdrage terug. Als ik terugkijk concludeer ik dat er in Bosnië-Herzegovina veel etnisch gerelateerde problemen zijn die hervormingen in de weg staan en zelfs bedreigen. Ook bevinden zich in het land nog grote hoeveelheden munitie en wapens die nog verwijderd c.q. vernietigd moeten worden. In 2023 moeten de Armed Forces van Bosnië-Herzegovina in een infanteriebataljon ingezet kunnen worden. Dit jaar staan daarvoor 3 grote oefeningen gepland. Grootste problemen voor de Bosnische troepen: het budget en een gebrekkige logistiek. Daardoor zijn ze slecht uitgerust. Verder komen eenheden niet aan opleiding en training toe, omdat ze vaak worden ingezet voor bewakingstaken.”

Hoe laat u het gebied achter? Zijn er grote stappen gezet?

“EUFOR laat het gebied niet achter, want zoals al gezegd loopt de missie door. Of er grote stappen zijn gezet? Nou, in Bosnië-Herzegovina liggen nog steeds veel uitdagingen te wachten. Zo blijven aanhoudende en misschien wel toenemende etnisch gerelateerde spanningen nation building in de weg staan. Daarnaast werken de groeiende spanningen binnen de Europese Unie ook hier door. Overigens zal de Nederlandse bijdrage node worden gemist. EUFOR wil zoveel mogelijk landen aan boord houden. Bovendien is de Nederlandse inzet, ook op sleutelposities, door de jaren heen altijd enorm gewaardeerd.” 

EUFOR, SFOR, IFOR, UNPROFOR

De vredesmacht EUFOR Althea kwam in 2004 in de plaats van de Stabilization Force (SFOR), die in 1996 de vredesmacht Implementation Force (IFOR) opvolgde. In 1995 nam IFOR de taken over van het allereerste vredesleger op de Balkan, United Nations Protection Force (UNPROFOR). De missie EUFOR Althea ziet toe op de naleving van het Verdrag van Dayton dat in 1995 een einde maakt aan de burgeroorlog in Bosnië-Herzegovina. De codenaam Althea verwijst naar de godin van genezing uit de Griekse mythologie. Toen EUFOR 13 jaar geleden begon, telde die bijna 7.000 internationale militairen, onder wie 530 Nederlanders. Eind 2007 is dit aantal teruggeschroefd tot ongeveer 90 man. Zij opereren vooral in Liaison and Observation Teams (LOT’s) en op het hoofdkwartier van EUFOR in Sarajevo. En nu, 2017, zeggen de allerlaatste 3 Nederlanders Bosnië-Herzegovina adieu. Sinds begin jaren '90 - de Balkancrisis woedde volop - dienden circa 40.000 Nederlandse militairen in uiteenlopende missies in de voormalige brandhaard. Met ‘vaarwel Bosnië’ is de Nederlandse krijgsgeschiedenis een markant hoofdstuk rijker geworden.