Tekst Kapitein Hilde Haazen
Foto Kapitein Hilde Haazen

Afghanistan heeft na jaren Nederlandse inzet weinig geheimen meer voor onze militairen. De huidige missie Resolute Support startte op 1 januari 2015 en duurt tot eind dit jaar. Kapitein Hilde Haazen werkt in Mazar-e-Sharif in het noorden van het land. Ze ging een dagje op stap met een van de Nederlandse adviseurs en doet in haar eigen woorden verslag.

Tactisch vliegen

Het is nog nauwelijks licht als majoor Ron en ik onze verplaatsingsuitrusting controleren. Ron is één van de 120 adviseurs die hier Afghaanse politie- en landmachtcommandanten adviseren. Vandaag reizen we naar het uiterste westen van zijn werkgebied: Kunduz. De vlucht erheen duurt een uurtje. "Deze keer heb ik geluk", vertelt Ron als de landing wordt ingezet. Vaak wordt er ‘tactisch’ gevlogen. Dat houdt in dat de helikoper constant van richting en hoogte verandert, om zo de kans om vanaf de grond beschoten te worden kleiner te maken. Vandaag verloopt de vlucht echter rustig zodat we ontspannen uitstappen op Camp Pamir. 

Met een CH-53 transporthelikopter op weg naar Kunduz.

Resolute Support

De missie Resolute Support richt zich op het trainen, adviseren en assisteren van de Afghan National Defense and Security Forces zodat zij niet alleen nu, maar ook in de toekomst, kunnen zorgen voor de vrede en veiligheid. De missie loopt tot 2020. De Nederlandse deelname is verlengd tot 31 december 2017. Resolute Support stuurt er dagelijks adviseurs op uit om de commandanten van de verschillende politie- en defensie-eenheden te adviseren. De adviseurs werken in heel Afghanistan vanuit 4 regionale commando’s, die worden aangestuurd door het hoofdkwartier in Kaboel. De Nederlandse adviseurs opereren vanuit het noordelijke commando op Camp Marmal in Mazar-e-Sharif.

Biometrie

Op het kamp, dat wordt bevolkt door leden van de Afghan National Army, staat een safe haven van waaruit de adviseurs gesprekken voeren met Afghaanse counterparts. In het geval van Ron zijn dit 2 officieren van personeelszaken van de provincie Kunduz en de provincie Takhar. Zij komen naar Camp Pamir omdat het binnen het mandaat van de missie voor de adviseurs niet is toegestaan om de stad Kunduz in te gaan. Dit in tegenstelling tot Mazar-e-Sharif, waar de adviseurs wel naar de politieposten in de stad gaan. De 2 Afghanen steken snel van wal - de tijd met de adviseur is immers schaars.

Onderwerp van gesprek is het registratieproces van alle agenten in Afghanistan. Momenteel is men namelijk bezig om alle agenten (onder meer biometrisch) te registreren door middel van het vastleggen van een irisscan en vingerafdruk, maar ook van personalia en CV. Het doel van deze actie is het vastleggen van elke individuele agent zodat men landelijk inzicht krijgt in aantallen en namen. Dit om fraude met salarissen in de toekomst te voorkomen.

Nederlandse ‘footprint’ in Kunduz

Nederlandse militairen waren tussen 2011 en 2013 actief gestationeerd in Kunduz in het kader van een politietrainingsmissie. Hoewel er momenteel opnieuw Nederlandse militairen in Kunduz werken is dit de afgelopen 2 jaar niet altijd vanzelfsprekend geweest. Kunduz is namelijk een belangrijke provincie voor de Taliban. De controle over deze provincie is, in eerste instantie, een prestigekwestie voor de Taliban. De regio vormde het decor voor de ‘last stand’ tegen de Amerikanen en de Noordelijke Alliantie. Ook is het gebied van strategisch belang voor de Taliban omdat er veel wapen- en drugssmokkel van en naar Tadzjikistan plaatsvindt.

Valkuil

“Afghanen willen graag geadviseerd worden”, legt Ron uit. “Vaak worden adviezen ook echt overgenomen, maar dit is ook een valkuil. Voor je het weet ben jij als adviseur de oplossingen aan het bedenken en dat is nou net niet de bedoeling. Je wilt juist dat de Afghanen zelf leren om in oplossingen te denken.” Ik heb al van meer collega’s begrepen dat kant en klare westerse oplossingen hier niet het juiste antwoord zijn. Het is immers Afghanistan met Afghaanse problemen en dat vraagt dus ook om Afghaanse oplossingen. Dit is de enige manier om niet alleen nu maar ook in de toekomst de Afghanen op eigen benen te laten staan.   “We moeten niet proberen de Afghanen te veranderen of een kunstje te leren, maar hen bijstaan in het nemen van beslissingen en het maken van keuzes”, benadrukt Ron.  

Het is de derde missie voor kapitein Hilde Haazen. In 2003 was ze in Bosnië (SFOR) en in 2004 in Irak (SFIR).

Na het gesprek maken we samen de balans op. Helemaal zonder slag of stoot gaat de registratie overduidelijk niet. Planning en coördinatie verlopen niet altijd vlekkeloos. Afghanen zijn over het algemeen niet gewend informatie te delen en het gebrek aan communicatie en scholing (veel Afghanen zijn analfabeet, red.) maakt overleg soms lastig. Bovendien is de Afghaanse politie verzuild, is er nauwelijks communicatie tussen de zuilen en vindt zelfs binnen een zuil informatie-uitwisseling maar mondjesmaat plaats. Ron: “Mijn speerpunt is dan ook om de Afghanen in te laten zien dat zij er sterker van worden door informatie met elkaar te delen.” 

Ander Afghanistan

Als ik het eind van de middag weer land in Mazar-e-Sharif ben ik voorzichtig optimistisch. Het is hier al verschrikkelijk lang onrustig. Dat is niet met een paar jaar recht te zetten, maar zoals de tolk ons op het hart gedrukt heeft: "de kinderen van mijn kinderen gaan een ander Afghanistan kennen."