Tekst , audio, video: Patrick Regan
Foto Archief

Hoe zit het nú met de tank in Nederland?

Eerste luitenant Wouter van Rossen, de commandant van het OTK-peloton in Duitsland. Op dit moment nog het enige Nederlandse tankpeloton.

De speerpunt van de aanval, het grootste en sterkste beest op het slagveld; dat is de tank. En toch is de 60 ton zware Leopard 2A6 voor de buitenwereld een mysterieus verschijnsel. Hoe gaat het er bijvoorbeeld binnenin aan toe? En wat voor munitie schiet dat kanon? De Defensiekrant dook in de wereld van Huzaren, smeerolie en gepantserd staal en zocht het uit.

“Het product dat wij als krijgsmacht leveren is vuurkracht”, begint eerste luitenant Wouter van Rossen, commandant van nu nog het enige Nederlandse tankpeloton. “9 van de 10 keer staat de tank daarbij vooraan.” Volgens de luitenant is de tank de ideale speerpunt door de combinatie van bewapening, mobiliteit en bescherming.

Bescherming

De bepantsering van de Leopard is zodanig dat er weinig wapens zijn die er iets tegen kunnen betekenen. Alleen een vijandige tank zou een probleem kunnen vormen, maar zelfs dan moet de inslag precies op de goede plek zijn. Met name de voorzijde is zwaar beschermd. Waarom? Van Rossen: “Dat is de kant die als het goed is naar de vijand is gericht, dat is tenslotte ons werk.”

Met 60 km/u raast een tank over het slagveld. Een hobbel of kuil merkt de bemanning niet eens. “Eigenlijk zit het best comfortabel”, weet een schutter van het OTK-peloton te vertellen.

Mobiliteit

Geen terrein is te zwaar voor de Leopard. Over een gemiddeld oefenterrein gaat die dan ook met 50 tot 60 km/u voorwaarts. Een commandant kan daardoor zijn tankeenheden makkelijk en snel van A naar B krijgen. Ook tijdens een aanval is die snelheid handig. “Hoe sneller ik dicht op de vijand zit”, vertelt Van Rossen, “hoe meer moeite hij heeft mij iets te doen”. Enige nadeel aan de combinatie van mobiliteit en bepantsering: op een drukke dag slurpt 1 tank 1.100 liter diesel.

Pas sinds de Leopard is mobiliteit relevant. Ten tijde van de Centurion werd de tank vooral gebruikt als rijdend artilleriestuk. Luitenant-kolonel b.d. Dirk van Zuidam maakte die verandering tussen doctrines van dichtbij mee. En natuurlijk weet de oud-militair daar een mooie anekdote over te vertellen:

Foto: sergeant Hille Hillinga

Bewapening

Het 120 mm kanon, de grote schietbuis op de koepel, schakelt tot 4 kilometer vrijwel iedere vijand uit. Zelfs andere tanks. Soms is dit echter overdreven. Daarom kan de schutter met 1 klik op de knop omschakelen naar de 7.60 coaxiale mitrailleur. Dat schiet 1.000 kogels per minuut en heeft een bereik tot 1 kilometer.

Wat ooit begon met een geleend projectiel van de marine, is inmiddels verworden tot hoogstaande precisiemunitie. Benieuwd hoe tankmunitie door de jaren heen veranderde? Adjudant Hans van der Zwet, stafonderofficier bij de Explosieven Opruimingsdienst Defensie, deelt zijn kennis:

Unieke samenwerking

De tank bestaat dan misschien 100 jaar, maar tot voor kort was dit zwaarste wapensysteem van de landmacht niet meer in de gelederen te bekennen. Een unieke samenwerking tussen Defensie en de Duitse krijgsmacht maakte begin dit jaar echter een terugkeer mogelijk. Kort samengevat: 43 Gemechaniseerde Brigade staat tegenwoordig onder bevel van de 1e Duitse Pantserdivisie. De Bundeswehr heeft een tankbataljon in de brigade geïntegreerd. Binnen dat bataljon levert Nederland een compagnie (18 tanks).

Al kunnen ze apart voor nationaal belang ingezet worden; de Nederlandse militairen dienen in beginsel bij een Duitse eenheid. Deze radicale vorm van internationale samenwerking is nooit eerder vertoond en wekt veel interesse. Het tijdschrift Foreign Affairs schrijft bijvoorbeeld: “In doing so, they are pioneering a radical concept: a military sharing economy.”

Een Nederlandse bemanning vuurt met hun Duitse tank een schot op de schietbaan in Bergen-Hohne.

Tankers

Op 1 januari 2016 zette de krijgsmacht het eerste stapje naar de nieuwe structuur. Het Opleidings-, Trainings-, en Kennisbehoudspeloton Tankoptreden ziet het levenslicht. 4 Duitse tanks met een Nederlandse bemanning rijden vanaf dat moment rond in Bergen-Hohne. Zij moeten de Duitse doctrine onder de knie krijgen, maar ook leren werken binnen de cultuur van onze oosterburen.

Veel van de tankers die zich opwierpen voor het OTK-peloton, reden voor 2011 zelf op Nederlandse tanks. Een terugkeer naar de Huzaren was voor hen dan ook een snel gemaakte keuze. Maar waarom? 4 mannen in een ruimte krapper dan menig Fiatje; het klinkt niet echt aantrekkelijk.

Luister naar het audiofragment en 3 tankers, jong en oud, leggen het uit.

Natuurlijk is een tank groot, machtig en verwoest alles wat op het slagveld tegenstand biedt. De laatste jaren echter, met een focus op vredesmissies, heeft de tank vaak een tweede functie: afschrikken. Volgens luitenant Van Rossen boezemt het de vijand flink wat angst in. “De Taliban noemde een tank bijvoorbeeld ‘the beast’. Dat geeft wel aan hoe de vijand zich voelt als er één aan komt rijden. Die denkt echt wel 2 keer na voordat die iets flikt.”

Op 27 en 28 augustus organiseert het Nationaal Militair Museum in Soest het TankEvent. Naast de reguliere tentoonstellingen zijn er die dag Nederlandse en internationale tanks te zien. Denk aan de Leopard 1 en 2, de M1 Abrams en de T-34. Dat alle kaarten al verkocht zijn, spreekt boekdelen: de tank leeft nog steeds!