Tekst eerste luitenant Johanna van Waardenberg
Foto Evert-Jan Daniels

Museum Huis Doorn neemt bezoekers mee terug in de tijd

Voor een middag terug naar het begin van de 20ste eeuw. Dat kon in het weekend van 21 en 22 mei in museum Huis Doorn, waar het militaire leven tijdens de Eerste Wereldoorlog centraal stond. Ook de Defensiekrant maakte een sprongetje in de tijd. 

Anno 2016 is het militaire leven enorm veranderd. Desondanks is er volgens conservator Cornelis van der Bas tijdens de Eerste Wereldoorlog (WOI) een belangrijk fundament gelegd voor het huidige leger. “De tank en de vlammenwerper werden geboren in die periode en daarnaast is een basis gelegd voor een tal van uniformen. Alleen al om die reden verdient WOI een plekje in ons collectief geheugen. Vandaar dat Huis Doorn ieder jaar dit evenement houdt. Mensen zijn op een speelse wijze educatief bezig met deze oorlog.” 

Tijdens WOI werden gevechten regelmatig te paard gevoerd. Bewapend met sabels gingen strijdende partijen elkaar te lijf. In de Eerste Wereldoorlog werden paarden voor het laatst massaal tijdens gevechten ingezet.
Frits Duinkerk poetst zijn geweer op. De verzamelaar heeft een grote collectie voorwerpen uit WO1.
Afwassen is van alle tijden, zo ook begin 20ste eeuw. Na afloop van een lekkere ratatouille wast de kok keurig zijn keukengerei af.
De marketentster maakt een lekker gerechtje. Deze kampvolgster mocht aan soldaten waren verkopen, zoals sterke drank, voedsel en kleine dagelijkse benodigdheden. Vaak was de marketentster getrouwd met een militair. In kampen en kazernes had ze vaak een café. Het leger kende destijds nog geen kantinedienst.
Achter het front bevond zich een tentenkamp, waar de troepen tot rust konden komen. Uniformen werden ingeleverd bij de veldstomerij en er was tijd voor onderhoud. In de nacht trokken de mannen vaak naar de loopgraven.
In de tentenkampen werd altijd goed gegeten. Zo waren melk, soep, brood en eieren dagelijks op tafel te vinden. Door die goede voeding was iedereen na een aantal dagen weer fit om het gevecht te voeren.
Zusters, dokters, eten, een stoofpotje bonen, wortelen en cornedbeef. Ondanks dat het medisch personeel niet aan het gevecht deelnam, kwamen zij niet onbeschadigd uit de strijd. Vaak waren ze overwerkt door het grote aantal gewonden.
Bezweet loopt een Engelse militair een mars. Destijds bestonden de uniformen uit wol. Dat maakte de tenues waterbestendig en warm. Vanwege chronische tekorten droeg men tijdens WOI vaak te kleine of te grote militaire kleding.
In WOI bestond de telefoon al. Alleen was er destijds nog geen draadloze verbinding. Ook in de loopgraven hadden soldaten telefoons. Zo hielden ze contact met het kamp achter het front.