10

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 10

Onbekende missie in Israël

Tekst Arno Marchand
Foto sergeant 1 Eva Klijn

Strijdmacht UNDOF bewaakt scheidingslijn Israël-Syrië

Foto boven: Arno Marchand

Israël, de Palestijnse gebieden, Syrië en Libanon leven gerekend vanaf de stichting van de Joodse staat in 1948, al bijna 7 decennia met elkaar in onmin. Soms in gewapende strijd, soms in gewapende vrede. Omdat die laatste zo broos is, monitoren diverse missies de situatie, of liever proberen ze die te verbeteren. Aan een aantal missies draagt de Nederlandse krijgsmacht ook bij. In deze Defensiekrant een beeld van een Nederlandse militair die werkt in een missie van de Verenigde Naties. Hij maakt deel uit van een macht die de terugtrekking van de strijdende partijen observeert.

United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF)

Sinds: 31 mei 1974, United Nations Security Council Resolution 350, na beëindiging van de Yom Kippur-oorlog

Hoofdkwartier: verdeeld over Damascus, Syrië en Ziouani, Israël

Mandaat: tot 30 juni 2016 (wordt iedere 6 maanden bezien/verlengd)

Taak: Handhaven van het staakt-het-vuren tussen Israël en Syrië, observeren van terugtrekking van de strijdende partijen, toezicht houden op de 'scheidingszone' tussen Israël en Syrië en bescherming bieden (op de Golan Hoogvlakte) aan UNTSO-militairen (UN Truce Supervision Organisation, zie volgende Defensiekrant)

Personeelsaantal: ± 750

Landen: 7 ( Fiji, Filipijnen, Ierland, India, Nederland, Nepal en Tsjechië)

Hoofd van de Missie en Force Commander: India

Plaatsvervangend commandant: Ierland

Nederlandse bijdrage: Tot september 2016

Nederlands personeel: 1x luitenant-kolonel Chief Liaison in Damascus

1x majoor Liaison Officer Alpha-side in Ziouani

Toekomst: Niet duidelijk, want afhankelijk van de ontwikkelingen in Syrië

De United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF), vrij vertaald de strijdmacht die de terugtrekking van de strijdende partijen observeert, is een onbekende missie. Maar alle Nederlandse militairen die deze missie wél kennen – voornamelijk oud-UNTSO en UNDOF-militairen – zijn erg enthousiast. “De functie die we hier hebben, is dan ook hartstikke gaaf. Je schuurt hier heel dicht tegen het Joint Operations Center aan. Je bepaalt gewoon heel veel dingen omdat je vooraan in de beslisboom zit.”

Blik vanaf een tijdelijke wachtpost op de Golan Hoogte naar Syrië. Damascus ligt op slechts 60 kilometer afstand.

Wensen

Dat zegt landmachtmajoor Paul. Hij werkt op het UNDOF-hoofdkwartier in Ziouani. Daar, in een nu nog groene omgeving, vertelt hij over zijn werk. “Ik probeer de wensen van UNDOF geregeld te krijgen bij de Israeli's.” Zijn aanspreekpunt en tussenpersoon is Gilo, (Golan-Israelic Liaison Office), het contactbureau van de Israeli Defense Forces (IDF). “Als ik iets wil, bel ik Gilo, en zij bellen Israëlische eenheden. Ik neem dus nooit rechtstreeks contact op met de IDF.”

Verbindingen

Hij is nu een paar maanden in het gebied, en geniet met volle teugen. Verbindingen onderhouden met de Israeli's vormt de hoofdmoot van Pauls werk. “Dagelijks betekent dat bijvoorbeeld wel 10 tot 15 keer met ze bellen. Dat gaat over de meest uiteenlopende zaken; afspraken maken over grensoverstekingen, bijvoorbeeld door onze force commander, schendingen van de grensgebieden, mijnen ruimen of infanteristen die willen gaan schieten op een Israëlisch schietkamp.”

Gijzeling

Het operatiegebied van UNDOF ligt in het noorden van Israël, op de Golan Hoogvlakte. Een redelijk rustige VN-missie ook. Dat wil zeggen, tot 2014. Dan gijzelen rebellen in Syrië ongeveer 3 weken, zo'n 40 UNDOF-militairen uit Fiji. Na hun bevrijding verhuist het grootste deel van het hoofdkwartier uit Camp Faouar naar Ziouani. “Dit was tot voor 3 jaar het logistieke kamp, totdat de burgeroorlog in Syrië een verhuizing van het grootste deel naar hier noodzakelijk maakte. Wat overbleef zit nu in Damascus: de Force Commander een enkele stafofficieren, waaronder het hoofd van de Liaisons, de andere Nederlandse militair in deze missie.”

Ook de UNDOF gebruikt de kenmerkende witte voertuigen van de Verenigde Naties, uiteraard met bijpassende opschriften. Foto: Arno Marchand

Bere-interessant

“Ik vind het ook een prachtig land met schitterende vergezichten,” gaat Paul verder, “al verandert de Golan Hoogvlakte straks geheel in een zandkleur.” Het werk boeit hem echter het meest. “Je werkt met Fijiërs, Indiërs, Filipino's, Ieren, Nepalezen, Tsjechen. Dat vind ik interessant, bere-interessant en leuk. NAVO-partners zijn allemaal redelijk hetzelfde opgeleid. Hier zitten er echt heel grote verschillen tussen militairen en culturen. Samenwerking op een hoofdkwartier met 7 nationaliteiten vind ik al een feest op zich. Ik denk dat ik dat ook het mooiste van de missie blijf vinden.”

In het ongunstige geval dat een UNTSO-observatiepost wordt aangevallen of onder vuur komt te liggen, is het de UNDOF die de helpende hand biedt en evacueert. Dat moet uiteraard geoefend worden.

Uit de voertuigen van Zuid-Afrikaanse komaf, waaronder 1 Nyala ambulance, springt een reddingsteam van militairen uit Fiji. Als de gewonden zijn verbonden, moeten ze nog worden afgevoerd.

Dat gebeurt in een Emergency Evacuation Training. Als 1 van de observers – in dit geval een Chileen – ernstig gewond is geraakt, worden de hulptroepen opgetrommeld. Het duurt even, maar na verloop van tijd verschijnen 3 witte pantserwagens bij Observatiepost 55.

Dan blijkt dat de oefening niet voor niets is, want het valt nog niet mee voor de reddingstroepen om alles volgens het protocol te laten verlopen. Juist daarom is oefenen zo belangrijk.