Van het einde van de Tweede Wereldoorlog tot de missie in de Afghaanse provincie Uruzgan. Van de politionele acties in het toenmalige Nederlands-Indië tot de huidige VN-missie in Mali. Defensie duikt keer op keer, direct en indirect, op in de geschiedenisboeken.
In deze rubriek blikt de Defensiekrant kort terug op gebeurtenissen uit het verleden die een sterke link hebben met de Nederlandse krijgsmacht. Het zijn telkens historische feiten die de afgelopen 2 weken op dezelfde data zijn gebeurd.
4 aardbevingen in enkele maanden kosten begin 1997 ruim 3.500 Iraniërs het leven. De laatste schok van 7.1 op de schaal van Richter verwoest ook de stad Marsjhad. De Koninklijke Luchtmacht krijgt daarop het verzoek 33 ton hulpgoederen naar het land te vliegen. Na een tussenstop in Italië arriveert de KDC-10, bemand door 4 Nederlanders, in Marsjhad. "We ontvingen hier maximale hulp van de afhandelaar en werden bovendien met alle egards ontvangen”, herinnert vlieger majoor Van der Vaart zich. Diezelfde dag vliegt de KDC-10 non-stop terug naar Nederland.
10 mei 1940 - De Duitsers komen
Duitse SS-troepen liggen voor de Grebbeberg in dekking. Bron: Nederlands Instituut Militaire Historie
Het moet voor de Duitsers een korte krachtige aanval worden die Nederland binnen no-time op de knieën krijgt; een blitzkrieg. Ondanks flinke Defensie-investeringen in de jaren ’30 is Nederland in mei 1940 niet opgewassen tegen de Duitse overmacht. De krijgsmacht heeft 1 tank, te grote munitie voor de pantservoertuigen en bijna antieke wapens voor de infanterie. Het gevecht duurt na de eerste aanval op 10 mei dan ook niet lang. Op 14 mei capituleert Rotterdam, dat alsnog gebombardeerd wordt, en op 15 mei geven de Nederlandse strijdkrachten zich over. Alleen Zeeland capituleert tot 17 mei nog niet. Voor het Duitse leger betekent dit een flinke vertraging waardoor Franse troepen zich terug kunnen trekken naar het zuiden.
8 mei 1654 - Einde eerste oorlog
Schilderij van de Slag bij Ter Heijde, door Jan Abrahamsz. van Beerstraten, waar de Engelse blokkade van de Nederlandse havens wordt weggeslagen en admiraal Tromp sneuvelt Bron: Wikimedia Commons
Het is officieel het einde van de eerste Engels-Nederlandse oorlog: het Verdrag van Westminster. Eén simpele gebeurtenis doet 2 jaar eerder de zeeoorlog uitbreken. Admiraal Maarten Harpertszoon Tromp weigert bij het begeleiden van een aantal koopvaardijschepen door de Noordzee zijn vlag te strijken. De Engelsen beschouwen de zee als hun territorium en zien de actie van Tromp als een grote belediging. Generaal-ter-zee Robert Blake opent het vuur. In de periode hierna ontstaat een kat-en-muisspel. De Nederlandse vloot begeleidt koopvaardijschepen door de Noordzee terwijl de Engelsen die proberen te onderscheppen. Vaak zijn de inferieure Nederlandse schepen, ondanks een grote meerderheid, niet tegen de vijand opgewassen. Omdat beide landen in 1654 oorlogsmoe zijn, doen ze in het vredesverdrag geen concessies.
18 mei 1927 - Aanvaring
Hr. Ms. O7 (1916 - 1939) is het eerste schip gebouwd door de Rotterdamse scheepswerf Fijenoord. Bron: Nederlands Instituut Militaire Historie
Het Zweedse stoomschip Scania is op 18 mei onderweg van Borga naar Zaandam met een lading hout als om half 2 ’s middags onder water een flinke klap te horen is. Het is de Nederlandse onderzeeër Hr. Ms. O7 die onderweg naar het wateroppervlak de Scania raakt. Beide schepen hebben weinig schade en zetten hun tocht voort. De O7 is bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nog steeds in dienst en de Duitsers vinden haar volledig intact in de haven van Den Helder. De onderzeeër is echter te veel verouderd om de Duitse vloot te versterken. In 1944 zinkt de O7 als gevolg van een lekkage.
20 mei 1940 - Chaos bij evacuatie
De SS Pavon is bij Gravelines aan de grond gezet. Bron: Nederlands Instituut Militaire Historie
Een oud vrachtschip dat in de meidagen van 1940 de haven van Duinkerken verlaat is een aantrekkelijk doel voor Duitse bommenwerpers. Zeker met 1450 Nederlandse militairen aan boord. De Franse SS Pavon vertrekt op 20 mei 1940 naar Le Havre. De Nederlanders zijn vanaf de Peellinie teruggetrokken en worden nu in veiligheid gebracht om later terug te kunnen slaan. Als de duisternis invalt, cirkelt er echter een bommenwerper boven het schip. De eerste 4 bommen missen, de 5e treft zijn doel en maakt het schip vleugellam. Om zinken te voorkomen stuurt de kapitein de Pavon op een zandbank. Daardoor kan het grootste gedeelte van de opvarenden ontsnappen. 50 militairen komen om het leven. De anderen worden door de Duitsers, omdat ze ‘van het Germaanse ras zijn’, vrijgelaten.