Tekst Jack Oosthoek
Foto John van Helvert

'Alleen het weer voor 24 uur kan met enige zekerheid in kaart worden gebracht'

“Het weer is de wetenschap van de dobbelstenen; je gooit elke dag wat anders”, zegt meteoroloog kapitein Hugo van Bergen. Hij bedoelt het humoristisch. Aan de andere kant is zijn uitspraak zo waar als maar zijn kan. Als één beroep bol staat van onzekerheden, dan is het wel dat van weerkundige.

Van Bergen is mondiaal meteoroloog bij de Joint Meteorologische Groep op vliegbasis Woensdrecht. 7 dagen per week, de klok rond, maken hij en zijn 55 collega’s weersverwachtingen voor alle eenheden van de krijgsmacht, in binnen- en buitenland. Daaronder sinds kort ook de 'NATO Response Force' (NRF). Meestal gaat het om verwachtingen voor 5 dagen vooruit. Lastig werk, want in de tussentijd kan van alles veranderen waardoor de verwachting ineens de prullenbak in kan. Van Bergen: “Alleen het weer voor 24 uur kan met enige zekerheid in kaart worden. Daarna wordt het veelal onzeker. Overigens spreek ik daardoor liever over verwachtingen, dan over voorspellingen, want voorspellen doe je met een glazen bol.”

Slechte prognose
De Joint Meteorologische Groep levert de meest uiteenlopende informatie. Golfhoogtes, windsterkte, temperatuur, zicht, mist, sneeuw, regen, zandstorm: ‘U vraagt, wij draaien’. “Bij een slechte prognose wil een klant wel eens korzelig reageren. Maar wij kunnen er ook niets aan doen als het anders uitpakt dan verwacht”, vertelt Van Bergen.

Rijstmaaltijd
De informatie van de Joint Meteorologische Groep gaat digitaal naar de klant, in zo begrijpelijk mogelijke taal. “De klant, dáár doe je het voor! Soms krijg ik nuttige feedback of een bedankje. Zo nodigde de marine me onlangs uit voor een rijstmaaltijd in Den Helder. Elke uitgezette verwachting wordt continu gemonitord en indien nodig bijgesteld. Bij de minste of geringste verandering van bijvoorbeeld de windrichting, klopt die namelijk niet meer. In dat geval ontvangt de klant zo snel mogelijk een update. Het weer is een complex geheel en kan op allerlei fronten invloed hebben. Zo pakte de door de geallieerde 'forecasters' verwachte weersituatie tijdens D-day, de landingen in Normandië in 1944, prima uit, juist omdat het de dagen daarvoor bar en boos was geweest. Aangezien de Duitsers het goede weer niet zagen aankomen, werden ze hierdoor verrast. Een goede weersverwachting vergroot de overlevingskansen van een militaire eenheid. Het is mooi om daaraan een bijdrage te kunnen leveren.”

Onvoorwaardelijke kameraadschap
En dan te bedenken dat Van Bergen nooit plannen had om meteoroloog te worden. De basis daarvoor wordt min of meer gelegd wanneer de toenmalige korporaal na zijn diensttijd (begin jaren '90), bij Defensie wil blijven en zich bij de Koninklijke Militaire School in Weert meldt voor de opleiding tot sergeant (Beroeps Bepaalde Tijd, BBT). “Bij de krijgsmacht heerst een onvoorwaardelijke kameraadschap die je in het bedrijfsleven niet vindt. Ik voelde me daarbij gelijk thuis.” Na  de KMS volgt ook nog een plaatsing bij de toenmalige 41 Lichte Brigade in Seedorf (Duitsland), qua rang  groeit hij door  tot kapitein.

TV-gids
Medio jaren '90 beleeft hij zijn 1e uitzending, bij de vredesmacht 'Implementation Force' (IFOR) in het door oorlog verscheurde Bosnië-Herzegovina. Om daarna verkenner bij 42 Bataljon Limburgse Jagers te worden. Als zijn BBT-contract afloopt, zoekt hij opnieuw naar mogelijkheden om te blijven. Hij vult een bon in uit de tv-gids voor de opleiding tot Apachevlieger, maar wordt afgetest op zijn gehoor. Meteoroloog of brandweerman was wel een optie. “Ik ben een ‘vooruitdenker', een goede eigenschap voor een meteoroloog”, lacht Van Bergen, die zijn 1e functie van weerwaarnemer op de vliegbasis Eindhoven vervult (1998). Daarna wordt hij na allerlei cursussen assistent-meteoroloog op Woensdrecht en vervolgens basismeteoroloog. Aangezien ook een weerkundige op missie moet, dient hij in 2007 in Kandahar (Afghanistan). Een ‘schitterende ervaring’, zo benadrukt hij. “Operationeel werken is toch net even wat anders dan onder ‘laboratorische’ omstandigheden werken. Aan het einde van mijn uitzending wilde ik eigenlijk niet naar huis.”

Iedereen weerman?
Het weer is en blijft een geliefd gespreksonderwerp. Iedereen vindt er wat van en heeft er een mening over. “Met de komst van diverse weer-apps werd elke Nederlander een beetje weerman,” concludeert hij. “Maar of dat ook kwaliteit inhoudt…? De kneep zit ‘m juist in de correcte interpretatie van de diverse computermodellen en de actuele weerssituatie. Dat is en blijft een wisselwerking. Als onze beroepsgroep niet zou bestaan, is het één en al amateurisme en krijg je nooit een adequate weersverwachting. Wat dan overblijft zijn die voorspellingen uit de glazen bol. Dat belooft niet alleen niet veel goeds, maar ‘voorspelt’ ook niets juist.”

'Een goede weersverwachting vergroot de overlevingskansen van een militaire eenheid'