08

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 03

Uit de oude doos

Terug in de tijd

Van het einde van de Tweede Wereldoorlog tot de missie in de Afghaanse provincie Uruzgan. Van de politionele acties in het toenmalige Nederlands-Indië tot de huidige VN-missie in Mali. Het werk van Defensie heeft vaak, direct en indirect, een link met historische gebeurtenissen. In deze rubriek blikt de Defensiekrant terug op zulke feiten. Het zijn telkens historische gebeurtenissen die plaatsvonden op data, vallend in de 2 weken voorafgaand aan de nieuwe editie.

5 februari 1831 – Liever de lucht in

Foto: Amsterdams Historisch Museum

Jan Carel Josephus van Speijk krijgt tijdens de Belgische Opstand de opdracht met zijn kanonneerboot naar Austruweel te varen. Daar zou hij uit Antwerpen afkomstige scheepsladingen controleren. Een harde wind op de Schelde gooit op 5 februari 1831 echter roet in het eten. De Kanonneerboot n° 2, met een bemanning van 31 en 1 kanon, wordt de kant in geblazen. Antwerpse arbeiders, gewapende burgers en militairen stromen massaal toe. De LTZ 2 heeft een aantal maanden eerder gezworen zich nooit over te geven 'en nooit te dulden dat de geringste inbreuk gemaakt wordt op Neêrlands roem of de eer der vlag'. “Dan nog liever de lucht in”, Van Speijks laatste woorden. Hij steekt zijn sigaar in het buskruit en brengt het schip tot ontploffing. Voor zijn daden ishij later onderscheiden worden met het Ridderkruis der Vierde Klasse van de Militaire Willems-Orde.

7 februari 2003 – Operation Display Deterrence

Foto: Mediacentrum Defensie

Oplopende spanningen rond Irak zorgen er in februari 2003 voor dat de Turkse regering Nederland om drie Patriot-eenheden vraagt. Op de 7e stemt het kabinet hiermee in. Aanvullend leveren de Verenigde Staten 2 Patriot batterijen, zorgt de Duitse luchtmacht voor extra geavanceerde raketten en worden NAVO-breed 4 AWACS-toestellen gereserveerd om de eenheden permanent van informatie te voorzien. Tussen 2 maart en 16 april zijn de eenheden operationeel. Na 950 AWACS-vlieguren en zonder schendingen van het Turkse luchtruim keert op 1 mei het gros van de 371 Nederlandse militairen terug naar huis. 

1 februari 1953 – De dijken breken

Foto: Archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Als in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 het water in de Noordzee recordhoogtes bereikt, kunnen de dijken in het Deltagebied het niet meer aan. Ze breken door. Delen van Zuid Holland, Zeeland en West Brabant lopen onder. De watersnoodramp is een feit. 15.000 Nederlandse militairen worden naar het rampgebied gestuurd. Eén van hen is helikoptervlieger Rudolf Idzerda. “We wisten wel dat er iets mis was in het land, maar niet precies wat.” Eenmaal in het gebied drong de omvang van de ramp pas echt tot de vlieger en zijn team door. “We konden onze ogen niet geloven. Alles lag onder water. Je zag alleen nog boomtoppen en daken.” De watersnoodramp zou 1.830 mensen het leven kosten, waaronder 8 militairen. Idzerda redde met zijn heli 100 mensen het leven. Lees zijn verhaal op defensie.nl. doorlinken: https://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2013/02/01/watersnoodramp-met-eerste-heli-ruim-100-levens-gered-video

2 februari 1943 – Duitsland verliest Stalingrad

Foto: Das Bundesachiv

Het wordt nog steeds gezien als het grootste en bloedigste gevecht in de geschiedenis van oorlogsvoering, de belegering van Stalingrad. Op 14 september 1942 valt het Duitse 6e leger, ondersteund door het 4e pantserleger de stad met een groot offensief binnen. Straat voor straat rukken ze op en in november zijn de Sovjet troepen teruggedrongen tot enkele kleine zones in het westen van de stad. Op 19 november komt het Rode Leger echter met een tegenaanval. 18 infanteriedivisies, 8 tankbrigades, 2 gemotoriseerde brigades, 6 cavaleriedivisies en 1 anti-tankbrigade weten in 4 dagen Stalingrad te omsingelen. De 200.000 ingesloten Duitse militairen houden nog enkele maanden stand. Als de Sovjets echter alle vliegvelden hebben ingenomen en de bevoorrading van de Duitse troepen compleet stilvalt, geeft de Duitse bevelhebber Paulus zich op 2 februari over. Aan Duitse kant sneuvelen 850.000 militairen terwijl de Sovjet-Unie ruim 1,1 miljoen verliezen lijdt.

10 februari 1933 – Muiterij op Hr. Ms. De Zeven Provinciën

Foto: Archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Slecht eten en een salariskorting van 7 procent; De ingrediënten die op 3 februari 1933 leidden tot een muiterij op Hr. Ms. De Zeven Provinciën. Het Pantserschip, met een bemanning van 141 Europeanen en 256 inlanders, patrouilleerde in Nederlands-Indië toen voor de derde keer een flinke salariskorting werd doorgevoerd. De inlandse scheepslieden werden hierdoor harder geraakt dan de Europeanen en kwamen in opstand. De officieren werden naar het achteruit gedreven en de geweerrekken werden bestormd. De muiterij was begonnen. De commandant van het schip probeerde nog contact te leggen. De muiters dreigden het vuur te openen wanneer hij binnen 5 kilometer van het schip zou komen. Na 7 dagen kreeg De Zeven Provinciën een telegram: Binnen 10 minuten een witte vlag of er wordt geweld gebruikt. Het antwoord van de muiters: “Wensen niet gehinderd te worden en stomen op naar Soerabaja.” De marineleiding ziet geen andere uitweg. Een vliegtuigbom op het schip eindigt de muiterij. 23 doden zijn het gevolg.