Tekst Kap Wouter Helders
Foto SM Gerben van Es

In deze rubriek interviewt de Defensiekrant ex-militairen die een bijzondere carrièreswitch gemaakt hebben na hun diensttijd. Kent u ook iemand ie voor deze rubriek in aanmerking komt, stuur een e-mail naar defensiekrant@mindef.nl

Topman Geert-Jan van der Snoek (50) heeft het als oud-militair over een andere boeg gegooid. De voormalig marineofficier staat sinds 2014 als CEO aan het roer van de Telegraaf Media Groep (TMG). Zijn nieuwe commandocentrale? Een vergaderzaal in het hoofdkantoor. De kantoorloze topman doet een boekje open over zijn carrière, zijn keuzes en zijn mantra’s.  

Waarom koos u ooit voor Defensie?

Begin jaren ’80, toen ik van het VWO kwam, waren er wel 100 beroepen die ik leuk vond.  Ik kon niet kiezen. Aangezien ik toch in dienst moest, werd Defensie een aantrekkelijk alternatief. Dat het de Koninklijke Marine moest worden, was voor mij daarbij wel een uitgemaakte zaak. Het teamwerk, het opleidingsniveau, de kans om op jonge leeftijd al veel verantwoordelijkheid te krijgen, het buitenlands avontuur en de ‘laat-maar-zien-wat-je-kunt-mentaliteit’ spraken me erg aan. 

Welke functies heeft u binnen de marine bekleed?

Na een officiersopleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) ben ik o.a. wachtofficier geweest, heb op een mijnenjager gezeten en in de commandocentrale van een luchtverdedigingsfregat gewerkt. Elke functie was anders, kende zijn eigen uitdagingen en was telkens met een nieuw team. Wat ze wel gemeen hadden, was dat je als officier moest leren schakelen, niets-is-zeker en leiding durven nemen zonder jezelf op de voorgrond te stellen. Je bent nooit volledig klaar om op missie te gaan, maar wel om oplossingen te zoeken en vinden op het moment dat het er toe doet. Dat heb ik daar echt geleerd.    

Geert-Jan van der Snoek staat aan het hoofd van Nederlands grootste beursgenoteerde mediabedrijf: de Telegraaf Media Groep (TMG), waaronder de Telegraaf, Vrouw, DfT, Privé, Metro, Sky Radio, Radio Veronica en andere merken vallen. In Europa is TMG marktleider in de puzzelboekjes. Hij is getrouwd en heeft een zoon en een dochter. In zijn vrije tijd is hij graag te vinden op het water, hockeyveld of de schaatsbaan.

Heeft u veel aan uw tijd bij Defensie gehad?

Ja. Ik heb geleerd dat een goede voorbereiding en training alles is. Ik werk altijd verschillende scenario’s uit zodat ik niet verrast wordt door veranderingen. Mijn lijfspreuk is dan ook: ‘Tom Poes verzin een list’. Je moet anders kunnen en willen denken en afgewogen improviseren. Stilstand is geen optie. Die les ben ik nooit vergeten. Ik maak bijvoorbeeld altijd een analyse van waar en hoe ik ergens wil komen en beredeneer dan een tijdspad terug. In het bedrijfsleven wordt echt vaak andersom gedacht. 

Waarom bent u ooit weggegaan bij Defensie?

Ik was na tien jaar dienst als LTZ2OC commandocentrale-officier geweest bij o.a. Operatie Sharp Guard Ik was parallel aan het KIM afgestudeerd in de bedrijfskunde in Groningen. Met mijn doctoraal examen Bedrijfskunde op zak wilde ik mezelf graag verbreden binnen de Koninklijke Marine, maar dat ging niet. Een 'standaard pad' stond voor me uitgestippeld en dat had ik in die tijd te volgen. Dat was niets voor mij. Daar ben ik te ondernemend voor.

Van der Snoek tijdens zijn beëdiging (afleggen officierseed) op 7 september 1988 in Tanjung Priok, Indonesië. De eerste Nederlandse officiersbeëdiging in dat land na het vertrek van de Nederlanders uit hun voormalige kolonie.

Hoe wordt uw leiderschapsstijl door uw diensttijd beïnvloed?

Goed nieuws en successen deel je altijd met je team, ook bij slecht-nieuws gesprekken ga ik zelf op het zeepkistje staan. Zo ook afgelopen jaar toen ik verschillende reorganisaties moest aankondigen o.a. bij onze drukkerijen. Toen ben ik zelf in spijkerbroek midden in de nacht de werkvloer op gegaan. Ik ben eerlijk en hanteer geen kaasschaaf. Op die manier bezuinigen vind ik niet sociaal en bovendien leidt dat bij ons niet tot een succesvolle organisatie met duurzaam rendement. Op die manier laat je gezinnen veel te lang in onzekerheid zitten. Ik vertel liever waar mensen aan toe zijn. Ook als de boodschap minder leuk is. Dat verwacht ik trouwens ook van mijn mensen naar mij toe. We zijn een team, dat is voor mij fundamenteel. We moeten het samen doen (jong/ oud, man/ vrouw, van receptie tot directeur) en vooral eerlijk en duidelijk zijn naar elkaar. Persoonlijk leiderschap is daarbij fundamenteel. Je moet niet afwachten, maar zelf actie ondernemen, altijd blijven rondkijken en vooral het voorbeeld (durven) te geven.

Hoe ga je om met weerstand binnen TMG?

Mijn werkplek wordt bepaald door de plek waar het team, mijn collega’s of klanten zich bevinden. Voor mij is het tijdperk van een vaste werkplek met computer, telefoon, bureau en plant toch echt voorbij. Mijn werkplek is mobiel (zowel de plek als laptop en telefoon), je moet bij de mensen en de klanten zijn, alleen zo maak je echt contact. Ik probeer zo veel mogelijk uit de ivoren toren die het hoofdkantoor is te komen en doe zoveel mogelijk veldwerk. Ik probeer zo bereikbaar mogelijk te zijn en zo veel mogelijk mensen op alle niveaus te spreken om te weten wat er overal speelt, om te sparren, coachen én om onze koers en visie telkens weer bij iedereen tot leven te laten komen. Iets ter discussie stellen, is belangrijk om samen te groeien en beter te worden, maar kritiek heb ik het liefst recht in mijn gezicht. Verder is voor mij heel helder dat wij de ingezette koers blijven volgen. Als ik een keuze maak dan ga ik ‘all the way’ en haak niet halverwege af. Dat draag ik graag uit: “maak een keuze en ga er vol voor”.

Wat kan Defensie leren van de TMG?

Defensie en haar medewerkers mogen openlijk veel trotser zijn op de organisatie en haar medewerkers. Trots op de taak en het werk. Draag het uit, draag het uniform met trots! Tegelijkertijd is het inmiddels helaas een uitgekleed bedrijf met veel te weinig handjes voor haar maatschappelijk zeer verantwoordelijke taak. Het is aan de politiek om nu weer te investeren in vernieuwing, innovatie, opleiding, het aantrekken van jong talent en te bouwen aan een krijgsmacht die er toe doet. Een krijgsmacht waar we trots op zijn en die in staat is om, zonder roofbouw op de collega’s en hun families, haar multidisciplinaire taak overal in de wereld te kunnen vervullen. Net als wij (TMG, red.) hier nu doen. Om in een marine-analogie te spreken: We maken nu schoon schip en trainen mensen om optimaal inzetbaar te zijn voor de missie die van ons wordt gevraagd.