Tekst Arjen de Boer

Het was keihard werken, maar de grootste NAVO-oefening in ruim 10 jaar zit erop. Trident Juncture 2015 was een complexe, maar uitdagende militaire oefening waarbij meer dan 36.000 militairen uit zo'n 30 landen alles uit de kast moesten halen.

Nederland leverde met ruim 1.300 militairen een belangrijke bijdrage. De Koninklijke Luchtmacht leverde onder andere helikopters plus bemanningen en het personeel voor het AWACS-radarvliegtuig. De Koninklijke Landmacht deed mee met verkenners, inlichtingenspecialisten en luchtverdedigingsteams. De Koninklijke Marine bracht schepen, mariniers en special forces mee.

De grootste NAVO-oefening in ruim 10 jaar bestond uit 2 onderdelen. De eerste was een zogeheten Command Post Exercise die duurde van 3 oktober tot en met 16 oktober. Dit was een computergestuurde oefening voor de verschillende hoofdkwartieren, waarin zij konden testen of zij een complexe militaire operatie efficiënt en effectief konden aansturen.

Het tweede deel was een Live Exercise waarbij eenheden in het veld, op zee en in de lucht daadwerkelijk operaties tot een goed einde moesten brengen. De kers op de taart was de grote eindoefening die tot en met 5 november duurde.

De nadruk lag op certificering voor de NATO Response Force, de snelle interventiemacht van de NAVO die binnen 5 tot 30 dagen overal ter wereld inzetbaar is.

Trident Juncture was niet alleen een verzameling van diverse landen, mensen en materieel. De Duitsers hadden bijzondere collega’s meegenomen. Niet omdat ze zulk prettig gezelschap zijn, maar omdat het keiharde werkers zijn, die veel last op hun schouders kunnen dragen. Letterlijk, want de ezels van de Duitse berginfanterie-eenheid dragen onderdelen van de mortieren. Ezels zijn perfecte collega’s die in gebieden kunnen komen, waar (nog) geen transportvoertuig terecht kan. Foto: A. Markus.
Aan de oefening deden meer dan 30 landen mee. Het was de bedoeling om in een complex scenario samen te werken en de werkwijzen op elkaar af te stemmen zodat de bondgenoten snel en goed kunnen opereren tijdens een crisis. De Verenigde Staten waren ook bij Trident Juncture van de partij. Op de foto voertuigen van de Amerikaanse mariniers aan het einde van een lange dag. Foto: C. Artigues.
Speciale aandacht was er voor de inzet van special forces. Nederland levert 2 teams van 6 man van de Maritime Special Operations Forces (MARSOF) aan NAVO’s interventiemacht. Hierbij wordt nauw samengewerkt met België dat 1 team commando’s levert plus een snelle speedboot. De special forces werden tijdens Trident Juncture onder andere ingezet om gebieden te verkennen en doelen in kaart te brengen voorafgaand aan een amfibische landing. Op de foto is te zien hoe mannen van MARSOF zich klaarmaken om een gebouw te doorzoeken. Foto: sergeant-majoor Maartje Roos
De Koninklijke Luchtmacht leverde 2 Cougar transporthelikopters die voor een breed scala aan taken inzetbaar zijn. Hoofdtaak is het vervoeren van mariniers van en naar het amfibisch transportschip Zr. Ms. Johan de Witt. Tijdens de oefening hadden de piloten ruim de gelegenheid om te oefenen in het werken boven de heuvels van Zuid-Spanje en nachtvliegen. Foto: sergeant-majoor Maartje Roos.
Mariniers van 2 Marine Combat Group moesten flink aan de bak. Zij maken deel uit van de maritieme taakgroep die Nederland levert aan de NRF en konden in Spanje in vaardigheden aanscherpen. Op de foto is een zogeheten Landing Craft Utility (LCU) te zien, met op de achtergrond Zr. Ms. Johan de Witt. Een LCU is een relatief groot landingsvaartuig dat bijvoorbeeld grote voertuigen kan vervoeren. Foto: sergeant-majoor Maartje Roos.
Trident Juncture had zo ongeveer alles. Er werd gevlogen, gereden en gevaren. Maar ook onder water gebeurde genoeg. Duikboten vielen schepen aan en voerden inlichtingenoperaties uit. Maar ook de duikers van het Very Shallow Water team waren van de partij. Deze mannen verkennen de ondiepe gedeelten van een kustgebied vlak voor een amfibische aanval. Zij speuren explosieven op en brengen deze indien nodig tot ontploffing. Foto: Mediacentrum Defensie.
Samenwerking was toch een sleutelwoord. Niet alleen tussen eenheden van verschillende naties, maar zeker ook tussen krijgsmachtdelen. Zo beveiligden Stingerteams van de landmacht schepen en mariniers tegen eventuele luchtaanvallen. Cougar transporthelikopters van de luchtmacht fungeerden als oefendoelwit. Op de foto is een testopstelling met 2 Stingers te zien. Mocht de eerste het doelwit missen, dan fungeert de tweede als back up. Foto: sergeant-majoor Maartje Roos.
Uiteraard was het ook een drukte van belang in de lucht boven het oefengebied in Portugal, Spanje en Italië. Er deden zo’n 200 vliegtuigen mee aan Trident Juncture. Op de foto een stemmig sfeerbeeld boven de Italiaanse vliegbasis Trappani. Een KC-767 tankvliegtuig wordt vergezeld door 2 AMX jagers aan de rechterkant, 2 Eurofighters links en 3 Tornado jachtbommenwerpers achteraan. Alle toestellen zijn van de Italiaanse luchtmacht. Foto: Miks Uzans
Een vloot van 18 schepen uit diverse landen vaart in strakke formatie op de Middellandse Zee (eentje valt buiten beeld). Vooraan de helikoptercarrier HMS Ocean van Groot-Brittannië. Links daarvan is als tweede schip de Zr. Ms. Johan de Witt te zien, herkenbaar aan de karakteristieke hoge opbouw. Direct daarachter vaart het Luchtverdedigings- en Commandofregat Zr. Ms. Tromp. Tijdens het formatievaren kunnen marines van verschillende landen hun protocollen op elkaar afstemmen. Foto: J.J. Massey.
Rivieren zijn flinke obstakels voor een leger dat voorwaarts wil. Genietroepen zijn dan ook onmisbaar. Zij kunnen tal van obstakels slechten. Voor rivieren zijn speciale pontons ontwikkeld die, eenmaal aan elkaar gekoppeld, een stevige, drijvende brug vormen waarover met gemak de zwaarste tank naar de overkant kan rijden. De foto laat zien hoe kleine bootjes zo’n brugdeel in de juiste positie manoeuvreren. Foto: Sold Ferraz.