Tekst kapitein Marlous de Ridder
Foto sergeant Hille Hillinga
Iraakse elitesoldaten strijdlustig richting front
De Irakezen hebben weinig keus. Krijger of niet. In ISIS hebben ze een weerbarstige tegenstander gevonden. Op veel plaatsen in Irak is ISIS teruggedrongen, maar de strijd is nog lang niet gestreden. Daarom zijn in rap tempo nieuwe soldaten nodig. Opgeleid door de beste speciale eenheden ter wereld, vertrekken de Irakezen strijdbaarder dan ooit richting het front.
De commandocursus in Bagdad is geen maatwerk. Bussen vol jonge en oude rekruten worden de ‘academie’ van de Iraqi Special Operations Forces (ISOF) binnengereden. Een nieuwe selectiedag is aangebroken. In de brandende zon ondergaan de nieuwkomers fysieke en mentale testen. De rotte appels worden er tussenuit gehaald, maar van uitgebreide selectie is geen sprake. De Iraakse overheid heeft geen baat bij een afvalrace. Ze wil zo snel mogelijk relatief goed getrainde militairen naar het front sturen. De 8-weekse commandocursus voorziet hier in.
Enkele tientallen Nederlandse special forces (zowel het Korps Commandotroepen als de Maritime Special Operations Forces leveren trainers, red.) geven sinds begin maart diverse opleidingen. Dit gebeurt in coalitieverband onder leiding van de Combined Joint Special Operations Task Force Iraq. De Irakezen leren schieten, fysiek en mentaal sterk worden, vechten in verstedelijkt gebied, gewonden verzorgen en omgaan met krijgsgevangenen. Na deze basis krijgen sommigen een vervolgopleiding tot sniper, medic of instructeur. Binnen de Commando Instructor Course heeft Nederland de leiding. Hiermee leggen onze commando’s de basis voor een hoogwaardig instructeurskorps.
Op eigen benen
Inmiddels laten de Nederlanders steeds meer lessen over aan de Iraakse instructeurs, die volgens het ‘train-de-trainer’ principe zijn opgeleid. De instructeurs worden geselecteerd uit de commandocursus en als bekwaam gezien om de kennis over te dragen. Daarmee is het accent van de missie meer komen te liggen op mentoring. “Wij willen dat de Irakezen zo snel mogelijk op eigen benen staan”, vertelt de commandant van het Nederlandse SOF-detachement, majoor Mark. “Door de verantwoordelijkheid daar te leggen waar het hoort, creëer je betrokkenheid. Als ze niet opletten in de les of eigenwijs zijn, dan hameren de trainers erop: “Wij zijn hier voor jullie”.
Overlevingskans
Voortdurend worden lessen geëvalueerd en aangepast. Zo hadden fastropen, abseilen en het ‘werken op hoogte’ een prominente rol in de opleiding. “Dat is nu significant anders”, zegt Mark. “De mentale component blijft belangrijk, maar we moeten niet vergeten waarvoor ze hier zijn. Deze eenheden worden aangemaakt om ISIS te verslaan; vanuit die gedachte werken we op.”
‘Wij doen steeds vaker een stap terug’
Toekomst
In totaal moeten er duizenden speciale troepen bijkomen. Zeker is dat de
Nederlandse militairen voorlopig betrokken blijven bij de trainingen in Bagdad,
het mandaat is immers verlengd tot oktober 2016. Voor komend jaar moet volgens
de commandant de focus nog meer komen te liggen op de Irakezen zelf. De coalitie
doet dan vaker een stap terug. Daarnaast is het belangrijk om het leiderschap te
versterken. “De enkele vent is best goed, maar het kader valt nog te
ontwikkelen.”
Eind oktober is overigens een begin gemaakt met de Operator Training
Course (OTC), hier ligt de nadruk op groeps-en pelotonsniveau.
Zijn het na 8 weken commando’s? Ja, naar Iraakse normen. Koud uit de opleiding zijn dit de mannen die het land moeten beschermen tegen ISIS. Vergeleken met Nederland, waar een commando in 18 maanden wordt klaargestoomd voor zijn taak, blijft het een relatieve korte tijd om soldaten te trainen die bij zware gevechten worden ingezet.
‘Trots is voor een Irakees heel belangrijk’
De Nederlandse operators nemen een bak aan ervaring mee. De meesten hebben meerdere gevechtsmissies erop zitten. In Irak moeten ze die kennis zien over te dragen. Hoe zet je af en toe die Westerse bril af? 3 trainers vertellen over hun ervaring.
Tweede luitenant Bas (KCT), teamleider
“Het niveau van de cursisten is heel verschillend. Sommigen zijn fit en hoogopgeleid. Anderen zijn analfabeet. ‘Sorry, je past niet in het profiel’, hoor je ons niet zeggen. Dat betekent niet dat we niemand wegsturen. Er zitten cursisten tussen die snel opgeven. Als je de fighting spirit en hardheid mist, ga je tegen ISIS nergens komen. De eerste weken moest ik even schakelen. Te laat komen, is hier bijvoorbeeld normaal. Nederlanders zijn daarentegen punctueel. Inmiddels gaat ze het organiseren van een les of schietdag goed af. Ook de discipline komt langzaam. De instructeurs geven de lessen steeds vaker zelf, wij doen met gemak een stap terug.”
Korporaal Roy (MARSOF), trainer
“We leren ze de basis en daarmee een hogere kans om te overleven. Belangrijk is om de cursist in z’n waarde te laten. De Iraakse way of life moet je accepteren. Tijdens een training zoek ik altijd naar de gulden middenweg. Daar waar het om veiligheidsissues gaat, treden we natuurlijk wél op. Eer en trots zijn voor een Irakees heel belangrijk. Geven we een instructeur kritiek, dan volgt ook een compliment. Dat werkt goed, we zijn hier niet om ze af te branden. Ik vind deze missie erg leerzaam. Met name omdat je in recordtempo instructie-ervaring opbouwt. Of ze klaar zijn voor de strijd? Ze zijn absoluut beter voorbereid, maar kijkend naar dit conflict ben je er nooit klaar voor, denk ik.”
Sergeant-1 Paul (KCT), trainer small unit tactics
“Het ‘waarom’ is voor een Irakees heel belangrijk. Dat geven we de instructeurs steeds mee. We zijn nu hard bezig met het verbeteren van het niveau van de Iraakse trainers. Hoe zet je een les op met een intro, kern en einde? Irakezen willen graag en zijn leergierig. Ze vergeten in hun enthousiasme hoe belangrijk een goede voorbereiding is. Wat daarnaast cultureel bepaald is, is dat ze altijd zeggen dat ze iets kunnen. Dat is vanuit hun eergevoel. Vervolgens zeg ik: ‘Geef maar een demo’ en dan blijkt toch de basale kennis te ontbreken. Ik vind het belangrijk dat we onze Westerse bril af en toe afzetten. Uiteindelijk moeten ze het zelf doen, ook als wij straks weg zijn.”