Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto John van Helvert

‘We vonden ruim 1600 mijnen op de Noordzee’

Mijn missie, ons belang

Mijn Missie Portret

Na zijn studie reisde Joost Maas (32) een jaar lang door Australië om daarna de knoop door te hakken: word ik gymleraar of marinier? Hij koos voor het laatste. Helaas gooide een rugblessure tijdens de opleiding roet in het eten. En dus maakte de inmiddels luitenant-ter-zee 2 de overstap naar de zeedienst. Nu ruimt hij als mijnenjachtofficier aan boord van Zr.Mr. Urk mijnen op de Noordzee en ver daarbuiten. 

“Van jongs af aan ben ik graag in en op het water. Zeilen en wedstrijdzwemmen waren mijn grote hobby’s. Thuis vertelden mijn vader en grootouders mooie verhalen over werken bij de marine. Ook mijn hart ligt hier. 

Na een interne opleiding begon ik vorig jaar als mijnenjachtofficier. Het spannende is dat we altijd met echte explosieven werken, ook in vredestijd. Op de zeebodem van de Noordzee liggen nog steeds veel niet ontplofte bommen uit de Tweede Wereldoorlog. Ze zijn een gevaar voor de scheepvaart. 10 jaar geleden kwamen 3 vissers aan boord van de Ouddorp 10 om het leven. Zij visten een Amerikaanse vliegtuigbom op die aan dek afging. Sindsdien zijn er nog ruim 1.600 meldingen geweest over mogelijke explosieven voor de kust. Wie weet hoeveel er nog komen.

Tegenwoordig markeren vissers een gevonden object met een reflector, gooien het terug in zee en melden de vangst via de radio. Ze beschrijven het object aan de hand van een afbeeldingenkaart met 58 soorten explosieven. Ook particuliere duikers die de zeebodem voorafgaand aan bouwwerkzaamheden onderzoeken, melden vondsten. Voor de zomer ruimden we boven de Waddeneilanden nog 6 mijnen in 3 weken tijd.

Wanneer we op een melding afvaren, weten we nooit precies wat we tegenkomen, maar alles zegt bij de juiste trigger ‘Boem!’ De adrenaline stijgt, iedereen staat op scherp. Terwijl we met duikers of seafox (een op afstand bestuurbaar onderwatervaartuig voor de identificatie en vernietiging van zeemijnen, red.) het object proberen te identificeren, blijven we op veilige afstand. Een explosief kan al afgaan bij een veranderende waterdruk door overvaren. Ook voor ons geldt een reële dreiging. Uiteraard houden we onze vaardigheden bij door regelmatig oefenen. Vaak doen we dat met onze NAVO-partners, zoals in juni tijdens de oefening Baltic Operations (lees de reportage in Alle Hens 06/07).

Dag en nacht liggen 2 mijnenjagers klaar voor onmiddellijke inzet. De één bewaakt de Noordzee samen met de Belgen en Engelsen, de ander kan binnen no time op missie vertrekken onder de NAVO-vlag. Mensen staan er niet bij stil. Leg een enkele mijn in de havenmonding van Rotterdam en de hele haven valt stil. Zowel op het water als op de wal, alles en iedereen moet wachten. Dat kost miljarden. We maken dus niet alleen de wereldzeeën een stukje veiliger, we zorgen ook dat de eigen economie blijft draaien door handelsroutes overzee mijnenvrij te houden.”

Mijn missie mijn