Commandant der Strijdkrachten spreekt tijdens Bevrijdingsdefilé Wageningen
Toespraak Commandant der Strijdkrachten in Wageningen
Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp sprak dinsdag 5 mei bij het Bevrijdingsdefilé in Wageningen. Nederlands hoogste militair richtte zich tot eenieder. ‘Hoe ver bent u bereid te gaan voor vrijheid?’ Zijn bevrijdingsdagtoespraak.
6 juni 1944. D-Day. Soldaat Ray Lord, 19 jaar, komt vanuit Engeland aan op Sword Beach in Normandië. Hij springt uit zijn landingsvaartuig. Het koude zeewater reikt tot zijn heupen. Zijn zeeziekte is op slag verdwenen.
In de verte ziet hij zijn doel. De vijandelijke Duitse stellingen. Vóór hem: 600 meter aan open terrein. Hij gaat voorwaarts. Minutenlang ligt hij onder vuur. Zonder enige vorm van dekking. Het lijken wel eeuwen. 200 van zijn kameraden halen het niet. Zij sneuvelen. Ray haalt het wel. Later raakt hij gewond bij Caen, maar hij vecht door. Tot in Nederland, waar hij één van onze bevrijders is. Terugkijkend zegt Ray over D-Day: “It was a job that had to be done, so we had to do it.” Voor Ray was dit vanzelfsprekend. Opkomen voor vrijheid.
En nóg steeds, 70 jaar later, zijn mensen die opkomen voor vrijheid keihard nodig. Gaat u maar na wat er om ons heen gebeurt. Aan de oostgrenzen van Europa zien we oorlog. Zien we de macabere resten van vlucht MH17. Zien we verontruste NAVO-bondgenoten die ons om hulp vragen. Aan de zuidgrenzen van Europa zien we honderdduizenden dodelijke slachtoffers. Zien we onthoofdingen. Zien we duizenden bootvluchtelingen op de Middellandse Zee. En in het hart van Europa zien we bloedige aanslagen, zoals op de redactie van Charlie Hebdo. Het zijn afschuwelijke beelden. Beelden die een beklemmend gevoel geven. Beelden die laten zien dat we niet zo veilig zijn als we soms denken. Dat is heel confronterend. We kunnen hopen dat deze problemen zichzelf oplossen…
Maar de realiteit is dat dit niet zomaar overwaait. We kunnen niet weg
kijken. Niets doen is geen optie. Toen niet, nu niet.
Daarom zou ik u vandaag willen vragen: Wat hebben wij als samenleving over voor
vrijheid? Hoe ver bent u bereid te gaan voor die vrijheid?
John Jager, 27 jaar, uit Ede, vond zijn eigen antwoorden op deze vragen. Hij ging in dienst. Hij werd marinier. Hij vocht in Afghanistan voor de vrijheid. En over het opsporen van bermbommen zegt hij: “Als je iets moet doen, dan doe je dat gewoon.”
Want, dames en heren, soms moeten we meer doen dan onze dijken verhogen. Soms is het nodig onvrijheid bij de bron te bestrijden. Daarom hebben we een krijgsmacht. Daarom zetten militairen ook vandaag hun leven op het spel. Hiermee wil ik niet zeggen dat we alle problemen militair moeten oplossen. Integendeel. Militaire inzet is hooguit onderdeel van een bredere oplossing. Maar ook als samenleving én als individu kun je bijdragen aan vrijheid. Door elkaar te respecteren. Door je stem te laten horen. Door te erkennen dat vrijheid iets is waaraan we moeten blijven werken. Of, alleen al door te herinneren, en te beseffen dat vrijheid geen gegeven is.
Dames en heren, John nam kortgeleden - op het strand in Normandië - het vuur over van Ray. Het vuur van de vrijheid dat u achter mij ziet branden. Ray kwam op voor die vrijheid, John komt op voor die vrijheid… Laten we met z’n allen opkomen voor die vrijheid! En ik hoop dat u over een paar maanden nog eens terugblikt op vandaag. En denkt: Was dat verhaal op 5 mei een verhaal over een oude veteraan, een verhaal over een jonge marinier, of is het ook een verhaal van mij persoonlijk? Is het ook een verhaal van ons allemaal?