Tekst redactie Mediacentrum Defensie
Foto Phil Nijhuis

Van ouderwets boekwerk naar makkelijk toegankelijke catalogus

Voor welke klussen kan de civiele overheid Defensie om hulp vragen? Het was allemaal te vinden in een lijvig papieren boekwerk. Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp lanceerde vandaag de compleet vernieuwde, begrijpelijke en digitale catalogus Nationale Operaties in Den Haag.

De digitale catalogus Nationale Operaties vind je hier.

In de catalogus staat wanneer civiele veiligheidsorganisaties de krijgsmacht kunnen inschakelen, hoe dat in z’n werk gaat en hoeveel het eventueel kost. Defensie heeft de catalogus samengesteld samen met alle civiele veiligheidspartners zoals gemeenten, Veiligheidsregio’s, hulpdiensten, het Openbaar Ministerie en Waterschappen.

Middendorp: “De afgelopen 20 jaar heeft Defensie een enorme metamorfose ondergaan. Grote reducties gingen gepaard met ingrijpende vernieuwingen en vrijwel continue expeditionaire inzet. Het werk van onze mensen voor Nederland in Afghanistan, Mali en bij de bestrijding van ISIS, ebola en piraterij maakt mij trots. Maar die focus op buitenlandse missies riep 10 jaar geleden ook de vraag op: Hoe staat het eigenlijk met onze derde hoofdtaak, de nationale inzet?”

x
De Commandant der Strijdkrachten lanceerde de Catalogus Nationale Operaties in de Leeuwenkuil op het ministerie van Defensie.

Taken

De hier op volgende inventarisatie leverde een uitgebreide lijst op van vaste taken, ad hoc-bijstand en unieke capaciteiten. Denk aan:

  • Grens- en luchtruimbewaking
  • kustwacht
  • antiterreurinzet
  • explosievenruiming
  • blushelikopters
  • CBRN-capaciteit (chemisch, bacteriologisch, radiologisch en nucleair)
  • noodbruggen, medische en logistieke capaciteiten voor rampenbestrijding

Samen met TNO en de andere (civiele) veiligheidsdiensten werd vervolgens onderzocht, hoe hierover bindende afspraken zijn te maken, het project Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking. Om deze afspraken in de praktijk te brengen werden officieren veiligheidsregio geïntroduceerd. Zij fungeren als schakel tussen de civiele instanties en Defensie. Hiermee ontstond de eerste papieren versie van de catalogus.

Majoor Niek Scholts is de ontwerper van de nieuwe catalogus. Scholts: “Het idee was om van een ouderwets boekwerk te gaan naar een voor iedereen begrijpelijke en makkelijk toegankelijke catalogus. Iedere civiele partner moet intuïtief zijn weg kunnen vinden. De vorige versie stond bijvoorbeeld ook nog vol met militaire taal, wat ook niet door iedereen wordt begrepen. Maar de belangrijkste verbetering is misschien wel de mogelijkheid om de catalogus continu te verbeteren en te actualiseren.”

x
Majoor Niek Scholts (links) en de CDS testen de digitale catalogus op een tablet.

Vanuit de klant gedacht

Jacqueline Buitendijk is als directeur Risico- en Crisisbeheersing Veiligheidsregio Utrecht een van de mogelijke klanten van Defensie: “Ik vind de nieuwe catalogus geweldig. Er is echt vanuit de klant gedacht. Het gaat heel sterk uit van het effect dat je wilt bereiken en je ziet hier ook nog eens heel goed wat er mogelijk is. We waren inmiddels al gewend aan het feit dat Defensie iets voor ons kan betekenen, maar dit maakt het weer een stap concreter.”

Middendorp: “De civiel-militaire samenwerking is de afgelopen jaren echt tot bloei gekomen. Vooroordelen zijn verdwenen en we waarderen elkaars capaciteiten. Dagelijks wordt inmiddels ongeveer een derde van de krijgsmacht hiervoor ingezet. In 2012 zo'n 1950 keer en in 2014 al bijna 2500 keer! Het voordeel aan de digitale catalogus is dat we hem ook voortdurend kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld als we nieuwe zoekvaardigheden opdoen in missiegebieden en die ook in Nederland bruikbaar blijken. We hebben inmiddels heel wat verborgen ruimtes ontdekt.”