Een terugblik op 15 jaar aanwezigheid in Kosovo

Een burgeroorlog stond 15 jaar geleden op het puntje van uitbreken in de Servische provincie Kosovo. De internationale gemeenschap greep in. 50.000 militairen, onder wie Nederlandse troepen, trokken onder bevel van de NAVO Kosovo binnen. De Defensiekrant reisde naar de Balkan om te kijken hoe het ooit was, nu is en wat toekomst met zich brengt. 

x
De KFOR-troepenmacht is inmiddels teruggebracht tot 4700 man en is steeds minder zichtbaar aanwezig in Kosovo. De Kosovaren worden steeds meer weer zelf verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid.

In de vroege ochtend galmt het geluid van kerkklokken door de Kosovaarse hoofdstad Pristina. Langzaam ontwaakt de stad. Zo op het eerste gezicht doet niets vermoeden dat hier een aantal jaar geleden een heftige crisis plaatsvond. “15 jaar geleden was de sfeer totaal anders”, vertelt luitenant-kolonel Dick Mintjes. De landmachter is actief als Recourse Manager voor KFOR (Kosovo Force). Voor deze vredesmacht is hij verantwoordelijk voor de logistieke bevoorrading. Een heel andere rol dan 15 jaar geleden toen hij als Civil Military Cooperation (CIMIC)- officier actief was in Kosovo. Mintjes zocht toen contact met civiele organisaties en burgers om informatie te krijgen over de behoeften die nodig waren om rust te creëren. “Slechte infrastructuur, weinig nutsvoorzieningen, veel daklozen en vluchtelingen,’ vat de overste de situatie van toen kort samen.  “Daarnaast waren er veel meer spanningen tussen de Kosovo-Albanezen en de Serviërs in het gebied.  Kerken en moskeeën werden gemolesteerd en bevolkingsgroepen onderdrukt. Hoewel er nog geen totale stabiliteit heerst, zitten we nu op de goede weg.” 

x
Italiaanse Carabinieri houden onder de vlag van politiemissie EULEX de wacht op de brug in het centrum van Mitrovica. De brug verbindt het overwegend Servische deel van de stad op de noordoever met de zuidelijke helft van de stad waar de meeste Kosovo-Albanezen wonen. Bij rellen tussen de twee bevolkingsgroepen is de brug vaak het strijdtoneel.

Grote broer

De effecten van 15 jaar internationaal ‘bezoek’ in Kosovo beginnen vorm te krijgen.

Nieuwe huizen, luxe kantoorpanden, winkelcentra en snelwegen zijn in aanbouw. De regio is langzaam, maar zeker aan het herstellen van de crisis. Ook qua veiligheid is er veel veranderd. De NAVO-rol van beveiligen en bewaken is in 15 jaar verschoven naar het monitoren en adviseren. “Als ‘grote broer’ kwamen wij als internationale vredesmacht naar Kosovo om de situatie te stabiliseren. Kerken en moskeeën en bevolking werden beveiligd, de rust bewaakt en hulporganisaties binnengelaten. Tegelijkertijd werden lokale bestuurders vervangen door internationale vertegenwoordigers die zich bezig hielden met de opbouw van een politiekbestel”, vertelt Mintjes. Na 9 jaar VN-bestuur kregen de lokale autoriteiten in 2008 weer een stukje bevoegdheid terug. Inmiddels kijken NAVO, VN en EU vertegenwoordigers alleen nog over de schouder mee. 

x
Majoor Jos Bremer, Hoofd Operaties van EULEX. “Het kan hier van het ene of het andere moment oplaaien.”

Van 600 naar 5

“In het begin van de crisis was KFOR de eerste partij die bij conflicten acties ondernam. Inmiddels zitten hier 2 schakels tussen. Allereerst reageert de Kosovo Police (KP). Als deze lokale politiemacht de situatie niet aankan, komt de Europese politiemacht EULEX in beeld. Pas als deze partij ook hulp nodig heeft, komt KFOR in beeld”, legt Mintjes uit. Door deze verschuiving ligt de verantwoordelijkheid meer bij de lokale autoriteiten. “Het aantal KFOR-militairen  is sterk gedaald van 50.000 naar 4700. De Nederlandse inbreng was in 1999 ruim 600 militairen. Inmiddels zitten we hier nog met zijn vijven. De grote inkrimping van KFOR is een teken dat het beter gaat.”

x
Het 15-koppige Nederlandse EULEX detachement ondersteunt de Kosovaren bij het reguliere politiewerk, grenscontroles en bij de passagierscontroles op de luchthaven van Pristina.

Onderhuids

Hoewel het rustig oogt in Kosovo is het volgens Majoor Jos Bremer, Hoofd Operaties van EULEX, niet altijd koek en ei. “De conflicten zitten hier erg onderhuids. Het kan hier van het ene of het andere moment oplaaien.” Hij is namens Nederland bezig met het leggen van een stevig fundament voor het rechtssysteem in Kosovo. “Achter de schermen monitoren en adviseren we lokale politie, juristen en rechters. De bevolking moet zien dat criminaliteit aangepakt wordt”, vertelt hij. Volgens de majoor is dit dan ook de grootste uitdaging voor EULEX. “De laatste periode zijn er veel arrestaties verricht. Dan komen de onderhuidse spanningen weer bovendrijven. Als er meer aanhoudingen plaatsvinden aan de Servisch-Kosovaarse kant, dan aan de Kosovaarse-Albanese, zijn er extremisten die dit gebruiken om onrust te stoken. EULEX is voor hen een obstakel, omdat de EU-politiemacht de lokale autoriteiten aanmoedigt om corruptie en criminaliteit stevig aan te pakken.” 

x
Majoor Bremer: “Als er meer aanhoudingen plaatsvinden aan de Servisch-Kosovaarse kant, dan aan de Kosovaarse-Albanese, zijn er extremisten die dit gebruiken om onrust te stoken.”

Orde van de dag

Hoewel de onruststokers zich van tijd tot tijd laten horen, ziet de toekomst er volgens Mintjes en Bremer steeds beter uit. Dat blijkt ook uit de dagelijkse gang van zaken. Vluchtelingen die 15 jaar geleden hun dorpen verlieten, komen langzaam terug. En terwijl de kerkklokken in de ochtend luidden, klinkt ‘s avonds vanuit de moskeeën de oproep tot gebed. Een situatie die 15 jaar geleden haast ondenkbaar leek. 

x
Luitenant-kolonel Dick Mintjes (l). Maakte in 1999 ook al deel uit van KFOR en is na 15 jaar weer terug voor een nieuwe missie.