09

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 05

Concentreren, verduurzamen, vernieuwen

Tekst André Twigt
Foto KPL 1 Barend Westerveld

Bestendiging en bouw vastgoed Caribisch gebied is hele toer

Het klimaat in het Caribisch gebied mag dan garant staan voor veel plezier, het vastgoed van Defensie lijdt er dagelijks onder. Veel felle zon, soms harde regens, dito wind en een hoge luchtvochtigheid zorgen ervoor dat gebouwen snel verouderen en vaker onderhoud nodig hebben. Daarbij is er nog een dingetje voor de langere termijn: de stijging van de zeespiegel.

Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn wat kapitein-luitenant ter zee Marnix Hezemans te melden heeft. Toch heeft het verhaal van de commandant van Marinebasis Parera op Curaçao ook een zonnige zijde. Lange tijd was er geen geld voor onderhoud aan de militaire werken aan de andere kant van de grote plas. In de nieuwe Defensiebegroting is dat echter wel het geval. Hezemans is er blij mee; het vastgoed heeft dringend onderhoud nodig. “Als je een jaar geen onderhoud uitvoert, is dat niet zo erg. Als je dat 10 jaar niet doet, zak je op steeds meer plaatsen door het ijs.”

Kapitein-luitenant ter zee Marnix Hezemans.
KLTZ Marnix Hezemans: “De lager gelegen delen van Marinebasis Parera zullen flink op de schop moeten.”

Geen dag te vroeg

Nu de financiën op orde zijn en het Rijksvastgoedbedrijf in de Cariben over dubbel zoveel mankracht beschikt, moet het mogelijk zijn om alle vastgoed in de West in 1 keer op orde te brengen. Dat gebeurt volgens het ‘spoorboekje’ ‘Concentreren, Verduurzamen en Vernieuwen’. De leidraad komt geen dag te vroeg, want de bases en kazernes verkeren in slechte staat. Lekkages en schimmelvorming zijn de meest voorkomende klachten. Laatstgenoemde wordt in de hand gewerkt door problemen met de luchtbehandeling. Veel gebouwen hebben airco, terwijl ze daarvoor niet geschikt zijn. Daardoor gaat bovendien veel energie verloren. “Dunne muren en enkelglas ruiten werken niet bevorderend.” Er kan dus een fikse verduurzamingsslag worden gemaakt.

Lekkages en schimmelvorming komen het meeste voor

Gebouw op Marinebasis Parera.
Doordat Defensie de voorkeur gaf aan het generen van gevechtskracht, schoot het opknappen van het vastgoed er de afgelopen jaren bij in.

Aantal beperken

Volgens Hezemans zal het naar verwachting nog zeker 10 jaar duren voordat alle storingen en klachten zijn opgelost. Daarbij moet er nog de nodige nieuwbouw worden gepleegd en bebouwing worden geconcentreerd. “Het is absoluut niet efficiënt om teveel gebouwen te hebben”, licht hij toe. “Op iedere basis zal je kritisch moeten kijken welke mogelijkheden er zijn het om het aantal te beperken.”

De overste vertelt verder dat er in 2026 wordt begonnen met de bouw van een nieuwe kazerne op Sint-Maarten. Nu nog is het steunpunt aldaar klein en geïmproviseerd. Over 2 jaar verrijst er echter een kazerne waarin ook het detachement van de Koninklijke Marechaussee een plek krijgt. De realisatie van het gehele vastgoedproject op de Caribische eilanden neemt overigens nog zeker zo’n 20 à 25 jaar in beslag.

Overdekte aanlegsteigers op Marinebasis Parera.
Een stijging van de zeespiegel heeft voor delen van Parera grote gevolgen. Zo moeten de steigers drijvend worden gemaakt.

Stijging zeespiegel

Dominante factor bij de revitalisering van het vastgoed is de stijging van de zeespiegel. Door het smelten van de ijskappen kan die volgens experts in het slechtste scenario de komende 50 jaar met 3,5 meter stijgen. En in het beste geval met zo’n 50 tot 90 centimeter. Al met al zullen de lager gelegen delen van Marinebasis Parera flink op de schop moeten. Hier zijn nu nog de – zoals Hezemans het noemt – ‘kritieke bedrijfsprocessen’ gevestigd. Zoals de materiële instandhoudingsloodsen voor het ondersteuningsschip Zr.Ms. Pelikaan, de kleinere vaartuigen en de voertuigen. “De loodsen zullen op termijn moeten verhuizen. Ook willen we de steigers voor de grotere vaartuigen drijvend maken. Om safe te zitten, houden we in de revitalisatieplannen rekening met een zeespiegelstijging van 1.20 meter. Met dat gegeven kunnen we gebouwen verplaatsen of stukken van ons terrein voldoende ophogen.”

Instandhoudingsloodsen op Marinebasis Parera.
De instandhoudingsloodsen op de voorgrond zullen op termijn naar elders verhuizen.

Nieuwbouw of renovatie

De overste benadrukt dat veel plannen nog nader uitgewerkt of bijgesteld moeten worden. Welke delen van het maritieme krijgsbedrijf en de Kustwacht Caribisch Gebied gaan verhuizen en welke terreinen opgehoogd worden, staat nog niet vast. In de huidige plannen voor Parera blijft de staf in ieder geval op de stafheuvel zitten. Wel moet de kantoorruimte op deze locatie met zo’n 1.000 vierkante meter worden uitgebreid.

In hoeverre er nieuwbouw of renovatie plaatsvindt, is eveneens nog onderwerp van discussie. In geval van renovatie moet wel het koelprobleem in de panden worden aangepakt. Doordat de gebouwen steeds meer gebruikt worden voor operationele taken, kwamen er veel computers en servers bij. De capaciteit van de huidige centrale luchtbehandelingsinstallatie is hier niet op berekend. “Dat probleem gaan we aanpakken. Dat plan voorziet erin de servers in een apart gebouw te plaatsen of in ieder geval van een eigen koelingsinstallatie te voorzien.”

Legeringsgebouwen met binnenplaats op Marinebasis Parera.
De legering op Parera wordt volgens de plannen in een laag-beveiligde zone geplaatst.

Vrije toegang gezinsleden

De plannen voorzien ook in een radicale aanpak van de legering op Parera. Om de toegankelijkheid ervan te vergroten, gaan accommodaties verhuizen naar een laagbeveiligde zone. Deze bevindt zich aan de rand van de kazerne, waar nu nog de longroom en het zwembad zijn gevestigd. Hier zal bijvoorbeeld ook het nieuwe gezondheidscentrum worden gebouwd. De nieuwe opzet maakt ook minder beperkende toegang tot de legering mogelijk, waarbij het veel eenvoudiger wordt gasten of gezinsleden te ontvangen op de legeringskamers.

Voordat de nieuwe locatie klaar is, zijn we volgens de overste dik 15 jaar verder. Dat dit langere tijd in beslag neemt, heeft niet met bouwbeperkingen te maken. Er is op de eilanden geen sprake van een stikstofprobleem zoals in Nederland. “Hier worden onze mogelijkheden vooral begrensd door capaciteit; er is hier een beperkt aantal aannemers dat kan voldoen aan de strakkere Nederlandse wet- en regelgeving”, legt Hezemans uit. “Om ondanks dat toch zo snel en efficiënt mogelijk te werken, willen we gebouwen zoveel mogelijk volgens een standaardontwerp laten bouwen.”

De huidige ziekenboeg van Marinebasis Parera.
Vanwege de toegankelijkheid wordt ook de nieuwe ziekenboeg in een laagbeveiligde zone geplaatst.

Uitwijkmogelijkheid

De vastgoedplannen voorzien ook in het verplaatsen van de Compagnie in de West (CLAS) naar Marinekazerne Suffisant, waarvandaan het operationeel optreden op land zal gaan plaatsvinden. Plannen om deze locatie te herontwikkelen, zijn zo goed als klaar. Op de kazerne komen onder meer logistieke gebieden en ook wordt er een toegepast verkeersplan gemaakt. “Ik verwacht dat we in 2027 of begin 2028 kunnen beginnen”, schat de overste in. “Doordat we op Suffisant veel ruimte hebben, kunnen we nieuwbouw naast oudbouw bouwen. Dit is belangrijk voor de continuïteit in de bedrijfsvoering en biedt een uitwijkmogelijkheid als we straks hier op Parera gaan bouwen.“

Marktpartij aantrekken

Gelet op de schaal van de werkzaamheden op het eiland, kan het interessant worden een grote marktpartij aan te trekken als hoofdaannemer. Die zorgt dan met de lokale bouwers voor de verwezenlijking. Een beslissing daarover ligt echter bij het Rijksvastgoedbedrijf. “Het wordt nog een hele toer, maar het kan wel. Er is hier beperkte bouwcapaciteit en we moeten concurreren met grote hotelketens die vaak minder hoge eisen stellen dan Defensie. Ik ben er ten slotte van overtuigd dat –  als een grote partij de schouders eronder zet – we in het Caribisch gebied binnen afzienbare tijd ons vastgoed robuust en duurzaam kunnen neerzetten.”

Stafgebouw met vlaggenmast ervoor op Marinebasis Parera.