Tekst Nico Schinkelshoek
Foto SM Aaron Zwaal en video: SM Robbert Harteveld
Mariniers helpen zuiderburen tijdens NEO-oefening
Het 13e Raiding Squadron van het Korps Mariniers hielp afgelopen maand met de ‘evacuatie’ van zo’n 900 burgers uit België. Dat gebeurde via land, water en lucht. Tijdens Storm Tide 2024 stond het trainen van een non-combatant evacuation operation (NEO) centraal. “We zullen bij een NEO, waar ook ter wereld, hoogstwaarschijnlijk met de Belgen samenwerken; we hebben elkaar nodig”, benadrukt majoor der mariniers Mark Brouwer, commandant van de eenheid.
Met een luid gebrul arriveert een A400M-transportvliegtuig van de Belgische Air Force op het vliegveld in Chièvres, net over de grens met Frankrijk. Aan boord bevinden zich ook de ongeveer 40 deelnemende Nederlandse mariniers. Terwijl de propellers met grote snelheid blijven draaien, opent de laadklep zich en rennen de bepakte mannen samen met hun Belgische collega’s het toestel uit. Ze zijn zojuist aangekomen in ‘Gaul’, een land waarin strijdende milities de veiligheid van de burgers in gevaar brengen.
Heel 2024 kan de eenheid binnen 48 uur ingezet worden
Samenwerking met Belgen
In de fictieve natie is de situatie dusdanig verslechterd, dat de Europese staatsburgers niet meer op eigen kracht kunnen vertrekken. Het oefenscenario waarbinnen de ongeveer 900 militairen, voornamelijk Belgen, opereren, is uit het leven gegrepen. Tijdens de evacuaties uit Afghanistan in 2021 en Soedan in 2023 haalden zowel Nederlandse als Belgische militairen hun landgenoten op soortgelijke wijze op. Ook op Cyprus stonden militairen uit beide landen afgelopen najaar stand-by voor een mogelijke evacuatie uit Libanon en Israël.
Roulerende rol
Blijven oefenen op een dergelijk scenario is dan ook van groot belang. Voor het 13e Raiding Squadron des te meer, omdat die eenheid dit jaar de roulerende rol van Marine Spearhead Task Unit (MSTU) vervult. Gedurende heel 2024 kan de MSTU wereldwijd binnen 48 uur ingezet worden. Bijvoorbeeld om hulp te bieden na een orkaan, maar dus ook in het geval van een evacuatie.
Tijdens de tweejaarlijkse evacuatie-oefening Storm Tide is het Nederlandse squadron onder bevel gesteld van het Belgische 3Para. Een Nederlandstalige eenheid van het Special Operations Regiment die bestaat uit paracommando’s. Net als de Nederlandse collega’s, heeft ook die groep dit jaar een rol waarin het wereldwijd op ‘zeer korte termijn’ ingezet kan worden. “Het helpt daarom om samen te trainen, mocht een inzet in de toekomst nodig zijn”, zegt de Belgische commandant luitenant-kolonel Patrick Winnepenninckx.
‘Afhankelijkheid wil je niet in tijd van crisis’
Evacuees verplaatsen
Een dag na aankomst in het ‘conflictgebied’ bevinden de mariniers-1 Jens en Wessel zich met zo’n 20 collega’s bij 1 van de 15 ingerichte reception centres (RC) in de omgeving. De regen komt ondertussen met bakken uit de lucht. Bij het danscentrum kunnen de evacués zich binnen bepaalde tijdsblokken melden. De militairen verplaatsen hen vervolgens naar het vliegveld even verderop. Aan de mariniers de taak om hun persoonlijke gegevens te controleren, de mensen te fouilleren en uiteindelijk weg te brengen. “We kijken in het paspoort of ze de juiste nationaliteit hebben”, vertelt Jens. “Bij het fouilleren controleren we daarnaast bijvoorbeeld of ze geen wapens hebben”, vult Wessel aan.
Kennismaken met Defensie
Onder de evacués bevinden zich zo’n 600 leerlingen van de Belgische opleiding Defensie en Veiligheid, aangevuld met reservisten. De scholieren maken tijdens het spelen van hun rol direct kennis met Defensie, legt Winnepenninckx uit. “Zo kunnen we laten zien wat Defensie is en kan.”
Internationale samenwerking
Volgens Winnepenninckx zorgt de Nederlandse deelname voor een extra dimensie binnen de oefening. “Het is zeer interessant om die wisselwerking te hebben en van elkaar te leren. Storm Tide vindt plaats in Wallonië, in het Franstalige gedeelte van het land. De evacués zijn daarom ook hoofdzakelijk Franstalig. Dat is een extra uitdaging voor de mariniers. Wij moeten eventuele taalproblemen zien op te lossen. Wij hebben daarom bijvoorbeeld iemand bij de mariniers geplaatst die vloeiend Frans spreekt en kan vertalen. Dat was iets waar we van tevoren al over na moesten denken.”
Ook Brouwer is te spreken over de gang van zaken. “Ik denk dat samen een NEO oefenen goed past in de Europese samenwerking die we al hebben. Maar het is ook belangrijk dat we onze eigen tactische en strategische transportmiddelen op orde hebben. Afhankelijkheid wil je namelijk niet in tijd van crisis”, zo stelt hij.
De situatie in de omgeving wordt steeds hectischer
Hond Polly
Een dag later is er een stuk meer beweging bij het receptiepunt bij de dansschool. Een bus vol studenten meldt zich. Onder de Nederlandse mariniers bij ‘RC 6’ bevindt zich ook de Belgische hondengeleider Timo van 3Para. Nadat de jongeren uit de bus zijn gestapt, krijgen ze van Timo de opdracht om in een rij te gaan staan en hun tassen voor zich op de grond te leggen. Polly, zijn Mechelse herder, controleert ze vervolgens op explosieven.
De 2 zijn goed opgenomen in de groep mariniers, zegt Timo. “De samenwerking gaat soepel. En de Nederlanders zeggen tegen mij dat ze ook wel zo’n hond willen”, lacht hij. Ook bij een daadwerkelijke NEO zou de hond meegaan. “Polly gaat overal mee naartoe en is al in meer dan 10 landen geweest.”
Zo realistisch mogelijk
Hoewel kalmte overheerst in het danscentrum en het proces van ontvangst en controle gestroomlijnd verloopt, is het scenario zo opgebouwd dat de situatie in de omgeving steeds hectischer wordt. Van protesten in de stad, tot het bevrijden van een door milities ingesloten ambassadeur. “De oefening is zo realistisch mogelijk gemaakt en het hele proces is erin verwerkt”, vertelt Winnepenninckx. Zo worden bijvoorbeeld alle benodigdheden voor de oefening daadwerkelijk het land ingebracht. Inclusief voer voor Polly.
Naar Frankrijk
Diezelfde avond landt een groepje jongeren per NH90 bij een van de hangaars op het vliegveld. De evacués vertrekken straks naar Frankrijk, ‘het veilige land’. “Exit a la France”, bevestigt een militair voordat de ‘vluchtelingen’ binnen enkele ogenblikken met een Franse, Spaanse of Belgische A400 mee naar het buurland vliegen. De medewerkers van het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken controleren hun documenten voor een laatste keer. Ze zijn bijna in veiligheid. Maar voordat het zover is, willen de studenten vooral nog een laatste foto maken van hun wachtende vervoermiddel. Dit maken ze natuurlijk ook niet elke dag mee.