Tekst André Twigt
Foto SGT Aaron Zwaal
Meer dan 40 jaar een begrip
Duizenden, vele duizenden kleinkaliber wapens gaan jaarlijks door deskundige marinehanden. Dat zijn persoonlijke geweren en pistolen, maar ook specialistischer spul, zoals shotguns, sniper rifles en granaatwerpers. Het Servicecentrum Kleinkaliber Wapens is verantwoordelijk voor de instandhouding van zo’n beetje alles wat de krijgsmacht aan schietijzers bezit. Dus landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee: schiet je Colt, Glock, MAG of .50 niet meer zo lekker, dan moet je in Den Helder zijn.
De laatste zin is eigenlijk een open deur. De Operationele Commando’s kennen het Servicecentrum Kleinkaliber Wapens maar al te goed. Al meer dan 40 jaar is het een begrip op het gebied van totaalonderhoud. Inbegrepen de grotere ‘jongens’, waaronder de 81 en 120 millimeter mortieren en affuiten.
Technische hoogstandjes
Gelet op het belang verwacht je een werkplaats van enige statuur. Maar nee. Het op Marinebasis Den Helder gevestigde servicecentrum is als onderdeel van de Directie Materiële Instandhouding gehuisvest in een onderkomen van het type revolutiebouw. En dat is helemaal niet representatief voor de technische hoogstandjes die er dagelijks worden verricht. “Een wapen moet echt ver heen zijn, willen we er geen raad mee weten”, begint Gerald.
Maar er zijn grenzen, aldus de hoofdassistent Kleinkaliber Wapens. Om die aan te geven, haalt de specialist een persoonlijk geweer type Colt tevoorschijn dat ooit betere tijden heeft gekend. De kast ziet er gemangeld uit en de loop staat in een ‘ongewone’ hoek van bijna 90 graden. “Overreden door een pantservoertuig. De hele passing is eruit. In de oudijzerbak ermee.”
‘Wat wij hier doen, kom je nergens anders tegen’
Niet op ingesteld
Het komt volgens wapengoeroe Gerald niet zo vaak voor dat wapens in deplorabele staat worden aangeboden. De gemiddelde gebruiker gaat best beheerst met zijn hardware om. Natuurlijk is een bepaalde mate van gebruik onvermijdelijk. Mitrailleurs en geweren worden onder de zwaarst denkbare omstandigheden ingezet. Daardoor slijten ze en moet het servicecentrum meer moeite doen om de schade te herstellen.
“We halen alles uit elkaar en alles gaat weer als nieuw de deur uit”, doet Peter van Dam de onderhoudsfilosofie uit de doeken. De locatiemanager van het 35 medewerkers tellende centrum vermoedt dat een leek deze beschouwing moeilijk op waarde zal kunnen schatten. Kenners weten dat je nergens ter wereld een bedrijf vindt dat grote aantallen militaire wapens op fabrieksniveau onderhoudt. “Fabrikanten zijn hierop sowieso niet ingesteld”, verklaart Van Dam. “Bij hen ligt de focus op de productie van nieuwe wapens. Voor onderhoud moet je achter in de rij aansluiten. Wat wij hier doen, kom je nergens tegen.”
‘Wat jullie doen is uniek’
Buitenlandse interesse
Doordat het servicecentrum onafhankelijk van de industrie opereert, kan het makkelijker inspelen op de wensen van de klant en maatwerk leveren. Heeft hij zijn wapens met spoed nodig, dan werken de medewerkers gewoon in het weekeinde door. Deze no nonsense aanpak trok de aandacht van andere landen. Zo overweegt het Duitse leger om haar arsenaal G-36 geweren in Den Helder te laten onderhouden.
“Op die manier worden onze dure productiemiddelen wel goedkoper”, redeneert Van Dam. Vooral onze installaties voor het aanbrengen van beschermende coatings kosten veel geld.” Bij zijn bezoek aan Den Helder sprak de directeur van de gerenommeerde Belgische wapenfabriek FN Herstal zijn lof uit over het servicecentrum. “Wat jullie doen is uniek”, zei hij toen. "Hij kan het weten", slaat Van Dam de spijker op de kop.
Steekproeven
Naast periodiek onderhoud uitvoeren en storingen oplossen, genereren ook modificaties en zogenoemde innamekeuringen veel werk. Voordat nieuwe wapens de eenheden bereiken, doen de specialisten meerdere steekproeven. Daarbij bekijken ze onder meer of de loop op overdruk is getest en hoe groot de spelingen tussen vooral de bewegende delen zijn. Controle op configuratieverschillen, kalibermetingen, loopslijtage en looprechtheid bepalen, evenals de afstellingen nalopen, horen er allemaal bij. Geregeld komen opmerkelijke zaken aan het licht, variërend van ietsje teveel speling of te weinig tot complete afwijkingen van de bouwtekening. Gerald: ”Het gebeurt regelmatig dat we partijen wapens tijdelijk afkeuren.”
Ook komt het volgens de specialist voor dat splinternieuwe wapens voor uitlevering al gemodificeerd moeten worden. Bijvoorbeeld doordat de fabrikant ogen voor een andere dan het opgegeven type draagriem heeft gemonteerd. “Om de uitlevering niet teveel te vertragen, willen we zo’n euvel nog weleens zelf oplossen.”
Volgens Gerald is in het gehele arsenaal geen enkel wapen te vinden dat zijn standaard-configuratie nog heeft. Constant moeten wapens op aanwijzing van de Defensie Materieel Organisatie worden aangepast aan de wensen van de militair. Moet hij het gevecht op korte afstand van de vijand voeren of in onoverzichtelijke situaties, dan heb je andere richtmiddelen en handgrepen nodig. "Door de jaren heen voerden we op dit gebied tienduizenden modificaties door. Vooral aan het persoonlijk geweer Colt.”
‘Zo voorkomen we vroegtijdige slijtage’
Vervuiling
Mooie van het servicecentrum is dat het constant met de wensen van de eenheden meegroeit. Zo beperkten bezoeken op locatie zich vroeger tot de schepen en de walinrichtingen van de marine. Vandaag de dag is het helemaal niet vreemd meer als wapentechnici bij eenheden van de landmacht in Mali of Afghanistan opduiken of langs gaan bij de Vessel Protection Detachments van de mariniers. Bijvoorbeeld om storingen te verhelpen, controles op haarscheurtjes en corrosie uit te voeren en om passingen te controleren. “De belangrijkste oorzaken van een slecht functionerend wapen zijn vervuiling en verkeerd gebruik”, aldus Gerald. “Door ter plaatse onderhoudstips te geven, voorkomen we vroegtijdige slijtage, beschikt de eenheid langer over zijn wapens en hoeven we tijdens periodiek onderhoud minder onderdelen te vervangen. Dat scheelt weer in de portemonnee.”