03

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 3

Bepalende spelers straks beter inzetbaar

Tekst KAP Djenna Perreijn
Foto SGT Aaron Zwaal

Pilot Fighter Control Pool haalt gevechtsleiders van boord

x
(Foto boven: SGT Jan Dijkstra)

Met de oprichting van de Fighter Controller (FC) Pool zijn gevechtsleiders voortaan niet meer vast geplaatst op een schip, maar op de wal. In de 2 jaar durende pilot wordt een FC pas aan boord geplaatst als een Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF) die behoefte stelt. Zo kan een FC op zee de primaire taak uitvoeren - het informeren en aansturen van vliegers vanuit de commandocentrale - en aan wal de kwalificaties op orde houden. 3 collega’s vertellen waarom dat een flinke vooruitgang betekent. 

Van schip naar schip en wel 200 dagen per jaar onderweg. Geen uitzondering. In de afgelopen jaren is de behoefte aan Fighter Controllers alleen maar gegroeid, terwijl het onderhouden van de vaardigheden meer tijd vergt. Door de terugloop van personeel moest een team van slechts 5 collega’s aan de vraag naar gevechtsleiders voldoen. Maar eenmaal op zee voerden ze niet altijd hun primaire taken uit. “Als de FC niet nodig was, besteedden we veel tijd aan onze nevenfuncties. Maar natuurlijk doe je het liefst waarvoor je bent opgeleid”, vertelt gevechtsleider sergeant ODOPS Mark Langerman.

Beslissingen durven nemen

“Want het is een hartstikke gave baan met veel verantwoordelijkheid”, voegt hij eraan toe. Fighter Controllers hebben als spin in het web van het gevecht een belangrijke rol in de commandocentrale. “Je moet goed kunnen multi-tasken, driedimensionaal én vooruit kunnen denken.” 

“… vertaalfout kan bepalend zijn voor inzet van gevechtsvliegtuigen.” (Foto: adjudant Arnoud Schoor).

FC’s zijn een extra paar ogen voor gevechtsvliegtuigen; zorgen voor de informatie die vliegers nodig hebben om het gevecht te voeren. “We praten met hen, vertalen dat voor het schip en omgekeerd. Op basis van onze informatie worden beslissingen genomen. Een vertaalfout kan bepalend zijn voor de afloop van het gevecht en de inzet van gevechtsvliegtuigen. Aan boord werken we samen met alle rangen, van laag tot hoog. Dus moet je zelfverzekerd zijn en snel beslissingen durven nemen.”
 

V.l.n.r: gevechtsleider SGTODOPS Mark Langerman, Maritieme Coördinator LTZ 2 Richard Peduzzi en LTZ 2OC Mark Wijma, hoofd Air Control van de NLBEOPS.

Pittig traject

Hoe gaaf ook, het team functioneert met 6 vacatures slechts op halve capaciteit. Door het uitfaseren van de Lynx-maritieme helikopter en de introductie van de NH90-maritieme gevechtshelikopter werd een periode minder gevlogen vanaf schepen. “Dit is 1 van de oorzaken voor een beperkt aantal kandidaten in de Helikopter Controller-opleiding. Die schept weer mogelijkheden om door te stromen als FC”, vertelt luitenant ter zee 2 Richard Peduzzi. Hij beheert de pool en springt als FC bij waar nodig. “Bovendien zijn er vanuit het vak air control meerdere mogelijkheden om door te stromen, dus kiest niet iedere helikopter-controller voor de opleiding tot FC.”

De opleiding tot FC is dan ook een pittig traject. “Vooral het multitasken wordt als moeilijker ervaren; soms slagen mensen niet”, weet luitenant ter zee 2OC Mark Wijma, hoofd Air Control van de Nederlands-Belgische Operationele School (NLBEOPS). “De FC werkt vaak alleen. Dus als je eenmaal op zee zit, is er geen back-up. Dan moet je heel goed zijn opgeleid.”

Tijdens ‘Nordic Archer’ kregen Zr.Ms. Evertsen, Tromp en Van Speyk te maken met gesimuleerde aanvallen van vliegtuigen. In de commandocentrale oefenden Fighter Controllers, voornamelijk ’s nachts, met allerlei wapensystemen. (Foto’s: SM Gerben van Es)

Officier of onderofficier

Dat weten ze bij het Air Operations Control Station (AOCS) Nieuw Milligen, waar de FC’s van de luchtmacht en marine worden opgeleid. Wijma: “Daar begint onze samenwerking, die de laatste jaren steeds hechter is geworden.” Het betaalt zich onder meer uit in gezamenlijke oefeningen op en boven zee om de FC’s gekwalificeerd te houden. Door de samenwerking krijgen ze bovendien een bredere opleiding. “Zodat ze niet alleen kunnen werken vanaf een schip, maar ook op de operationele vloer, zoals het AOCS.”
Daar werkt Langerman – 1 jaar uit de opleiding – dan ook regelmatig. En hoewel de FC-opleiding en taken grotendeels hetzelfde zijn, werkt hij morgen naast een luchtmacht-luitenant. “Dat gebeurt vaak; de rangen zijn er heel anders ingedeeld. Vooral voor gevechtsvliegers of collega’s van NAVO-partners is dat weleens verwarrend. Die krijgen een sergeant aan de telefoon en reageren: ‘Mag ik de Fighter Controller spreken?’ ‘Dat ben ik’, moet ik dan zeggen.”

SGTODOPS Mark Langerman werkt als gevechtsleider vanaf marineschepen en, dankzij de gezamenlijke opleiding met de luchtmacht, ook vanaf het AOCS in Nieuw Milligen. (Foto: SGT Cinthia Nijssen)

‘Vroeger moesten we nog weleens leuren om vliegtuigen; nu vraagt de luchtmacht vooral ook om onze schepen’

Elkaar nodig

Er zijn inderdaad maar weinig landen die dit werk door onderofficieren laten doen, weet Wijma. “De huidige wereld vereist geen losse krijgsmachtdelen meer, maar juist ineengeslagen handen. Daarom is het belangrijk dat wordt gekeken naar de rangen en functies.”

Een nog intensievere samenwerking met de luchtmacht zou in de toekomst 1 pool kunnen betekenen. Peduzzi: “Dat zou heel logisch zijn. Onder meer de Duitsers werken al op die manier. Met het huidige bestand Fighter Controllers hebben we elkaar steeds harder nodig. Vroeger moesten we nog weleens leuren om vliegtuigen in een oefening te krijgen, nu vraagt de luchtmacht vooral ook om onze schepen.”

De Fighter Control Pool valt onder het hoofdkwartier van de Koninklijke Marine. Ook FC’s in spe krijgen les aan wal, in de LCF-trainer op de NLBEOPS.
x
Foto onder: Nederlandse F-35’s en F-16’s, Franse Rafales en het Franse vliegdekschip Charles de Gaulle oefenen voor de kust van Denemarken. Voor Fighter Controllers de uitgelezen kans om te laten zien hoe goed ze kunnen multi-tasken. (Foto: AOO Arnoud Schoor)

Vooruitkijken

Over 2 jaar volgt een evaluatie over de werking van de pilot. Peduzzi: “Ik verwacht dat de uitkomst positief is, vooral omdat (toekomstige) FC’s beter weten waar ze aan toe zijn.” Langerman: “We kunnen verder vooruitkijken met een betrouwbare planning. Daar is het thuisfront ook blij mee.” Bovendien zit een FC dan altijd voor zijn primaire taak aan boord. Peduzzi: “Vanuit de pool kunnen we veel efficiënter werken en de FC’s bovendien beter geoefend en gekwalificeerd houden.”

Even wennen zal het wel zijn, om niet meer geplaatst te zijn op een schip. Langerman: “Als opstapper hoor je niet bij de vaste bemanning, maar ben je altijd op bezoek. Aan de andere kant: op elk schip ken ik wel een paar collega’s. Wij als FC’s moeten in ons werk met zoveel partijen samenwerken, dat het ons ook prima lukt om initiatief te nemen en wat mensen te leren kennen. Ik voel me altijd snel thuis.”