Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto John van Helvert en collectie Joes Wanders
Oud-illustrator Alle Hens bundelt werk in lijvig boek
Tekenaar Joes Wanders (1944) maakte tussen 1970 en 1990 talloze cartoons en illustraties voor de toenmalige gedrukte versies van Alle Hens. Ook in andere uitgaves verscheen zijn werk. Daarnaast ontwikkelde hij zich tot een vermaard zeeschilder. Al bij gelegenheid van zijn 70e verjaardag kwam hij op het idee om zijn werk te verzamelen. Inmiddels toch enige tijd later is het lijvige ‘Geen zee te hoog’ gedrukt en te koop, maar wacht Wanders nog op een post-Corona-moment om het in Nederland te presenteren.
Wanders werd geboren in Den Haag, niet ver van de zee. Toen hij een jaar of 15 was, wilde hij maar één ding: weg van huis en varen. Hij meldde zich aan bij de Koninklijke Marine en werd opgeleid tot wapenelektronicamonteur, ten einde aan te monsteren op Harer Majesteits schepen. Eerst was dat de kruiser Hr.Ms. De Zeven Provinciën, vervolgens het fregat Hr.Ms. Dubois. Wanders genoot van het varen en zijn tijd aan boord. Grote verhalen, uiteraard.
Op water en brood
“Tijdens een term op Curaçao voeren we met de Dubois naar Suriname”, steekt Wanders van wal. De ogen twinkelen. “Ik was blij om weer uit te varen, maar die droom eindigde bijna in een nachtmerrie. Ik had de oude Surinaamse vlag neergehaald, die ver na zonsondergang nog hing te wapperen bij de kathedraal in Paramaribo. Onacceptabel voor een ‘vlag-ofiel’ zoals ik! Ik nam de vlag mee aan boord, met de bedoeling deze de volgende dag terug te brengen. Dit naar waarheid!"
Maar het pakte anders uit. Wanders werd veroordeeld tot 10 dagen streng; op water en brood. Op zoek naar bronnen voor zijn boek stootte de marineman ook op dit voorval, maar dan gezien door de ogen van zijn toenmalig commandant, luitenant ter zee 1 Sieds Vreedenburg. “Die hield er een hele andere versie op na...”, merkt Wanders sportief op.
Enerverende ervaringen
Ook aan boord van de Dubois was de marineman al veelvuldig bezig met tekenen, voor onder andere het gastenboek. Naast het varen zijn lust en zijn leven. Door de vele illustraties die hij ook al maakte voor Alle Hens, bleef zijn talent op dit gebied niet onopgemerkt. “In 1970 noopte mij dit tot een koerswijziging”, vertelt hij plechtig. “Commandeur Jan van Dulm, Ridder Militaire Willems Orde, benoemde mijn tot hoofd van de tekenkamer op de Afdeling Maritieme Historie van de KM. Van Dulm vormde een grote inspiratiebron voor mij, gezien de vele verhalen die hij vertelde over zijn enerverende ervaringen met de onderzeeboot Hr.Ms. O21 tijdens de Tweede Wereldoorlog.”
Museum beter sluiten
Bij tekenen alleen bleef het niet. De van oorsprong wapenelektronicamonteur ging zich meer en meer toeleggen op het maken van olieverfschilderijen, met name van historische zeeslagen. Zijn doeken zijn inmiddels te bewonderen in het Maritiem Museum te Rotterdam, het Scheepvaartmuseum te Amsterdam en het Marinemuseum in Den Helder. Vooral in het laatste museum heeft hij ruim bijgedragen aan de collectie. Of zoals voormalig directeur Marinemuseum kapitein-luitenant ter zee (SD) b.d. Harry de Bles ooit zei: ‘Zonder de schilderijen van Joes Wanders kunnen we het museum beter sluiten’.
Ook over de landsgrenzen waren de doeken van Wanders in trek. Zo hangt er werk van hem in de Nederlandse Ambassade in het Zweedse Stockholm, bij de Medway Heritage Centre Trust in het Engelse Chatham en in het Hampton Roads Naval Museum, in het Amerikaanse Norfolk (Virginia).
Grens laten vervagen
Zijn uitgave ‘Geen zee te hoog’ omvat zowel Wanders’ werk voor de Afdeling Maritieme Historie, als zijn werk als autonoom beeldend kunstenaar, van na zijn vertrek bij de marine in 1990. Een blik op de inhoud, door hemzelf veelzeggend ‘Kompas’ genoemd, toont in een oogopslag de veelzijdigheid van de kunstenaar. “Aan de hand van interviews en verslagen, probeer ik een historische gebeurtenis zo realistisch op het doek te zetten, dat de kijker de indruk krijgt van een ooggetuigenverslag”, licht hij toe. “Met de penseelstreken wil ik de grens tussen heden en verleden laten vervagen. Klinkt misschien gek, maar tijdens het schilderen van een zeeslag heb ik vaak het gevoel alsof ik er zelf bij ben.”
Grootste vrees van iedere zeeman
Daadwerkelijke zeeslagen maakte Wanders niet mee, maar wat te denken van schipbreuk lijden? Dat gebeurde in 1996. "Na mijn eervol ontslag emigreerde ik naar Canada, maar daar voelde ik me niet thuis en de zee trok weer. In Florida struinde ik de jachthavens af en vond mijn droomschip, een tweemaster met een lengte van 17 meter. Na een grondige renovatie van een half jaar voer de Sea Dove met een volledige set nieuwe zeilen en voldoende proviand het zeegat uit. De bedoeling was om voor het orkaanseizoen op Curaçao aan te komen, maar het pakte anders uit. "Ongeveer 8 mijl uit de kust van Crooked Island (Bahamas) liepen we vast op een stuk koraal. Het geluid was hartverscheurend; mijn droom ging met het schip ten onder. We werden gelukkig net voor zonsondergang opgepikt door een visser.”
Toevlucht tot onderduikadres
“Dit betekende een kentering in mijn leven”, aldus de oud-marineman. Cryptisch: “Ik verloor alles behalve mijn penselen, want daarmee moest ik verder. De tijd die volgde was voor Wanders niet makkelijk. “Uiteindelijk ‘spoelde’ ik toch ‘aan’ op Curaçao, waar ik mede dank zij de steun van de Koninklijke Marine mijn hoofd boven water wist te houden.”
Zijn hernieuwde kennismaking met het eiland leidde tot tekeningen en schilderijen van Curaçaose landschappen en historische aanzichten. Ook had de kunstenaar oog voor het politieke en culturele leven. De controversiële, maar rake, cartoons die Wanders maakte voor het Algemeen Dagblad en de lokale krant Amigoe zorgden er regelmatig voor dat hij zijn toevlucht moest nemen tot een onderduikadres.
Recht voor zijn raap
Uiteraard ontbreken sommige van de gewraakte illustraties niet in ‘Geen zee te hoog’, net als de veel minder controversiële afbeeldingen uit Alle Hens. Daarnaast krijgt de lezer toch vooral een fraai overzicht voorgeschoteld van schilderijen, aquarellen, illustraties en ontwerp- en restauratiewerk van Wanders. Ook krijgt het boek een zeker reliëf, doordat je kennismaakt met de mens achter de kunstenaar. Of zoals De Bles schrijft in het voorwoord: ‘De lezer zal, voor zover hij of zij daar herinnering aan heeft, in ‘Geen zee te hoog’ onder andere de marinesfeer van de zestiger en zeventiger jaren proeven en de Joes herkennen die nooit veranderd is. Recht voor z´n raap, de bravoure van de vrijbuiter, die na vele omzwervingen over land en zee uiteindelijk toch zijn plek vond en zijn anker uitwierp’.
Boek te bestellen, presentatie volgt
Joes Wanders woont sinds 2017 met zijn huidige vrouw Marjanne in het Hongaarse Szentendre, een pittoresk stadje aan de Donau. Na de Coronacrisis maakt hij graag de oversteek om zijn boek te presenteren. Dat zal hij doen op het Instituut voor Militaire Historie in Den Haag en het Stoomvaartmuseum in Medeblik.
‘Geen zee te hoog’ is een fullcolour hardcover van 312 pagina’s, formaat 28 x 23 cm, prijs: 32,95 euro. Voor oude makkers rekent de oud-marineman 25,- euro, exclusief verzendkosten. Het boek is per mail te bestellen via: joeswanders@gmail.com.
(ISBN: 978-90-8616-152-5)