Tekst Arno Marchand
Foto SGT Jan Dijkstra
Nieuwe brandmoot milieuvriendelijk en zonder rook
Naast binnendringend water is brand het grootste gevaar aan boord van een marineschip. Vuur moet zo snel mogelijk geblust worden en ieder bemanningslid moet dat regelmatig trainen. Maar de rookwolken die daarmee gepaard gingen, legden een training nog wel eens stil als ze het Helderse haventerrein opwaaiden. Met een nieuw en schoner oefenobject moet dat verleden tijd zijn.
Ken je de roestbruine constructie van de oude ‘brandmoot’, dan valt bij de nieuwe aan de buitenkant vooral de grote witte schoorsteen op. Dat is inderdaad 1 van de onderdelen van de naverbrander die bovenop de splinternieuwe Hybride Brandmoot 2 is geplaatst. In januari is hij in gebruik genomen. “De vorige moot was op”, legt Chef Praktijkplaat sergeant-majoor technische dienst Steve Elting uit. “Er staat gemiddeld 7 jaar voor de levensduur, maar we hebben er zelfs 9 jaar gebruik van gemaakt. De school heeft er 2 in gebruik: de eerste is vorig jaar 1op 1 vervangen. Voor de andere kwam deze hybride variant.”
‘Ik ben een warm voorstander van echte branden en hitte’
Daadwerkelijk vuurcontact
Het bouwwerk staat op het terrein van de School voor Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire verdediging, Damage Control en Bedrijfsveiligheid (SCBRNDC&BV). Een hele mond vol voor wat in het dagelijks gebruik nog steeds de NBCD-school heet. Dikke zwarte rookwolken die bij een training uit het oude model brandmoot komen, waaien in zo’n 15% van de gevallen over de marinebasis. “Dat is niet wenselijk”, geeft schoolcommandant kapitein-luitenant ter zee (TD) Henk Boomstra aan, “want dan moeten we een training stilleggen. Maar zo’n training is essentieel. In de brandmoot heb je daadwerkelijk vuurcontact. Ik ben een warm voorstander van échte branden en hitte. Nergens anders ervaar je dat in een veilige oefenomgeving.”
Perfect geregeld
En daar komt nou eenmaal rook bij kijken. Maar met een relatief simpele aanpassing als een naverbrander die bijna alle rook van hout- en oliebranden afzuigt en zuivert, zal de zwarte walm minder zichtbaar zijn. “Bovendien realiseren we hierdoor een aanzienlijke CO2-vermindering”, vult Elting aan. “Rook helemaal voorkomen, lukt niet; je werkt immers met verbranding.”
De brandmoot komt er door intensieve samenwerking met het Materieel Logistiek Commando (Matlogco) van het Commando Landstrijdkrachten. Die afdeling is binnen Defensie verantwoordelijk voor alles wat met brandbestrijding te maken heeft. “Zo’n nieuw model volgt een heel traject”, legt Elting uit. Hij tekent en beschrijft zelf eerst wat er voor nodig is om de moot windonafhankelijk te maken. Het Matlogco wint informatie bij leveranciers en zet de opdracht op de – vrij beperkte – markt. Uiteindelijk werd het Saphire, voor de NBCD-school geen onbekende fabrikant. “Perfect geregeld”, zegt Elting. “Gewoon een heel goede samenwerking van 2 Operationele Commando's.”
‘Gas is milieuvriendelijker, maar minder echt’
Compromis
Afgelopen augustus begint de bouw van de nieuwe moot al in Maassluis. Begin november gaat de oude tegen de vlakte en wordt de nieuwe daarna in 7 weken opgebouwd. De moot is een deel van een universeel schip met kleine en grotere ruimtes, trapjes en luiken. Boomstra: “De brandmoot is aangepast om de beleving van een echt schip zoveel mogelijk te benaderen.”
In 4 ruimtes wordt vuur klassiek met olie en hout gestookt. Nieuw zijn 3 gasgestookte ruimtes. Hier wordt bijvoorbeeld een brand in een scheepsmotor nagebootst. Het is een compromis. Elting: “We doen met gas net of het andere brandstoffen zijn. Voordeel: gas is milieuvriendelijker. Nadeel: het is minder echt, want minder heet en de brand gaat niet uit door blussen, maar door middel van een knop op een afstandsbediening. Bovendien is er kunstmatige rook die meer zweeft. Echte rook stijgt.”
Aanstellingsopdracht
Nu er nagenoeg geen rook meer vrijkomt, heeft de NBCD-school haar 2 doelstellingen gerealiseerd. “We wilden vooral continuïteit van de opleidingen waarborgen en milieubewuster werken”, zegt Hoofd Bedrijfsvoering luitenant ter zee 2OC (TD) Aljo Zwart. In zijn functie is hij verantwoordelijk voor de infrastructuur. “Nu kunnen we ongeacht de wind trainingen laten doorgaan en zorgen dat we aan onze aanstellingsopdracht voldoen. We hebben wel meegemaakt dat klassen moesten terugkomen om hun cursus af te maken. Maar op dat moment stond dan natuurlijk ook weer een andere groep gepland.”
Dat was het ene gat vullen met het andere. Gelukkig bood de commerciële brandtraining bij het Den Helder Trainingscentrum op Kooypunt af en toe uitkomst, door groepen over te nemen. Van die faciliteit maakte de NBCD-school ook gebruik tijdens de bouw van de nieuwe brandmoot.
‘Zo’n brandmoot is behoorlijk indrukwekkend voor nieuwe matrozen’
Menselijk handelen
In januari beginnen de marine-instructeurs met omscholen en kijken ze of de nieuw bedachte scenario’s werken. In week 2 start de eerste klas: buiten kan dat wel met 20 man, maar door corona binnen opgesplitst in tweeën. “Zo’n brandmoot is behoorlijk indrukwekkend voor nieuwe matrozen”, zegt Zwart. “Met ademlucht op je gezicht en dan vuur en hitte. En dan moet je nog wat doen ook. Dat vergeet je je leven niet meer. Daarom trainen scheepsbemanningen dat niet alleen regelmatig hier, maar ook veelvuldig aan boord van de schepen.” “Bij brand is altijd menselijk handelen van invloed, besluit Boomstra. “Daarom maakt deze training marineschepen veiliger.”